Blog 7. Laurens Kleijntjens: Boys will be boys?

Dit is blog 7 in de White Ribbon-blogmarathon. Ook meebloggen tegen geweld tegen vrouwen? Kijk hier.

Een aantal jaar geleden kwam een vriendin naar mij toe met een verhaal dat me altijd is bijgebleven. Ze vertelde mij dat ze op de fiets op weg naar haar werk werd lastig gevallen door een groep jongens. Ze gingen naast haar fietsen en maakten seksueel intimiderende opmerkingen. Hier was ze niet van gediend en dat maakte ze duidelijk door er iets van te zeggen. Hierop werden de jongens alleen maar nóg dreigender en ze probeerden haar van haar fiets af te duwen. Ze noemden haar een “vuile slet” en gedroegen zich als wilde beesten, jagend op hun prooi. Gelukkig wist ze aan hen te ontsnappen door aansluiting te vinden bij een grote groep fietsers. Op haar werk aangekomen was ze nog zichtbaar van slag. Een mannelijke collega vroeg wat er aan de hand was, dus ze vertelde hem wat haar zojuist was overkomen. Het is echter niet hetgeen deze vriendin heeft meegemaakt wat mij is bijgebleven. Helaas is dit geen uitzonderlijk verhaal want veel vrouwen maken dagelijks soortgelijke dingen mee. Het was de reactie van haar collega die ik niet ben vergeten: “Ooh”, zei hij, op een manier alsof haar ervaring hem teleurstelde, “Ja, zo zijn mannen nu eenmaal.”, vervolgde hij. Met andere woorden: “Wat zeur je? Wen er maar aan.”

Toen deze vriendin mij dit vertelde, voelde ik in eerste instantie twee dingen. Ten eerste vond ik het belachelijk dat hij in plaats van begrip te tonen een antwoord gaf dat impliceert dat ze zich aanstelde. Hij nam haar niet serieus. Ten tweede voelde ik me persoonlijk aangevallen door zijn generaliserende uitspraak “zo zijn mannen nu eenmaal”. Als er íets is waar ik een hekel aan heb dan is het dit soort machogedrag. Vrouwen op straat lastig vallen omdat ze er leuk uitzien, ik heb het nooit begrepen. Ik heb nooit de behoefte gevoeld om een mooie vrouw na te fluiten of een opmerking naar haar te roepen. Ik vraag me wel eens af of deze mannen serieus denken dat ze hiermee een vrouw kunnen scoren. Dat als je een meisje ziet lopen en naar haar toetert, dat ze dan denkt “Hé, dat is een leuke vent” en instapt. Misschien vinden je vrienden het stoer als je zoiets doet en bezwijk je onder groepsdruk, maar gek genoeg zijn het ook vaak mannen die alleen zijn. Onbegrijpelijk.. Maar het was vooral die uitspraak “mannen zijn nu eenmaal zo” waarover ik nog vaak nadenk. “Boys will be boys; het zit in de natuur van de man, in onze biologische aard.” In 2017 kwam Sire met de opmerkelijke campagne ‘Laat jij jouw jongen genoeg jongen zijn?’, gericht aan opvoeders. Al deze uitspraken gaan van één simpele gedachte uit: Mannen zijn mannen en vrouwen zijn vrouwen. Daar zit blijkbaar niets tussen. Mannen komen van Mars en vrouwen van Venus. Kortom, mannen en vrouwen worden constant tegenover elkaar geplaatst en de verschillen tussen hen worden keer op keer benadrukt. Biologie of natuur wordt telkens genoemd als verklaring voor de verschillen tussen man en vrouw. Dit brengt een heleboel grote gevaren met zich mee en heeft verwoestende gevolgen, waarop ik in deze blog verder zal ingaan.

Op de eerste plaats wil ik het hebben over het gevaar van verwarring tussen cultuur en natuur. Door mannen en vrouwen in twee tegenover elkaar staande groepen te verdelen, zeg je eigenlijk dat alle mannen hetzelfde zijn en alle vrouwen hetzelfde. Dit is ook meteen het probleem van gendernormen. We zien bepaalde eigenschappen als mannelijk en andere als vrouwelijk. Zo zijn eigenschappen die onze maatschappij aan mannen toebedeelt bijvoorbeeld: stoer, sterk, onafhankelijk, dominant en competitief. Vrouwelijke eigenschappen zijn daarentegen zorgzaam, lief, empathisch, zachtaardig en emotioneel. Mannen bezitten de mannelijke eigenschappen en vrouwen de vrouwelijke eigenschappen. Als je daarvan afwijkt en als man bijvoorbeeld zorgzaam en emotioneel bent, val je buiten het maatschappelijke beeld van een “echte man”. Het gevolg is dat je een ‘mietje’ wordt genoemd. Vrouwen die te veel zogenaamd mannelijke eigenschappen vertonen, worden voor ‘manwijf’ of ‘bitch’ uitgemaakt. Het spreekt voor zich dat het hier om menselijke eigenschappen gaat die zowel mannen als vrouwen kunnen bezitten, maar door deze strikte gendernormen worden mensen behoorlijk beperkt in hun menselijke ontwikkeling. Dankzij vrouwenemancipatie zijn vrouwen echter steeds meer opgeschoven naar het “mannelijke domein”. Zo hebben vrouwen al lang en breed bewezen dat zij net zo goed als mannen thuishoren op de arbeidsmarkt, in de wetenschap, politiek, sportwereld, enz. Ook vrouwen bezitten over leiderschap, lef, technisch inzicht en alle andere eigenschappen die traditioneel enkel werden voorbehouden aan mannen. Andersom heeft er echter geen verschuiving plaatsgevonden. Waarom dit zo is, kom ik later op terug. Mannen zijn niet gaan emanciperen en zijn in hun beperkende rol blijven hangen, met alle gevolgen van dien. Mannen die zogenaamd vrouwelijke eigenschappen vertonen, worden als zwak gezien. Kwetsbaarheid tonen als man is nog steeds een groot taboe.

Hoewel er zeker enkele biologische verschillen bestaan tussen mannen en vrouwen zijn het gendernormen die de verschillen veel groter maken dan dat ze daadwerkelijk zijn. Zoals ik al aangaf zorgt de nadruk op verschillen ervoor dat alle mannen op één hoop worden gegooid, net als alle vrouwen. “Mannen zijn geboren leiders” is een uitspraak die nergens op slaat, want de ene man is een goede leider en de andere totaal niet. Hetzelfde geldt voor vrouwen. Tussen mensen onderling zijn hele grote verschillen. Zo zijn er dus ook hele grote verschillen tussen mannen onderling. Die onderlinge verschillen zijn veel groter dan de verschillen tussen mannen en vrouwen. Tussen mannen en vrouwen zijn juist veel meer overeenkomsten dan verschillen. Het is dus complete onzin om mannen en vrouwen telkens met elkaar te vergelijken. Maar schijnbaar vinden we die wedstrijd tussen de seksen ontzettend interessant. Bijna dagelijks zie ik wel pseudowetenschappelijke artikelen voorbijkomen waarin wordt beweerd dat mannen beter zijn in dit en vrouwen in dat. Het probleem is dat we zó gefocust zijn op de scheiding van mensen in vrouw en man, dat we gendernormen zijn gaan zien als feitelijke waarheden. We zien het als natuur in plaats van cultuur. En zodra je cultuur gaat verwarren met natuur krijg je problemen. Onze geschiedenis toont keer op keer de gevaren van het verwisselen van natuurlijke en door de cultuur aangeleerde eigenschappen; nature en nurture. Racisme, kolonialisme, slavernij en de Holocaust zijn enkele voorbeelden die me zo te binnen schieten. Een bepaalde groep mensen plaatst zich boven een groep andere mensen omdat ze zich superieur achten. De natuur heeft volgens hen bepaald wie de Übermenschen zijn en wie de Untermenschen. Deze gevaarlijke gedachtes legitimeren dus ongelijkheid. En zo kom ik op mijn volgende punt: door gendernormen als natuurlijke eigenschappen te beschouwen, houden we genderongelijkheid in stand.

Vaak wordt gedacht en beweerd dat we in Nederland inmiddels gelijkheid hebben bereikt tussen mannen en vrouwen. Helaas is dit maar zeer ten dele waar. De eigenschappen die we als mannelijk zien worden in onze maatschappij hoger gewaardeerd dan de eigenschappen die we als vrouwelijk zien. Mannelijkheid is het hoogste dat je kan bereiken; het betekent succes en aanzien. Om je als “echte” man te kunnen identificeren dien je vooral ‘niet vrouwelijk’ te zijn. Aan deze mannelijkheidsnormen word je kwaliteit als man afgemeten. Daarbij hoort dus dat je het “vrouwelijke” afkeurt en beschimpt. Mannen die hun tranen laten zien zijn watjes. Mannen die ervoor kiezen om een groot aandeel in het huishouden op zich te nemen, zitten onder de plak. Mannen die met veel vrouwen naar bed gaan, waarmee ze hun mannelijkheid bewijzen, zijn stoer. Vrouwen die met veel mannen het bed delen zijn daarentegen een hoer. Onze kinderen groeien op in een maatschappij waarin het geaccepteerd is dat vrouwen een ‘slet’, ‘hoer’ of ‘kech’ worden genoemd. In muziekteksten en videoclips zien ze hoe vrouwen hoofdzakelijk worden weggezet als geobjectiveerde pleasers van mannen. Een onafhankelijke vrouw die voor haar mening durft uit te komen is een bitch of een feminist. En een feminist, die voor gelijkwaardigheid strijdt, is een mannenhater. Als een vrouw een hoge functie heeft, dan zal ze daar wel ‘iets’ voor hebben gedaan. Diezelfde vrouw is een slechte moeder omdat ze voor een carrière koos; ze is een carrièrevrouw. Carrièrevrouwen worden gezien als koud, emotieloos en berekenend. Zij houden zich niet aan de gendernorm van de zorgende vrouw. Trouwens ooit gehoord van een carrièreman? Op straat worden vrouwen dagelijks nagefloten of op andere (vaak ergere) manieren lastig gevallen. Maar het gebeurt niet alleen op straat, in de kroeg of op het werk. Zelfs onze leiders, die het goede voorbeeld zouden moeten geven, maken zich er schuldig aan. De man die zei dat je vrouwen maar gewoon in hun kruis moet grijpen en dat later “rechtvaardigde” als onschuldige kleedkamerpraat hangt nu zijn kleren op in het Witte Huis. En wat dacht je van de ophef die telkens ontstaat als er over genderneutraliteit wordt gesproken? In ons land wordt moord en brand geschreeuwd als we het hebben over genderneutrale omroepen in de trein, gendervrije kleding bij de Hema en onlangs nog genderneutraal speelgoed. En zo kan ik nog wel even doorgaan.

Het mag duidelijk zijn dat de ongelijkheid tussen mannen en vrouwen nog aan de orde van de dag is. Hoewel vrouwen in 100 jaar grote stappen hebben gemaakt in hun emancipatie maken seksisme en genderongelijkheid onverminderd deel uit van onze cultuur. We zijn het als normaal gaan zien en beseffen niet wat voor schade we aanrichten met onze denkbeelden en gedrag. Seksistisch gedrag wordt in onze cultuur genormaliseerd, gebagatelliseerd en gelegitimeerd. Al zullen de meeste mannen het niet eens zijn met geweld tegen vrouwen, zij dragen er wel dagelijks aan bij door aan dit gedrag mee te doen of ervan weg te kijken. Al de bovengenoemde voorbeelden zijn namelijk ook vormen van geweld tegen vrouwen. En daadwerkelijk fysieke en seksuele mishandeling vindt plaats in deze context, in de cultuur van genderongelijkheid en seksisme. Hoewel de meer ernstige vormen van geweld tegen vrouwen op brede maatschappelijke afkeuring kunnen rekenen, mogen deze daden niet los worden gezien van onze cultuur. De daders van geweld groeien namelijk op in een cultuur die ze leert dat vrouwen minderwaardig zijn aan mannen. Een cultuur waarin je als man wordt gewaardeerd en beloond voor seksistische opmerkingen en gedrag. Een cultuur waarin je aanzien krijgt en stijgt op de maatschappelijke ladder door schadelijk machogedrag te vertonen. Kijk naar Trump; je kan er zelfs president mee worden. De opdracht die we aan jongens meegeven is duidelijk: hoe meer je je als “echte man” gedraagt, hoe meer succes je zult krijgen. Is dit de manier waarop we onze zoons willen opvoeden? Met het idee dat onze dochters minder waard zijn, omdat ze toevallig tot het andere geslacht behoren? Is het nu eenmaal onze natuur dat we vrouwen zo behandelen? Zijn mannen van nature de betere soort en vrouwen een subcategorie? Bijna niemand zal het hier mee eens zijn, maar waarom gedragen we ons er dan wel naar? Vrouwenemancipatie zal nooit voltooid zijn als mannen zich niet ook gaan emanciperen.

Denk dus goed na voordat je de volgende keer “boys will be boys” zegt. Want als er één ding is dat wel degelijk in onze natuur zit en waarmee we ons ook onderscheiden van diezelfde natuur, dan is het ons vermogen om kritisch naar onszelf te kijken en te leren van onze fouten. Als we dat niet zouden doen, komen we geen stap vooruit. En stilstand is in deze achteruitgang, dat moge duidelijk zijn. Meelopen, niets doen, zwijgen, wegkijken; het is een makkelijke houding. Maar als je het probleem ontkent of negeert en alles gewoon laat gebeuren, ben je zelf ook onderdeel van het probleem, ook al doe je er zelf niet actief aan mee. Je hoeft zelf geen geweld te gebruiken maar als je het laat gebeuren, creëer je de ruimte ervoor; je faciliteert geweld. Dat geldt niet alleen voor seksisme en geweld tegen vrouwen, maar ook voor bijvoorbeeld racisme en homofobie. Als je de mensen om je heen nooit aanspreekt of je nooit uitspreekt tegen ongewenst gedrag zal er nooit vanzelf een einde aan komen. Het wordt tijd dat mannen meer verantwoordelijkheid gaan nemen en kritischer naar zichzelf gaan kijken. We moeten ons minder druk maken om de vraag of we wel echte mannen zijn en ons meer zorgen gaan maken om wat we aanrichten met ons machogedrag. Volgens de maatschappelijke norm betekent dat dan misschien dat je geen “echte man” bent. Maar in werkelijkheid betekent “echte man” dus een zwak, laf en egoïstisch mens. In die zin zou je kunnen zeggen dat de “echte mannen” juist de mietjes zijn, en andersom! Want de mannen die tegen de stroom in durven zwemmen en zich actief inzetten voor verandering en een betere wereld, dat zijn de mannen die lef, kracht, vastberadenheid en verantwoordelijkheid tonen. Zij zijn de rolmodellen die onze jongens nodig hebben. We moeten met zijn allen de kwaliteit van mannen niet langer afmeten aan hun mannelijkheid, maar in plaats daarvan aan hun menselijkheid. Dit zullen de mannen van morgen zijn..

…Dus laten we vandaag beginnen!

 

Laurens Kleijntjens studeerde cultuurwetenschappen aan Tilburg University. Sinds 2017 is hij werkzaam bij Feniks Emancipatie Expertise Centrum in Tilburg. In 2019 is Feniks gestart met het op mannenemancipatie gerichte project ‘Mans Genoeg’, waarvan Laurens projectleider is. Kijk voor meer info op www.fenikstilburg.nl