blog 13: Het verhaal dat we onszelf vertellen

Volgens mij denken mensen in verhalen. En het verhaal rondom seksueel geweld was vaak het verhaal van Anne Faber: het slachtoffer is één van ‘ons’, de dader een gewetenloos monster wat in de bosjes op zijn prooi wacht.

#Metoo vertelt een ander verhaal. Duizenden momenten die stil, gesmoord in angst en schaamte, soms decennia lang, onder de bodem van het normale leven hebben gelegen. Voor veel mensen was dit een schok. Maar niet voor iedereen. Niet voor de slachtoffers, niet voor de professionals die zich dagelijks met deze problematiek bezig houden, en niet voor mij.

Al anderhalf jaar werk ik, samen met mijn co-regisseuse, intensief aan een film over seksueel geweld. En precies tijdens de afronding van de film brak #metoo open. Veel mensen zeiden tegen ons:  “Wat een goede timing!”, maar zo voelt het niet. Ik ben er kapot van. Kapot van de pijn die nu eindelijk een stem vindt, kapot van het besef dat ik ergens nog steeds niet toe wil laten hoe erg het probleem is en kapot van de muur van onbegrip, excusering en ondermijning die wordt opgeworpen.

De cijfers zijn al lang bekend: 40,3% van de Nederlandse vrouwen en 12,7 % van de mannen worden in hun leven aangerand of verkracht[1]. En maar tussen 15 % en 19 % van de gevallen gaat het dan om een voor het slachtoffer onbekende dader[2]. Veel vaker zijn het, partners, vrienden, familie, leerkrachten of collega’s die er voor kiezen om de menselijkheid van naasten te negeren.

Hoe deze koude cijfers de contouren van talloze onzichtbare verhalen vertellen ervoer ik zelf toen ik mijn eigen kringen openlijker over dit onderwerp begon te praten. Ik kwam achter verhalen van dierbaren die ondanks onze nauwe verbinding deze ervaringen niet hebben durven delen. Ik kwam achter verhalen van kenissen en collega’s die soms zelf niet doorhadden wat hen was overkomen. En ik stuitte op verhalen van vrienden die mij deden schrikken. Om de giftige rationalisaties die werden opgevoerd om bepaald gedrag goed te praten.

#Metoo overviel ons. Maar in werkelijkheid was het een realiteit die er altijd al was, die nu vecht om geïntegreerd te worden in het verhaal dat we onszelf vertellen.

Dus wat nu? Hoe gaan we hier iets aan veranderen? Kunnen we er iets aan veranderen? Er is een aantal praktische zaken die naar mijn mening sowieso overwogen moeten worden. Zoals educatie over grenzen en grensoverschrijding bij jongeren. Voorlichting bij de politie over de cijfers rondom valse aangiften en hoe de kleding van slachtoffers, de plek waar ze zich bevonden, of hoelang het heeft geduurd voordat ze met hun verhaal naar voren zijn gekomen niets te maken hebben met het strafbare feit. En betere opvang voor slachtoffers, iets waar Centrum Seksueel Geweld, god zij dank, nu belangrijke stappen in maakt.

Maar het belangrijkste is volgens mij nu, dat we het verhaal dat #metoo vertelt kunnen toelaten in hoe we naar de wereld en onzelf kijken. En helaas zie ik in de media, maar ook in mijn directe omgeving, veel mensen met een sterke weerstand hiertegen.

En dat is begrijpelijk. Niet voor niks is loopt Tom, de hoofdpersoon in onze film, aan tegen zijn onvermogen om het leed van zijn slachtoffer te erkennen. Want als hij het zou toelaten zou hij de grip over zijn eigen verhaal, zijn eigen identiteit, zijn zekerheid, zichzelf kwijt raken. De verhalen die we onszelf vertellen hebben een functie. Ze geven ons veiligheid, geborgenheid, en wellicht het belangrijkste: betekenis. Dat loslaten doet pijn.

Maar we hebben wel de keuze. Het is moeilijk, maar het kan. Slachtoffers is die keuze afgenomen. Zij leven met een realiteit waar ze geen zeggenschap in hebben gehad. En daarom is het onze verantwoordelijkheid om het oude verhaal los te laten.

En met ‘ons’ doel ik vooral op mannen. Want natuurlijk is iedereen in staat om te verkrachten en ook kan eenieder slachtoffer worden van seksueel geweld. Het gefolterde lichaam stijgt boven classificaties als geslacht, geaardheid en seksuele voorkeur uit. Maar laten we eerlijk zijn, er is bij lange na geen symmetrie tussen mannen en vrouwen als het op dit onderwerp aankomt.

Tijdens het maken van de film ben ik vaak door mijn eigen herinneringen heen gegaan, met de vraag waar ik mezelf schuldig heb gemaakt. En tot mijn schrik heb ik ook mijn eigen beeld van een zachte, lieve, “die-doet-zoiets-niet” jongen los moeten laten. Ook ik probeerde, toen ik 15 was, onder het truitje van mijn toenmalige vriendin te komen, ook al wilde ze dat niet. Waarom? Omdat ik aandacht voor haar blijkbaar minder belangrijk vond dan het niet achterblijven bij de seksuele exploratieve prestaties van mijn mannelijke klasgenoten. Ook ik probeerde, toen ik 21 was, door middel van een griezelige massage, mijn ex, die even op bezoek kwam, zo ver te krijgen om met me naar bed te gaan. Waarom? Omdat ik vond dat ik het had verdiend. Omdat ze jaren eerder met een andere jongen had gezoend toen we iets hadden.

Ook ik kan de menselijkheid van een ander negeren. En ook ik heb dat gedaan. Maar ik heb me daar nooit zorgen over hoeven maken. Ik heb daarvoor nooit mijn zelfbeeld bij hoeven stellen. Mensen zijn nooit anders naar me gaan kijken. Want zo gaat dat, en zo gaat het voort.

Tot we kiezen om verantwoordelijkheid te nemen. Slachtoffers en hun realiteit te erkennen. Zien hoe, in het verhaal wat onszelf vertellen, wij als mannen makkelijker met het negeren van de menselijkheid van de ander wegkomen. Hoe dat ons macht geeft. En dus begrijpen dat, al hebben we zelf nooit iets gedaan, we nog steeds genieten van een positie die ons bevoordeeld als we wel iets doen. Hoe we allemaal een plek hebben in het collectieve verhaal. En dat wij het daarom moeten veranderen. Wij hebben de keuze, de slachtoffers niet. En dat maakt alles anders.

 

[1] Rutgers WPF en Movisie – ‘Seksuele grensoverschreiding en seksueel geweld: feiten en cijfers’. p.7

[2] Stans de Haas – ‘Seksueel grensoverschreidend gedrag onder jongeren en volwassenen in Nederland’. Tijdschrift voor Seksuologie (2012) 36-2, p.142