Blog 14. Martijn Dekker: Tot hier en niet verder

Enige tijd geleden deed ik een oefening met een groep studenten. Ik had een formulier uitgedeeld, waarop ze verschillende categorieën moesten invullen die op enigerlei wijze onderdeel uitmaakten van hun identiteit; onder andere etniciteit, klasse, religie, seksualiteit en gender. Onder deze categorieën stond een rijtje met vragen die bijvoorbeeld gingen over dat deel van hun identiteit waar ze het vaakst of het minst vaak aan dachten. Of welk deel van hun identiteit ze de meeste voordelen of nadelen zou geven bij het nastreven van hun doelen.

Een van de effecten van deze oefening is dat studenten zich bewust worden van de privileges die ze al dan niet hebben, maar het belangrijkste inzicht dat ik hoop mee te geven, gaat over hoe bewust je je bent van bepaalde onderdelen van je identiteit en hoe dat bewustzijn je ervaringen beïnvloedt. En dus je denken. Als jij je bijvoorbeeld nauwelijks bewust bent van je huidskleur, omdat die dezelfde is als de meeste mensen om je heen en omdat deze je geen nadelen oplevert, dan is het moeilijk voor te stellen hoe dit is voor mensen die er wél dagelijks mee geconfronteerd worden. Het is in dat opzicht dus oneerlijk, om maar een voorbeeld te noemen, om als wit persoon te zeggen dat kleur er voor jou niet toe doet en dat je kleurenblind bent. Als je onderdeel van een dominante groep bent, dan kan er al snel een blinde vlek ontstaan voor de ervaringen van “de Ander”. Je verheft je eigen ervaringen tot de norm en beschouwt die van anderen, zeker als ze in tegenspraak zijn met jouw eigen perspectief, als overdreven, als gezeur, of als onjuist.

Het is moeilijk om dit soort vastgeroeste denkpatronen te doorbreken als je daar als individu weinig moeite voor wilt doen. Maar op een gegeven moment, als er zoveel informatie op je afkomt die in tegenspraak lijkt te zijn met jouw perspectief, die indruist tegen jouw ervaringen, dan ontstaat er misschien een potentie tot verandering; een aanleiding om iets te doen met deze cognitieve dissonantie.

Met name mannen blijken het echter moeilijk te vinden om te accepteren dat er andere ervaringen bestaan dan die van henzelf. In plaats van begripvol te luisteren naar slachtoffers of te reflecteren op de overstelpende hoeveelheid van ervaringen met seksuele intimidatie of seksueel geweld, proberen ze hun eigen ervaringen tot norm te verheffen en die van anderen (veelal vrouwen) af te doen als onjuist. De kwalificaties om alle #metoo-ervaringen te bagatelliseren, variëren van ‘gezeur’ tot ‘kwaadaardig’.

Maar, naast deze “hakken in het zand”-reactie, zie ik ook twee belangrijke positieve effecten. Ik zie bijvoorbeeld in toenemende mate empathie. Een vaardigheid die voortkomt uit zelfbewustzijn en mensen in staat stelt om zich in te leven in de gevoelens en ervaringen van anderen. Het is ook vaak een reactie die voortkomt uit verrassing en verbazing. Hebben echt zóveel vrouwen last van seksueel grensoverschrijdend gedrag?

Het is een ervaring die noopt tot zelfreflectie. Heb ik zelf wel eens de grenzen opgezocht of heb ik de grenzen van een ander overschreden? En hoe kan ik mijn gedrag op zo’n manier aanpassen dat ik de grenzen van anderen respecteer en dat ook duidelijk communiceer? Vragen als deze zijn tegelijkertijd oorzaak en gevolg van een toenemende bereidheid om te luisteren naar slachtoffers. Erkenning, en het geloven van slachtoffers, is een heel belangrijke eerste stap.

Daarnaast is wat mij betreft het belangrijkste effect van de #metoo movement dat er momentum lijkt te zijn voor nieuwe procedures, nieuw beleid, en nieuwe wetgeving. Natuurlijk is er ook een tegenbeweging, en zien we bij velen een soort #metoo-moeheid ontstaan, maar er is wel degelijk iets groots in gang gezet door Tarana Burke, en later Alyssa Milano en vele, vele anderen.

Je ziet allerlei bewegingen ontstaan die niet direct gekoppeld zijn aan #metoo, maar wel passen binnen de wereldwijde aandacht voor seksueel geweld. Zo is er op dit moment in Zuid-Afrika iets bijzonders gaande. Vierentwintig jaar geleden beloofde de eerste post-Apartheid regering een prioriteit te maken van gendergerelateerd geweld. Maar tot op heden is dat slechts bij wat vage beloften gebleven en is er enorm veel seksueel geweld in het land.

En nu lijkt er een “perfecte storm” te ontstaan. De val van president Jacob Zuma*, die zelf was beschuldigd van verkrachting, en de komst van een opvolger die genderongelijkheid en -gerelateerd geweld wel serieus lijkt te nemen – Cyril Ramaphosa – plus het dreigende wegvallen van internationale financiering voor lokale NGO’s, heeft een beweging in gang gezet die échte verandering wil afdwingen. Een brede coalitie van lokale organisaties die hulp bieden aan slachtoffers van seksueel geweld, heeft een lijst van vierentwintig eisen opgesteld, en om die ingewilligd te krijgen, organiseert ze bijeenkomsten, demonstraties, en zelfs een grote landelijke staking, onder de naam “Total Shutdown”**. Waar dit alles toe gaat leiden is nog onduidelijk, en de organisaties zelf lijken ook verrast, maar er broeit iets. Men lijkt te zeggen: we pikken het niet langer en we gaan net zo lang door tot we échte verandering zien.

Het is een bijzondere beweging die hopelijk ook inspiratie biedt aan anderen, over de hele wereld. Inspiratie voor hen die beter beleid en meer veiligheid voor met name vrouwen willen afdwingen. Zowel in Zuid-Afrika als in andere landen, maar ook binnen organisaties en bedrijven, lijkt er momentum te zijn dat mensen de kracht en kans geeft om te zeggen: tot hier en niet verder. En omdat steeds meer mensen bereid zijn om te luisteren, ontstaan er kansen die kunnen leiden tot verandering. We weten dat het gebeurt, we weten dat het op grote schaal gebeurt, nu gaan we eindelijk écht eens iets doen aan seksuele intimidatie en seksueel geweld.

 

* In een controversiële rechtszaak werd Zuma uiteindelijk vrijgesproken, omdat het hof besloot dat de geslachtsgemeenschap consensueel was. Wat overigens een pikant (lees: schandalig) detail in de zaak is, betreft de opmerking van Zuma dat hij wel wist dat zijn beschuldiger HIV-positief was, maar dat hij direct na de daad een douche genomen had, om de risico’s te beperken. Een opmerking die fel bekritiseerd is door HIV/AIDS-organisaties.

** Met dank aan Paula Vermuë, die nu onderzoek doet in Kaapstad en mij wees op het bestaan van de Total Shutdown. Zie: http://thetotalshutdown.org.za/