Blog 18. Patrick Engels: Geweld is een mannenprobleem

Aanpakken van geweld kan niet zonder de sociale normen en de heersende moraal positief te veranderen en mannen te betrekken als onderdeel van de oplossing.

‘’Tijd voor een kritische zelfreflectie op eigen gedrag en cultuur.’’

 

Wereldwijd verliezen 1,4 miljoen mensen elk jaar hun leven door geweld. Voor elke persoon die sterft als gevolg van geweld, raken nog veel meer mensen gewond en lijden aan fysieke, seksuele, reproductieve en mentale gezondheidsproblemen. Nederland staat op nummer drie in Europa als het gaat om geweld tegen vrouwen. Ruim 45% van de vrouwen in Nederland heeft (seksueel) geweld meegemaakt, en gezien het grote aantal incidenten dat niet wordt gerapporteerd en gemeld ligt dat percentage waarschijnlijk nog hoger. Een ander confronterend feit is dat negen op de tien plegers van geweld man is. Niet alle mannen zijn daders, maar te veel daders zijn wel mannen – wat betekent dat mannen niet enkel het probleem zijn maar juist ook onderdeel van de oplossing kunnen worden. Om te beginnen niet langer passief te blijven, het zwijgen erover te doorbreken en zich uit te spreken tegen geweld tegen vrouwen.

 

Gedrag: een sociaal construct

Het gebruik van geweld, en de acceptatie ervan, hangt samen met heersende traditionele normen, waarden en beelden die gekoppeld zijn aan mannen en mannelijkheid. Die sociale normen vormen onze persoonlijkheidseigenschappen en gedrag vormen. Ons gedrag is dan ook een sociaal construct en wordt beïnvloed wordt door sociaal-culturele factoren als opvoeding, wensdenken, heersende stereotypen en groepsdwang.

 

‘’Gender is alles bepalend en schept de wereld waar we in leven.’’ 
-Raewyn Connell, Masculinities (1995)

 

Het begint al voor onze geboorte, wanneer een ‘gender reveal party’ bekend maakt of wij als meisje of jongetje op de wereld komen. Het liefst in een warm roze of blauw bad aan decoraties, hapjes, drankjes en de binnenkant van de taart die het gender onthult. Hoera, je genderrol is vastgesteld!

Vanaf dat moment wordt er een lijn getrokken: aan de ene kant de jongens en de andere kant de meisjes. Die verdeling gaat gepaard een reeks opvattingen, verwachtingen en gedragsnormen. Dit gendersysteem bestaat uit sociale normen die allerlei menselijke kwaliteiten en eigenschappen labelt als ‘mannelijk’ of ‘vrouwelijk’ en daardoor de verschillen tussen mannen en vrouwen uitvergroot. Deze labels zijn cultureel bepaald door heersende stereotypes, en niet door het gedrag van de gemiddelde man of vrouw maar door ‘types’ die zich aan het ene of andere uiterste van het genderspectrum bevinden. Het gevolg hiervan is dat mensen een druk voelen zich anders te gedragen dan zij van nature zouden doen, zoals De Vrieze en Van Duin eerder beschreven names de Correspondent.

De sociale factoren, zoals hoe wij onze zonen en dochters aanspreken, aanmoedigen en dus opvoeden, blijken veel krachtiger dan eerder werd gerealiseerd. Dit beschrijft Lise Eliot in haar boek Pink Brain, Blue Brain, dat in 2010 werd gepubliceerd. Ook Amerikaanse psycholoog Janet Shibley Hyde toonde middels een klassiek grafiek aan dat er weliswaar een verschil is tussen de twee seksen, maar dat de overlap tussen mannen en vrouwen veel groter is.

Mannen en mannelijkheid

‘’Mannelijkheid’’ verwijst dan ook naar bepaalde eigenschappen, gedragingen en rollen die geassocieerd worden met mannen. Al die associaties samen vormen een mannelijkheidsnorm die voorschrijft hoe mannen zich zouden moeten gedragen. En dat is vooral stoer, dominant, seksueel en vastberaden. Een man moet volgens de norm vooral geen ‘vrouwelijk’ gedrag – emotie, empathie en zorgzaamheid – tonen. Al vanaf jonge leeftijd wordt het gedrag dat toegeschreven is aan het andere gender afgekeurd. Door opmerkingen als ‘’Niet huilen! Je bent toch een stoere jongen?’’ worden jongens van jongs af aan geleerd dat emotie tonen niet gewenst is. Naarmate jongens ouder worden krijgen ze nog meer afkeurende en corrigerende opmerkingen als ‘watje’, ‘mietje’, ‘pussy’ of ‘homo’ naar hun hoofd geslingerd. En is je mannelijkheid aangetast en wil je deze stempel(s) ontwijken dan gooi je – mannen onder elkaar – gewoon een seksistische grap over het andere gender erin. Zoals ik een tijd geleden op mijn werk meemaakte: Er stapten twee mannen in pak al pratend in de lift, waarbij de één spottend vroeg: ‘’Wat zou zij (vrouwelijke collega) gedaan hebben om op jonge leeftijd al zo’n hoge functie te bekleden?’’ Waarop de ander lachend zei, ‘’Pijpen zeker!’’ 

 

Bewust of onbewust rekenen mannen elkaar af op het niet voldoen aan de heersende norm, en vertonen ze compenseergedrag dat voortkomt uit een alledaagse mannelijkheidsangst: de angst niet mannelijk, sterk, stoer, grappig, leuk of goed genoeg te zijn. Het continue moeten bewijzen van je mannelijkheid uit zich in gedrag als ‘’onschuldige’’ kleedkamerpraat, seksistische grappen, homo-fobische uitlatingen, (straat)intimidatie, aanranding, mishandeling of erger. Zolang anderen je ‘’mannelijkheid’’ maar niet in twijfel trekken en je bestempelen als ‘vrouwelijk’ of ‘homoseksueel’.

 

‘’Mannen vertonen compenseergedrag dat voortkomt uit
een alledaagse mannelijkheidsangst.’’

 

Die heersende traditionele mannelijkheidsnorm is rigide. Hij leert mannen dat een echte man altijd en overal paraat ‘hoort’ te staan en bereid moet zijn om geweld te gebruiken – en zo niet, te ondergaan – ter verdediging van anderen, vaderland of eigen eer, of om eigen positie en identiteit te versterken. Geweld is daarmee een mannen en/of mannelijkheidsprobleem. Het vindt plaats in een context die seksisme, genderongelijkheid en geweld bagatelliseert, normaliseert en uitlokt. In onze samenleving, waarin die traditionele mannelijkheidsnorm geldt, is competitie, strijd en gewelddadige mannelijkheid normaal.

Geweld kent verschillende vormen die aan elkaar zijn gerelateerd, zoals te zien in de piramide. Alle vormen van geweld dragen op hun manier bij aan het in stand houden van een ‘geweldscultuur en het patriarchaat.

Mannenemancipatie onmisbaar

Tegelijkertijd is dat patriarchaat ook voor mannen niet goed. De zelfdodingscijfers en het alcohol-, en drugsmisbruik onder mannen liegen er niet om. Uit onderzoek blijkt dat dit komt doordat mannen gevangen zitten in het idee dat ze altijd sterk moeten zijn. ‘’The first act of violence that patriarchy demands of males is not violence towards women. Instead patriarchy demands of all males that they engage in acts of psychic self-mutilation, that they kill off the emotional parts of themselves. If an individual is not successful in emotionally crippling himself, he can count on patriarchal men to enact rituals of power that will assault his self-esteem,’’ aldus Bell Books.

 

Veel problemen van mannen op persoonlijk, sociaal en politiek vlak (waaronder geweld) hebben te maken met genderongelijkheid. Mannen dienen betrokken te worden als onderdeel van de oplossing door hen aan te spreken op zowel hun verantwoordelijkheid als hun persoonlijke belang bij emancipatie. Mannenemancipatie is dan ook onmisbaar om gelijkwaardigheid te creëren tussen man en vrouw. En ook mannen hebben baat bij gelijkwaardigheid, gelijkheid en individuele keuzevrijheid betreft identiteit, werk en zorg. Nu wordt hen van jongs af aan geleerd om dominant te zijn en geen gevoelens te mogen uiten, en daarmee hun menselijke kant te onderdrukken.

Om mannelijkheid inclusiever te maken moeten traditionele genderrollen en de giftige heersende norm losgelaten worden. Mannelijkheid komt namelijk voor in diverse vormen en maten. Man-zijn draait veel meer om empathie, samenwerken, en een gezonde balans en verbinding tussen kracht en kwetsbaarheid. Tot nu toe zijn mannen op het gebied van emancipatie altijd een beetje achtergebleven, waardoor er nog een wereld te winnen is.

 

Op naar bloeiende mannelijkheid!