Blog 12. Laurens Kleijntjens: Mannen, sta op en spreek je uit! Deel 2

In het eerste deel van mijn blog benadrukte ik het belang voor mannen om zich uit te spreken tegen gendergerelateerd geweld en ander onrecht in de wereld. Dit vanuit de vraag wat voor man of mens jij wilt zijn. Iedereen kan wat doen. Iedereen MOET wat doen om deel van de oplossing te worden in plaats van deel van het probleem. In het tweede deel van mijn blog ga ik in op twee kwesties waarbij ook jij het verschil kunt maken.

Let’s talk about sex

Over de uitspraken van minister Slob over het afwijzen van homoseksualiteit op scholen is onlangs terecht veel ophef ontstaan. Maar enkele weken voordat hij al die commotie veroorzaakte, viel me een ander nieuwsbericht over Arie Slob op.2 Ik las in het artikel dat hij van mening is dat reclames voor sekslijnen moeten verdwijnen. De minister vindt deze reclames op commerciële zenders onwenselijk. Er zit volgens hem een suggestie in ‘dat je op een bepaalde manier met vrouwen om kan gaan’, die hij niet steunt. Hij verwijst in zijn brief aan de Tweede Kamer naar de #MeToo-beweging van de laatste jaren en dat de nadruk nu moet liggen op ‘een zorgvuldige omgang met elkaar en elkaars seksualiteit’. Ik moet zeggen dat ik mij goed kan vinden in deze uitleg van Slob. Ware het niet dat ik er dwars doorheen kijk. Het is bewonderenswaardig dat hij in heel zijn brief woorden als ‘god’, ‘Christus’ en ‘de bijbel’ heeft kunnen vermijden. Hij problematiseert hier namelijk enkel en specifiek sekslijnreclames op televisie. Voor hem en een groot deel van zijn achterban zullen deze reclames waarschijnlijk als zondig worden ervaren. Tijdens het niets vermoedend zappen langs tv-zenders loop je zomaar ineens de kans om geconfronteerd te worden met een vrouw in Evakostuum. Het gevaar van onzedelijke buitenhuwelijkse gedachten ligt op de loer. Ik maak natuurlijk een grapje. Maar waar het wel om gaat is dat als je de problemen die hij in zijn brief benoemt wilt aanpakken, sekslijnreclames echt nog maar het topje van de ijsberg zijn. Daarnaast is het probleem natuurlijk niet opgelost, wanneer het niet meer zichtbaar is. Dat is hetzelfde als drugs of prostitutie verbieden en vervolgens beweren dat het niet meer bestaat of gebeurt. Bovendien vraag ik me af of minister Slob dan ook alle pornografische websites, tijdschriften en films wil verbieden? En als we toch bezig zijn, waarom niet meteen vrouwonvriendelijke rapteksten en muziekvideo’s? Een onbegonnen missie én een verkeerde aanpak, wat mij betreft.

Ik ben het met Slob eens dat veel pornografisch materiaal een totaal verkeerd beeld schetst van seks en seksualiteit. Dit geldt voor mannen en al helemaal voor vrouwen en vrouwelijke seksualiteit. Porno is meestal gericht op en wordt veel bekeken door mannen. Het herhaalt, net als vele andere beeldproducten, een klein aantal thema’s in een oneindig aantal variaties. De meest voorkomende thema’s zijn ideeën zoals dat seks zonder relatie of emotionele band altijd fijn is, verbale toestemming niet nodig is, vrouwen altijd van seks genieten, zelfs als ze eerst ‘nee’ zeggen of als het tegen hun wil gebeurt, en dat iedereen altijd klaar is voor seks. Ook komt de objectivering en vernedering van vrouwen vaak voor en wordt er in sommige gevallen een verband gelegd tussen seksueel genot en geweld. Deze thema’s weerspiegelen maatschappelijke mannelijkheidsnormen zoals o.a. dominantie, een gebrek aan emoties, het gebruiken van geweld als het nodig is, de dubbele seksuele moraal en minachting voor vrouwen en vrouwelijkheid.3 Kinderen worden op internet vaak al op jonge leeftijd geconfronteerd met dit soort beelden en door telkens diezelfde thema’s te zien, bestaat het gevaar dat ze gaan denken dat het waarheid is en zullen ze zich er ook naar gaan gedragen. Maar het zijn niet alleen jongens en mannen die door het kijken van porno beïnvloed worden. Ook meiden en vrouwen kunnen beïnvloed worden door deze beelden waarin het genot van mannen centraal staat en vrouwen enkel het onderdanige middel daartoe zijn. Over het feit dat porno schadelijk kan zijn, bestaat dus geen twijfel.

Ik zeg ‘kan zijn’, omdat er wel degelijk iets kan worden gedaan hiertegen. Niet zoals Slob bepleit door het verbieden van pornografisch materiaal, maar door goede seksuele voorlichting te geven aan kinderen vanaf een jonge leeftijd. Hierin dienen thema’s als toestemming, gelijkwaardigheid, eigen grenzen, respect, veiligheid, genot en seksuele diversiteit helder te worden uitgelegd en openlijk en uitvoerig bespreekbaar zijn, zonder uitzonderingen. Het is belangrijk om ‘met’ en niet ‘tegen’ jongeren te praten. Goede seksuele voorlichting is een proces waarbij openheid en het opbouwen van vertrouwen van belang zijn, dus het volstaat niet om simpelweg een lesje af te draaien. Eerder dit jaar bleek uit onderzoek dat een op de vijf jonge mannen tussen de 16 en 35 jaar oud vindt dat het een ‘verzachtende omstandigheid voor verkrachting’ is als een vrouw níet nadrukkelijk ‘nee’ zegt.4 Hier valt dus nog heel veel te winnen en het moet anno 2020 echt eens uit de taboesfeer. Let’s talk about sex! Momenteel heeft stichting Rutgers hierover een petitie geopend. Het zou mooi zijn als zoveel mogelijk mannen deze ondertekenen. En bedenk bij jezelf wat je nog meer kunt doen. Heb je zelf een jonge zoon? Werk je met jongens? Praat met ze over seksualiteit en grenzen. En spreek jij ook andere mannen aan als zij denigrerend en objectiverend praten over meiden en vrouwen? Doorbreek de cirkel van (seksueel) geweld! Teken de petitie van Rutgers.

De loser die niet kan verliezen

Een ander voorbeeld dat misschien voor de hand ligt maar dat ik ook zeker wil benoemen, is de huidige situatie met Donald Trump en politiek populisme. Tegen culturele progressie is helaas altijd veel weerstand, zeker vanuit degenen die hun macht en bezit bedreigd zien. Leiders als Trump en Bolsonaro lopen weg van alle verantwoordelijkheid om ongelijkheid te bestrijden en misstanden op te lossen. Het zijn machomannen die met gebalde vuisten en oorlogstaal bezigend, een spoor van vernieling achterlaten. Zij beschouwen macht en geld als enige succesfactor in het leven. Achter dit soort leiders staat vaak een heel leger van zelfverklaarde “mannenrechtenactivisten”, die slachtoffer zijn geworden van een falend patriarchaal systeem, waarvoor ze vrouwen en het feminisme de schuld geven in plaats van de hand in eigen boezem te steken. Dat is niet verassend want één van de traditionele mannelijkheidsnormen is immers om nooit je kwetsbaarheid te tonen en toe te geven dat je hebt gefaald, laat staan dat je daar zélf schuldig aan bent. Falen is hetzelfde als verliezen, en mannen moeten altijd winnaar zijn. Trump is daar het perfecte voorbeeld van. Toen hij besmet was met het coronavirus werd hij naar een militair ziekenhuis afgevoerd en sprak zijn zoon over hem als ‘warrior’ die dapper vocht tegen het virus. Na zijn ziekenhuisopname verkondigde hij dat het virus niets voorstelt en dat hij gezonder was dan ooit. Nu hij de verkiezingsstrijd heeft verloren van de nieuwe president Biden, kan hij dat niet toegeven. Hij mag geen verliezer zijn, hij kan geen verliezer zijn en hij zál geen verliezer zijn. Als je het mij vraagt is het een beschamende vertoning van een wanhopige loser.

In de strijd die mannen dagelijks voeren om ‘on top’ te blijven en waar Trump zo’n goed voorbeeld van is, mogen zij nooit iets van menselijke twijfels, onzekerheden of angsten laten zien. Dat kan volgens de geldende norm voor mannen en mannelijkheid namelijk worden opgevat als zwakte. En een zwakke man is een loser. En dus géén winnaar; de cirkel is rond. Het is een onmogelijke, uitputtende en onophoudelijke taak voor mannen om hun “mannelijkheid” te bewijzen, wat dat ook moge betekenen. Deze incapabele ‘toxic masculeaders’ doen er alles aan om positieve verandering in de wereld tegen te houden en daarmee hun eigen bevoorrechte positie veilig te stellen. Het liefst zouden ze terug willen in de tijd naar een wereld van rassen- en seksesegregatie, al zullen veel van hen dit niet hardop durven uitspreken. Maar hun angst voor alles wat hun machtspositie in gevaar zou kunnen brengen, hun onwil om welvaart te delen en hun ongegronde superioriteitsgevoelens weten ze goed in te zetten als wapens in de politieke strijd. Het zijn deze onderbuikgevoelens die ze projecteren op doorsnee burgers om ook bij hen angst, verdeeldheid en haat te zaaien. En zo is iedere verkiezingsbelofte al bij voorbaat een leugen want als een politieke partij floreert bij verdeeldheid, haat en andere negatieve sentimenten, dan zullen toestanden nooit verbeteren maar eerder verslechteren wanneer zo’n partij meer macht krijgt. Hoe groter de onrust, hoe meer stemmen ze krijgen. Ze hebben dus geen enkel belang of motivatie om de wereld te verbeteren. Ze hebben zelfs vaak niet eens de ambitie om daadwerkelijk te regeren, omdat ze vanuit de oppositie veilig kunnen blijven volhouden dat ze alles beter weten, zonder het gevaar te lopen om door de mand te vallen. Waarom zou je dan nog de moeite doen om een partijprogramma te schrijven dat langer is dan 1 A4tje? Ik raad aan om komend jaar bij de Tweede Kamerverkiezingen op 17 maart te gaan stemmen op een partij die qua idealen in het verlengde ligt van de man/de mens die jij wilt zijn. Lees je in, verdiep je en kom in actie!

De man die ik wil zijn

Mijn blog is inmiddels al wél wat langer dan 1 A4tje en ik hoop dat het genoeg stof biedt tot nadenken in de zoektocht naar de man die je wilt zijn en wat je kunt doen om die man te zijn. Laat ik eindigen met mijn eigen antwoord op die vraag. Ik wil een man zijn die zich blijft uitspreken tegen geweld, seksisme, racisme, homohaat en ander onrecht in de wereld. Een man die een voorbeeld is voor jongens, praat met andere mannen over de noodzaak van zorgzame mannelijkheid en gendergelijkheid als voorwaarde voor ieders geluk, luistert naar en leert van vrouwen, is niet bang om kwetsbaarheid te tonen, durft hulp te vragen als dat nodig is en neemt zijn verantwoordelijkheid om een betere wereld achter te laten voor toekomstige generaties. Aletta Jacobs vatte het prachtig samen: “Fighting for what’s right makes life worth living”.5 De grote uitdaging voor ons als mannen en als mensen ligt volgens mij in het niet langer benadrukken van verschillen en in plaats daarvan onze focus te richten op wat ons als mensen verbindt. En daarvoor zijn zorgzaamheid, inlevingsvermogen en samenwerking cruciaal. We willen tenslotte allemaal hetzelfde en zijn allemaal gelijk. Daar moeten we de samenleving dan ook op inrichten. Gelijk zijn, is gelukkig zijn. En geluk vermenigvuldigt als je het deelt. Het klinkt zo simpel en daardoor bijna naïef-idealistisch. Er staat ons nog zo ontzettend veel te doen. Maar iedereen kan wat doen en zijn steentje bijdragen. Mijn tip is daarom om jezelf die belangrijke vragen te blijven stellen. In wat voor wereld wil jij leven? Wat doe jij zelf om aan die wereld bij te dragen? Wat zou jij anders of beter willen doen? Wat voor man/vader/echtgenoot/vriend/broer/versierder/mens wil jij zijn? Als we onszelf deze kritische vragen blijven stellen en ernaar gaan leven, en steeds meer mannen zover krijgen om aan te sluiten en in actie te komen, dan gaan we echt vooruit. De beweging zal van kringen in het water dan uiteindelijk een golf vormen. En dan heb ik het niet over een nieuwe coronagolf, maar een feministische golf. Of je het dan de derde, vierde of zelfs vijfde feministische golf wilt noemen, maakt niet uit. Maar sta op, spreek je uit, wijk af van de norm, wees de verandering, draag die uit, vind bondgenoten, verenig je, en laat het dit keer dan een ‘feministische tsunami’ worden. Het is hoog tijd.

Bronnen:

2. Minister Slob wil reclames voor sekslijnen verbieden, Mulligen van R., Nederlands Dagblad, 20 oktober 2020

3. Is Masculinity Toxic?, Smiler, A., 2019

4. Driekwart Nederlanders: seks zonder instemming is verkrachting, RTL Nieuws, 29 juni 2020

5. Aletta Jacobs op een briefkaart naar een goede vriendin, 1921