blog 16: “Ach joh, moet je tegen kunnen.”

Mijn #metoo verhaal van beide kanten.

Ik schaam me nog voor een verkeerde hand op een borst. Dit gebeurde tijdens een theaterweek, lang geleden. We zitten in een auto en zij schuift dicht tegen me aan. Er is een onderlinge band. Ik sla mijn arm om haar heen. “Ik ben verliefd.” zegt ze. Dat is leuk, want zij is leuk. Heel vriendelijk geef ik met de hand die over haar schouder ligt een klein kneepje in haar borst. Ze kijkt me vreemd aan. Wat later tijdens een wandeling vertelt ze me ze verliefd is op een leuke meid in onze groep. Het stijgt me rood naar de wangen. Ik had haar zin over verliefd zijn helemaal verkeerd geïnterpreteerd. Ik zat heel fout. Sorry. #metoofout

Ik acht het enerzijds gezond dat ik me jaren na dato me daar nog voor schaam. En ik ervaar ook dat de angst voor zulke schaamte me ook veel heeft doen vermijden. In het hele spel van communicatie tussen man en vrouw, tussen erbij horen en eruit liggen, tussen voorrechten van baas zijn en misbruik maken van, liggen heel veel dunne lijntjes. Verkeerde interpretaties, bewust verkeerde interpretaties, scherpe grenzen als grens, schijnbaar scherpe grenzen als uitdaging. Waar begint het een en eindigt het ander?

Voordat ik mijn vergissing beging was het eerder andersom. Begin jaren ’80 was er een hele sterke feministische golf. Ik weet nog een keer dat ik een vrouwenboekhandel binnenstapte om een boek voor een vriendin te kopen. Alleen al de blik van de verkoopster, die ‘verkrachter’ leek te roepen bij de eerste stap over de drempel, deed me meteen omdraaien. Vrouwen om me heen vertelden zoveel nare verhalen dat ik juist extra voorzichtig was. Ik durfde lang juist te weinig, want liefde, laat staan interesse bekennen, kon ten slotte al lastigvallen zijn. Te lang probeerde ik niks, juist vanwege de agressie naar mannen die lastigvielen. Ik heb het hele experimenteren in mijn jong volwassenheid overgeslagen. Maar waar werd die angst om me überhaupt uit te spreken geboren? Wellicht is dat mijn #metoo. Waarom stel ik dit? Omdat, als dit gesprek enkel om pakken van de foute mannen gaat, de essentie niet besproken wordt. De daders onthullen opent slechts het gesprek. De essentie ligt dieper in het systeem.

Stel je jezelf eens voor dat je als 14-jarige jongen smelt van een zacht konijntje in je armen. En dat je dat tegen je(stoere) vrienden vertelt. Ze zouden over de grond rollen van het lachen, of je daarover bespotten, ook al, zouden ze zelf ook genieten van zo’n moment. Wat is er mis met lachen om zachtheid?

Sociale druk vormt mede ons gedrag.

“Ach joh, moet je tegen kunnen!” “Geintje.” “Jij bent toch geen mietje, he?” Zomaar drie zinnen die jongens onderling veel bezig(d)en. Of ‘mietje’ nog steeds zo in gebruik is weet ik niet. Wat ik wel weet is dat ik, zoals de meeste mannen, emotioneel bedreigd ben, om vooral geen zachte gevoelens te tonen. #metoo ruw een hand in mijn kruis gestoken krijgen van je vrienden omdat je ‘daar’ als man lekker los in moet zijn. #metoo uitgelachen worden, juist omdat ik nog nooit gezoend heb. Of geen alcohol drink (dronk). Of juist niet vechten wil. Of om ‘op wie ik ben’. Of niet durf te zeggen op ‘wie ik ben’. Of..

Jongens kunnen elkaar onderling op alles pakken, als er eentje niet aan de ‘norm’ voldoet. Een vage norm die heel makkelijk verschuift, of zelfs ter plekke uitgevonden wordt om iemand tot iets te dwingen, van kleine vernedering, tot vernieling, tot winkeldiefstal, en erger. Drugsverslaving, groepsverkrachting en deelname aan georganiseerde misdaad komen hier ook uit voort. Dit gedrag is eigenlijk de basis voor mannen met macht, die zo leren hoe je middels emotionele druk anderen je zin kan laten doen.

Je bent juist geen sterke jongen als je macht misbruikt, maar emotioneel instabiel.

Onze cultuur maakt dat je gaat geloven dat gevoeligheid vertonen onveilig is. Twee dingen gaan fout in dit gedrag. Enerzijds traint het de overtuiging dat degene die zo de ander dwingt de baas is. Een ander kunnen dwingen tot gedrag dat jij wilt wordt zo, soort van, ‘normaal’, van jongs af aan. Anderzijds leidt dat ook tot de overtuiging dat je pas zacht kan zijn, als je zeker weet dat je in controle bent. En daarin zijn twee vormen van controle. De uiterlijke en de innerlijke.

In de uiterlijke zorg je voor controle over de ander. Dit is de basis van machtsmisbruik, die de dader zelf als noodzakelijk (kwaad) zal interpreteren. En de ander tot schaamtevol zwijgen dwingen, zien zij dan juist als middel om die veiligheid zeker te stellen. “Hé, ik laat mijn penis zien, en daar ga jij over zwijgen, toch, want anders kwets je mijn kwetsbaarheid.” Ik zag dit in een andere vorm bij een praatprogramma (Ik geloof Paul & Witteman). Een minister spreekt zich uit tegen een vrouw in een rolstoel. Zij deelde zojuist dat ze door een nieuwe ‘zorg’regeling geen kant op kan en haar leven nu nog meer vleugellam is. Antwoord de minister, alsof zijn positie even erg is: “U begrijpt toch ook wel dat het voor mij niet makkelijk is om u dat te vertellen.”

In de innerlijke vorm wil je eerst 100% zeker weten dat zacht zijn veilig is voor je iets laat zien. Je blijft dus eindeloos wachten en hopen op een opening. Sommigen steeds bozer dat ze niet gezien worden. Soms slaan ze door. Anderen blijven teveel de veiligheid zoeken en vinden nooit de gezonde balans. Veel verlegen mensen leven dit laatste. Ik ken iemand, diep in de 50, die nog nooit een vrouw benaderd heeft. Ook dat is tragisch.

Ik zelf was een gevoelig kind met zachte kanten; meer een kunstenaar en uitvinder dan een ontdekker en vechtersbaas. Dat laatste al helemaal niet, al werd er bij mij in de buurt tussen soort van straatbendes regelmatig gemept. Op de lagere school leerde ik echter af, mijn voorliefdes bekend te maken. Want onderling was men erg bezig om te kijken waar je op gepakt kon worden. Eerst sloeg ik dicht en werd zeer verlegen. Later op de middelbare school werd ik zelf ook een tijdje meester in die kunst. Met woorden vooral. Elke mededeling van een ander die ook maar iets blootgaf, was een tak om te snoeien. En ik verstopte mezelf achter het mes. Het is omdat ik voelde dat ik daar zelf ook onder leed en, zeker naar vrouwen, zeer verlegen was, dat ik theater ging doen, om naar buiten te komen en normaal mens te worden. Dat kostte een aantal jaren bewust werken aan mezelf. Toen pas ging ik meer durven.

Mijn eerste liefde gebeurde pas toen ik richting 30 ging. Die verkeerde hand op die borst vond plaats toen ik een nieuwe zocht daarna. Zo’n blunder wil ik niet nog eens maken. Nog steeds voel ik me onveilig in elke situatie waarin iets meer dan leuk kan ontstaan. Is dat ook een vorm van geweld, tegen mezelf? Let wel, ik besef dat heel veel vrouwen diezelfde onveiligheid ervaren. Iets teveel toenadering kan verkeerd gelezen worden en of echt onveilig voor de ander zijn. Ik heb zelf ook die ongewenste mannelijke hand op mijn knie gehad #metoo terwijl ik dacht als jongen veilig te zijn. En te weinig laten merken is ook weer zo wat. Hoe doe je dat op een juiste manier? En intussen spelen anderen er weer mee, ook om macht over mannen te houden. En doen ze dat om nieuwe #metoo’s te voorkomen, of juist omdat ze vrij van zulke angsten zijn?

We moeten het gesprek voeren. Hardop. En ook over machtsmisbruik bij elke ‘nee’ die nodig bleek. Zeker als dat kansen kostte. Zinnen als “Kijk, als je niet meewerkt zie ik weinig kans voor je bij de televisie.” kunnen eigenlijk al niet. Wie hier ‘nee’ op zegt, wordt dus eigenlijk ook ‘genaaid’, want je talent speelt dan even geen enkele rol. Zulke zinnen zijn deel van het systeem van macht. En dat systeem moet als geheel ter discussie staan. Vergelijkbare zinnen door directeuren, docenten, producenten zouden opgenomen moeten worden. Wat wordt er werkelijk gediend bij dat soort druk? En om helemaal bij het begin te beginnen: Wat kunnen we aandacht geven op school, of in ons gezin, dat zulk gedrag aanpakt?

Wat kunnen vrouwen intussen doen? Ik denk samenspannen. Inderdaad. Bij de bonobo’s, van wie wij genen hebben, treden vrouwtjes samen op tegen mannen die te ver gaan. Als een mannetje ongewenst gedrag vertoont, gaat een groep vrouwen ‘even met hem praten’. Op het moment, in onze eigen geschiedenis, dat paren in aparte huizen trokken verdween het matriarchaat. Ineens was de vrouw gescheiden van haar vriendinnen en de man had zijn kracht en haar had hij alleen. Wellicht dat nu, met modern app’s, vrouwen weer als groepen mannen kunnen aanspreken. Hem eerst samen terzijde nemen, en als dat niet helpt openbaar. Want wie fouten maakt vreest de schaamte. En zij die zich niet schamen, geen empathie kennen, kunnen voor het geheel van onze samenleving ook nooit gezonde leiders zijn. Daar is, meen ik, strikt stevig optreden noodzakelijk. Dus vrouwen, deel met elkaar wat er speelt.

En voordat alle toenadering dichtslibt kunnen we samen wellicht een taal ontwikkelen wanneer wel iets mag of gewenst is. Door beiden gewenste sex is tenslotte gezond. Met de angsten om de foute interpretaties doen we elkaar ook tekort door wat we achterhouden. Dat kan helderder. In Spanje schijnt ‘nee’ ook helder nee te betekenen. Voor een Italiaan betekent ‘nee’, ‘probeer harder’. Daar is de begrenzende sleutelzin: “Zou jij jouw zus ook zo benaderd willen zien worden?” Misschien kunnen wij ook zo iets vinden. Een zin die machtsmisbruik (richting ongewenst gedrag) al een halt toeroept. Ook hebben we manieren nodig om fouten te mogen maken om van te leren. Ik was onlangs nog zelf iets te vroeg met een hug, ze verstijfde, en ik hield daarop halverwege in. Dat is wakker zijn in het moment. Zoeken naar wat passend is, hoort erbij. Dat is niet te vergelijken met ‘lekker fouten maken’, en later beweren dat je ‘dat’ nog te leren had. Herkennen we niet allemaal het verschil in toon?

En mannen moeten elkaar helpen zachter te zijn. Gevoelig zijn betekent niet dat je een zwakkeling bent. Ware kracht, ben ik inmiddels achter, is zacht durven en kunnen zijn; ook als dat spannend is. Bewonder elkaar meer om wie dat durft. Want het is onze cultuur, waarin we nog steeds denken dat macht gelijk is aan kunde. We leiden mannen op, juist ook in de cultuur van jongens onder elkaar, om macht over anderen te ontwikkelen, met het misverstand dat dit leiderschap is. En veel van de huidige leiders die dat gesprek niet aan willen, hebben waarschijnlijk geheimen, belangen, die ze verdedigen met verdraaide werkelijkheden. Wellicht dat een eenmalige waarheidscommissie kan helpen, zoals bij het einde van de Apartheid, om de kaarten echt op tafel te krijgen. Dat is politiek. Voor nu, ga het gesprek aan.

 

Deze blog verscheen eerder op https://medium.com/floris-in-het-nederlands/mannen-daders-en-slachtoffers-tegelijk-413b78376947