Blog 20. Jos van der Schot: Waarom mannen zich niet uitspreken

“Hoe kunnen we de stem van mannen in het debat over geweld tegen vrouwen (het #MeToo-debat) vaker en luider laten klinken?” Dat was de centrale vraag waarmee we dit jaar de tweede blogmarathon startten. Het is een vraag die me al de nodige jaren bezighoudt. De meeste mannen in mijn omgeving vinden geweld tegen vrouwen onacceptabel, maar om zich er publiekelijk over uit te spreken …

Het mannelijke zwijgen

Wat maakt dat mannen zich niet roeren in dit debat? Uiteraard zijn er mannen die de #MeToo-situatie niet herkennen of afdoen als een incident, maar zelfs de mannen die zich bewust zijn van de aard en ernst van een gebeurtenis, zwijgen vaak. Toen de Amerikaanse feminist Jackson Katz de vraag kreeg voorgelegd in een televisie-interview gaf hij vier verklaringen: 1) ze weten niet wat te zeggen; 2) ze zijn bang de verkeerde dingen te zeggen; 3) ze zijn bang dat ze aan mansplaining doen (iemand die iets uitlegt aan een ander, die er vaak meer van weet); of 4) ze zijn bang status te verliezen bij hun peers. Kort samengevat zijn deze mannen onzeker en doen er daarom maar het zwijgen toe.

Rebecca Solnit maakt in haar essay Een korte historie van het zwijgen onderscheidt tussen stilte en zwijgen. “Zwijgen doet mensen lijden zonder verhaal, maakt dat leugens groeien en gedijen en misdaden onbestraft blijven.” Ze maakt ook een onderscheidt tussen het zwijgen van mannen en van vrouwen. Vrouwen zwijgen omdat ze geleerd hebben niet te worden gehoord, terwijl mannen zwijgen om daarvoor iets terug te krijgen. “Van mannen wordt een ander soort zwijgen verwacht dan van vrouwen. Je kunt je het toezicht op de seksen voorstellen als het opleggen van wederzijds zwijgen, en dan herken je in het zwijgen van de man een ruiloffer voor macht en lidmaatschap.”

Macho paradox

In die zin vraagt het spreken van mannen, met name als andere mannen zich misdragen, lef. Dat noemt Katz de Macho Paradox. Waar denigrerend en grensoverschrijdend gedrag als macho wordt gezien en mannen in veel situaties een hogere status geven, is het veel krachtiger als een man opstaat en het gedrag van deze macho’s afkeurt en afremt. In zijn boek The Macho Paradox – Why some men hurt women and all men can help geeft hij een lijst van tien dingen die een man kan doen.

 


Ten things men can do to prevent gender violence

 

De kern ervan is dat we geweld tegen vrouwen moeten zien als mannenvraagstuk. Mannen zijn daarbij niet alleen dader, maar ook empowered bystander. Dat betekent dat wij, mannen, niet de andere kant op kijken bij misbruik, seksisme en homofobie, maar ons uitspreken en in actie komen. Daarvoor moeten we ons bewust zijn van onze eigen houding en gedrag en ons daarin continue moeten scholen. Praktisch vraagt het om de verbinding aan te gaan met vrouwen en groepen die seksisme bestrijden en om geen geld te besteden aan artikelen of lidmaatschappen van mensen die seksisme in stand houden en versterken. Tot slot, wees een mentor en leraar voor jongens en laat ze zien hoe je een man kunt zijn op een manier die vrouwen niet vernedert of misbruikt.

Lef

Het is een lijst met (mannelijke) waarden, waar niemand tegen kan zijn. Gelijktijdig is het een to-do-lijst die eist dat je altijd op je hoede moet zijn. Want de meeste mannen hebben het tegendeel geleerd, zien het dagelijks om zich heen en worden door hun omgeving beloond voor het verkeerde gedrag.

Heb het lef om je uit te spreken. Ik doe dat, zowel in geschreven teksten als in – vaak spannende – situaties waar mannen over de schreef gaan. Mijn ervaring is dat het me waardering oplevert, zowel van anderen als van mezelf. Het heeft me een gelukkiger man gemaakt.

 

Spreken en luisteren

Dat mannen stoppen met zwijgen is een voorwaarde voor het creëren van een gelijkwaardigere wereld. Minstens zo belangrijk is het (blijven) luisteren. De Zweedse hoogleraar organisatiestudies, Carl Cederström besloot zich een maand op te sluiten met feministische klassiekers. Hij schreef hier in de Guardian een prachtig stuk over (How to be a good man: what I learned from a month reading the feminist classics, https://www.theguardian.com/world/2018/oct/02/how-to-be-good-man-me-too-month-reading-feminist-classics). Misschien een idee om de komende donkere dagen te verlichten. Hier nog een aantal titels die mij hebben geïnspireerd om niet langer te zwijgen.

 

  • Jackson Katz: The Macho Paradox – How some men hurt women and all man can help.
  • Rebecca Solnit: A short history of silence (in The mother of all questions; ook in Nederlandse vertaling te krijgen: Een korte historie van het zwijgen, in De moeder aller vragen)
  • Susan Brownmiller: Against our will – Men, women and rape.
  • Susan Falludi: Backlash – The Undeclared War against American Women; en Stiffed – The Betrayal of the American Man.
  • Jens van Tricht: Waarom feminisme goed is voor mannen.

Blog 19. Yuri Ohlrichs: Kunnen we alsjeblieft naar elkaar blijven luisteren als het over mannelijkheid gaat?

Beste Jens,

Onlangs had ik mij thuis comfortabel geïnstalleerd op de bank om een interview met Jordan Peterson te kijken. Het was ‘t gesprek dat vooraf veel stof deed opwaaien en leidde tot een verontwaardigde brief van verontruste studenten en universiteitsstaf. Zij verzochten de organisatie dringend om een referent die tegenwicht kon bieden aan de ‘conservatieve, patriarchale, anti-feministische, anti-klimaatwetenschappelijke, politiek incorrecte wereldbeschouwing’ van Peterson.

Om verschillende redenen moest ik aan dit interview denken toen ik jouw blog las over het najaarscongres van de Nederlandse Wetenschappelijke Vereniging Voor Seksuologie (NVVS). Als NVVS-bestuurslid en voorzitter van het wetenschappelijk congrescomité was ik nauw betrokken bij de organisatie en facilitatie van die dag. Deze blog schrijf ik echter op persoonlijke titel.

De titel van het najaar congres luidde ‘Was will der Mann?’. Je was gevraagd zitting te nemen in het slotdebat van de middag. Dit omdat je een gewaardeerde deelnemer bent in de maatschappelijke discussie over gender en mannelijkheid in het bijzonder. Hoewel de samenstelling van het panel voor jou niet de makkelijkste was, is het je volgens mij en vele congresbezoekers gelukt jouw punten te maken. Al besefte ik dat de discussie meer in balans was geweest met een tweede panellid die de visie van de Emancipator deelde.

Vlak voordat het congres begon, publiceerde je jouw blog. Daarin typeer je jouw drie medepanelleden in twee zinnen en zet ze in een hoek voordat jullie het gesprek aangingen. Dit was mijn eerste associatie met het interview van Peterson. Zijn vooraf beschreven, door de UvA-briefschrijvers verafschuwde wereldbeschouwing, zag ik niet terug in het televisiegesprek. Als ik me verbaasde, of ergerde, was het over het gebruik van mistig jargon als ‘cultureel marxisme’ en andere vaagheden.

 

Ik ken zijn werk en uitspraken niet maar ik veronderstel dat hij dingen schrijft die haaks staan op hoe jij en ik over mannelijkheid denken. Echter, in het interview op de UvA hoorde ik deze niet. Jordan sprak uit een ander hokje dan waarin zijn critici hem daags eerder hadden geplaatst.

Ook dacht ik bij het lezen van jouw blog terug aan het moment waarop een studente Peterson vroeg wat hij vindt van ‘toxic masculinity’. In haar vraag meende ik enig verwijt te horen. Jordan’s reactie was duidelijker dan al zijn socio-psycho jargon van daarvoor. Hij vroeg de studente wat ze precies bedoelde met het genoemde begrip. Nadat zij dit stamelend probeerde uit te leggen, wees Jordan alle soorten giftig gedrag op het hele genderspectrum af.

Dit korte gesprekje illustreerde precies wat er volgens mij vaak misgaat in het debat over mannelijkheid, #metoo en andere gevoelige thema’s: polarisatie door ongenuanceerde uitspraken, eenzijdige belichting van knelpunten en problemen, onwil om te luisteren naar of contact te maken met elkaar. Iets dat ik ook (deels) meende te herkennen in jouw blog. Ik zal dit toelichten, te beginnen met jouw kritiek op de titel van het congres.

 “Was will der Mann?”. Tussen aanhalingstekens dus. Een ironiserende parafrase met dito afbeelding op Freud’s uitspraak ‘Was will das Weib?’. Freud deed deze vermoedelijk in een gesprek met vriendin Marie Bonaparte, die ook bij hem onder behandeling was. ‘De grote vraag, die nooit beantwoord is en waarop ik ondanks de dertig jaren dat ik de vrouwelijke ziel heb bestudeerd, nog geen antwoord hebben kunnen vinden, is `wat wil de vrouw’. Aldus zijn biograaf Ernst Jones.

Wat wil die ene man nu eigenlijk? Kunnen we dat voor eens en altijd oplossen?! Laten we het over de verschillen tussen mannen hebben? Over diversiteit?”, vraag jij je af bij de naam van het congres. Als er één beroepsgroep is die dagelijks ervaart hoe mannen verschillen en overeenkomen, is het die van de NVVS-seksuoloog. Tijdens gesprekken met mannen – in het bijzijn van hun partners of alleen – zien mijn collega’s het hele spectrum aan mannelijkheid aan zich voorbijtrekken.

Bovendien, als zij wisten wat ‘die ene man’ wilde, was deze groep cliënten bediend en hadden seksuologen vele minder werk. Alle deelnemers aan het congres hebben dus met mannelijke diversiteit te maken en beseffen dat ‘de man’ niet bestaat. Het congres was bedoeld hen te inspireren hoe zij cliënten kunnen bewegen verder te kijken dan bestaande, knellende normen, waarden en verwachtingen rondom mannelijkheid. Net als jij, Jens.

Vervolgens schreef je daags voor het congres te zijn geïnformeerd over de mede-panelleden. Hun namen en die van jou stonden echter al sinds augustus in het congresprogramma op de NVVS-site. Je had je dus al veel eerder een hoedje kunnen schrikken!

Jouw medepanelleden op die congresmiddag vertegenwoordigen veel gedachten, gevoelens en verwachtingen van mannen waarmee NVVS-seksuologen te maken hebben. Helaas, en daar heb je een punt, heeft een minderheid van hun mannelijke cliënten een niet-westerse achtergrond. Dat zijn mijn collega-seksuologen en ik ons bewust. De oorzaken zijn divers: psychosociaal, cultureel en economisch. Het wereldwijd traditionele en hardnekkige beeld van een man is er ook één: “Echte mannen lossen zelf hun eigen problemen op en hebben nooit last van erectiestoornissen of seksproblemen”.

Niet gerepresenteerd in de spreekkamer en dus niet gerepresenteerd op het congres of in het panel…” schrijf je dan. Denk je dat een niet-westerse deelnemer op een ander dan het witte cis-hetero spectrum heel veel meer had toegevoegd die dag? Ongetwijfeld had zo iemand ook interessante perspectieven gegeven op die “boze witte man”. Het congres was echter bedoeld om “boze en andere witte mannen” zelf te laten horen.

Bovendien is mijn ervaring dat de mannen wereldwijd te maken hebben – of lijden onder – sterk overeenkomende stereotypen over mannelijkheid. Mannen mogen niet huilen, uiten geen gevoelens, zijn hetero, gezinshoofd, baas in bed, altijd geil, etcetera enzovoorts. In mijn werk als, onder meer, trainer in gendertransformatieve seksuele en relationele vorming, kom ik dat overal tegen; in Azië, Afrika en Nederland.

Tot slot, vroeg jij je in jouw blog af of we het die dag konden hebben over mannen die bang en verdrietig zijn. Het congres opende met een indrukwekkende presentatie van Nathan Vos, over mannen die suïcide hadden gepleegd en hun achterblijvende partners. Hoe veel banger en verdrietiger wil je het hebben?

Andere sprekers beschreven mannen die tegen alle eerdergenoemde stereotypen in hulp zochten en hadden gevonden. Gekwetste of kwetsbare, machteloze, verdrietige mannen die gelukkig verstandig – of moet ik zeggen ”dapper”- genoeg zijn om met een (vaak vrouwelijke!) hulpverlener de meest intieme problemen te gaan oplossen. Dus, om de laatste vraag in jouw blog te beantwoorden: ja, het ging tijdens “Was will der Mann” ook over “de fragiele menselijkheid van mannen die niets belangrijker vinden dan mannelijk zijn. Dus niet vrouwelijk”.

Beste Jens, ik snap dat je soms doodmoe wordt van het roepen tegen een storm van niet-luisterende mannen op die apenrots van ouderwetse, seksistische, eenzijdige en beperkende opvattingen over gender. Je doet dat goed, met veel geduld en respect – ook tijdens het debat aan het eind van “Wass will der Mann” op 30 november. Dat waardeer ik bijzonder in je. Toch zul je die gesprekken moeten blijven voeren denk ik, ook al is de weerstand nog zo groot. Met elkaar in gesprek gaan, meerdere perspectieven blijven onderzoeken en naar anderen luisteren is naar mijn mening nog steeds de beste strategie.

Ik hoop dat je door mijn blog snapt dat de meeste van jouw kritiek op het congres Was will der Mann wat voorbarig en – achteraf beschouwd – onnodig was.

Laten we vooral contact houden.

Met hartelijke groet,
Yuri

 

Yuri Ohlrichs is seksuoloog NVVS, trainer en consultant bij Rutgers, kenniscentrum seksualiteit. In ontwikkelde hij voor Rutgers programma’s voor jongens en gaf counseling aan minderjarige zedendelinquenten.Nederland, Afrika en Azië traint hij professionals in onderwijs en hulpverlening in het praten over seksualiteit met aandacht voor seksuele, religieuze en culturele diversiteit. Ter bevordering van respectvol, gezond en zorgzaam seksueel gedrag.

Blog 18. Patrick Engels: Geweld is een mannenprobleem

Aanpakken van geweld kan niet zonder de sociale normen en de heersende moraal positief te veranderen en mannen te betrekken als onderdeel van de oplossing.

‘’Tijd voor een kritische zelfreflectie op eigen gedrag en cultuur.’’

 

Wereldwijd verliezen 1,4 miljoen mensen elk jaar hun leven door geweld. Voor elke persoon die sterft als gevolg van geweld, raken nog veel meer mensen gewond en lijden aan fysieke, seksuele, reproductieve en mentale gezondheidsproblemen. Nederland staat op nummer drie in Europa als het gaat om geweld tegen vrouwen. Ruim 45% van de vrouwen in Nederland heeft (seksueel) geweld meegemaakt, en gezien het grote aantal incidenten dat niet wordt gerapporteerd en gemeld ligt dat percentage waarschijnlijk nog hoger. Een ander confronterend feit is dat negen op de tien plegers van geweld man is. Niet alle mannen zijn daders, maar te veel daders zijn wel mannen – wat betekent dat mannen niet enkel het probleem zijn maar juist ook onderdeel van de oplossing kunnen worden. Om te beginnen niet langer passief te blijven, het zwijgen erover te doorbreken en zich uit te spreken tegen geweld tegen vrouwen.

 

Gedrag: een sociaal construct

Het gebruik van geweld, en de acceptatie ervan, hangt samen met heersende traditionele normen, waarden en beelden die gekoppeld zijn aan mannen en mannelijkheid. Die sociale normen vormen onze persoonlijkheidseigenschappen en gedrag vormen. Ons gedrag is dan ook een sociaal construct en wordt beïnvloed wordt door sociaal-culturele factoren als opvoeding, wensdenken, heersende stereotypen en groepsdwang.

 

‘’Gender is alles bepalend en schept de wereld waar we in leven.’’ 
-Raewyn Connell, Masculinities (1995)

 

Het begint al voor onze geboorte, wanneer een ‘gender reveal party’ bekend maakt of wij als meisje of jongetje op de wereld komen. Het liefst in een warm roze of blauw bad aan decoraties, hapjes, drankjes en de binnenkant van de taart die het gender onthult. Hoera, je genderrol is vastgesteld!

Vanaf dat moment wordt er een lijn getrokken: aan de ene kant de jongens en de andere kant de meisjes. Die verdeling gaat gepaard een reeks opvattingen, verwachtingen en gedragsnormen. Dit gendersysteem bestaat uit sociale normen die allerlei menselijke kwaliteiten en eigenschappen labelt als ‘mannelijk’ of ‘vrouwelijk’ en daardoor de verschillen tussen mannen en vrouwen uitvergroot. Deze labels zijn cultureel bepaald door heersende stereotypes, en niet door het gedrag van de gemiddelde man of vrouw maar door ‘types’ die zich aan het ene of andere uiterste van het genderspectrum bevinden. Het gevolg hiervan is dat mensen een druk voelen zich anders te gedragen dan zij van nature zouden doen, zoals De Vrieze en Van Duin eerder beschreven names de Correspondent.

De sociale factoren, zoals hoe wij onze zonen en dochters aanspreken, aanmoedigen en dus opvoeden, blijken veel krachtiger dan eerder werd gerealiseerd. Dit beschrijft Lise Eliot in haar boek Pink Brain, Blue Brain, dat in 2010 werd gepubliceerd. Ook Amerikaanse psycholoog Janet Shibley Hyde toonde middels een klassiek grafiek aan dat er weliswaar een verschil is tussen de twee seksen, maar dat de overlap tussen mannen en vrouwen veel groter is.

Mannen en mannelijkheid

‘’Mannelijkheid’’ verwijst dan ook naar bepaalde eigenschappen, gedragingen en rollen die geassocieerd worden met mannen. Al die associaties samen vormen een mannelijkheidsnorm die voorschrijft hoe mannen zich zouden moeten gedragen. En dat is vooral stoer, dominant, seksueel en vastberaden. Een man moet volgens de norm vooral geen ‘vrouwelijk’ gedrag – emotie, empathie en zorgzaamheid – tonen. Al vanaf jonge leeftijd wordt het gedrag dat toegeschreven is aan het andere gender afgekeurd. Door opmerkingen als ‘’Niet huilen! Je bent toch een stoere jongen?’’ worden jongens van jongs af aan geleerd dat emotie tonen niet gewenst is. Naarmate jongens ouder worden krijgen ze nog meer afkeurende en corrigerende opmerkingen als ‘watje’, ‘mietje’, ‘pussy’ of ‘homo’ naar hun hoofd geslingerd. En is je mannelijkheid aangetast en wil je deze stempel(s) ontwijken dan gooi je – mannen onder elkaar – gewoon een seksistische grap over het andere gender erin. Zoals ik een tijd geleden op mijn werk meemaakte: Er stapten twee mannen in pak al pratend in de lift, waarbij de één spottend vroeg: ‘’Wat zou zij (vrouwelijke collega) gedaan hebben om op jonge leeftijd al zo’n hoge functie te bekleden?’’ Waarop de ander lachend zei, ‘’Pijpen zeker!’’ 

 

Bewust of onbewust rekenen mannen elkaar af op het niet voldoen aan de heersende norm, en vertonen ze compenseergedrag dat voortkomt uit een alledaagse mannelijkheidsangst: de angst niet mannelijk, sterk, stoer, grappig, leuk of goed genoeg te zijn. Het continue moeten bewijzen van je mannelijkheid uit zich in gedrag als ‘’onschuldige’’ kleedkamerpraat, seksistische grappen, homo-fobische uitlatingen, (straat)intimidatie, aanranding, mishandeling of erger. Zolang anderen je ‘’mannelijkheid’’ maar niet in twijfel trekken en je bestempelen als ‘vrouwelijk’ of ‘homoseksueel’.

 

‘’Mannen vertonen compenseergedrag dat voortkomt uit
een alledaagse mannelijkheidsangst.’’

 

Die heersende traditionele mannelijkheidsnorm is rigide. Hij leert mannen dat een echte man altijd en overal paraat ‘hoort’ te staan en bereid moet zijn om geweld te gebruiken – en zo niet, te ondergaan – ter verdediging van anderen, vaderland of eigen eer, of om eigen positie en identiteit te versterken. Geweld is daarmee een mannen en/of mannelijkheidsprobleem. Het vindt plaats in een context die seksisme, genderongelijkheid en geweld bagatelliseert, normaliseert en uitlokt. In onze samenleving, waarin die traditionele mannelijkheidsnorm geldt, is competitie, strijd en gewelddadige mannelijkheid normaal.

Geweld kent verschillende vormen die aan elkaar zijn gerelateerd, zoals te zien in de piramide. Alle vormen van geweld dragen op hun manier bij aan het in stand houden van een ‘geweldscultuur en het patriarchaat.

Mannenemancipatie onmisbaar

Tegelijkertijd is dat patriarchaat ook voor mannen niet goed. De zelfdodingscijfers en het alcohol-, en drugsmisbruik onder mannen liegen er niet om. Uit onderzoek blijkt dat dit komt doordat mannen gevangen zitten in het idee dat ze altijd sterk moeten zijn. ‘’The first act of violence that patriarchy demands of males is not violence towards women. Instead patriarchy demands of all males that they engage in acts of psychic self-mutilation, that they kill off the emotional parts of themselves. If an individual is not successful in emotionally crippling himself, he can count on patriarchal men to enact rituals of power that will assault his self-esteem,’’ aldus Bell Books.

 

Veel problemen van mannen op persoonlijk, sociaal en politiek vlak (waaronder geweld) hebben te maken met genderongelijkheid. Mannen dienen betrokken te worden als onderdeel van de oplossing door hen aan te spreken op zowel hun verantwoordelijkheid als hun persoonlijke belang bij emancipatie. Mannenemancipatie is dan ook onmisbaar om gelijkwaardigheid te creëren tussen man en vrouw. En ook mannen hebben baat bij gelijkwaardigheid, gelijkheid en individuele keuzevrijheid betreft identiteit, werk en zorg. Nu wordt hen van jongs af aan geleerd om dominant te zijn en geen gevoelens te mogen uiten, en daarmee hun menselijke kant te onderdrukken.

Om mannelijkheid inclusiever te maken moeten traditionele genderrollen en de giftige heersende norm losgelaten worden. Mannelijkheid komt namelijk voor in diverse vormen en maten. Man-zijn draait veel meer om empathie, samenwerken, en een gezonde balans en verbinding tussen kracht en kwetsbaarheid. Tot nu toe zijn mannen op het gebied van emancipatie altijd een beetje achtergebleven, waardoor er nog een wereld te winnen is.

 

Op naar bloeiende mannelijkheid!

 

Blog 17. Tim de Jong: Niet wegkijken maar luisteren

Meisjes, maar ook jongens, worden seksueel misbruikt.
Gewoon in hun eigen huis, op hun kamer. Of op de camping.

‘Hij trok aan mijn haren, het deed pijn’, vertelt de kleuter. En: ‘hij ging op mij liggen en bewegen’.
Bij een foto barst ze in hevig huilen uit. Ze wil nooit meer terug naar die man.
Gelukkig bestaat er therapie voor getraumatiseerde kinderen. Innerlijke gedachten kunnen worden omgebogen: ‘Het was nooit jouw schuld’. ‘Hij heeft het gedaan, hij moet naar de gevangenis’. ‘Iedereen is boos om wat hij jou heeft aangedaan’. ‘Je zal heel bang zijn geweest want je was nog zo klein.’ En de belangrijkste: ‘Wij houden van je en zullen je altijd helpen’. Er is hoop voor het kind. Al zal de dader nooit gepakt worden. Die is gevlucht naar het buitenland.

Je bent 13 en met je ouders op vakantie. Hij verkracht je niet één keer, maar de volgende dag weer. Een oudere jongen die sadistische spelletjes speelt. Niemand die het merkt. Niemand die oplet wat er gebeurt tussen tieners op een camping. En jij houdt je mond, gaat helemaal op slot.
Je leven wordt nooit meer normaal. Je trouwt, raakt depressief, je huwelijk strandt. Zelf begrijp je niet wat er aan de hand is. In de psychiatrie krijg je keer op keer verkeerde diagnoses. Medicijnen. Het helpt allemaal niet. Tot een toevallige ontmoeting een trigger blijkt. Een seksueel vrijgevochten vrouw die bij jou iets aanboort. En ineens wordt alles duidelijk, alsof het licht aan gaat.
Een paar jaar later sta je voor een volle zaal met traumatherapeuten. Eindelijk de juiste hulp gekregen, jezelf kunnen ontwikkelen, de effecten van het trauma kunnen begrijpen.
De zaal is muisstil, het verhaal is schokkend maar ook indrukwekkend omdat het gaat over overleving en herstel. Goed verwoord, helder over waar het allemaal foutging, ook in de hulpverlening.
De vrouw heeft haar kracht hervonden. Met adequate hulp, gehoord en gezien worden, een nieuwe liefde waarmee seksualiteit eindelijk ontdekt kan worden. Van zo’n verhaal kunnen we allemaal leren.

Laten we dat doen: luisteren naar deze verhalen, over misbruik dat om ons heen gebeurt. Als het licht uit is, als we even niet opletten. Op de camping of bij de buren. Of in onze eigen familie.
Het lijkt soms of dit soort geweld ‘gewoon’ wordt gevonden. Minder belangrijk dan MeToo of seksisme in de media. Omdat het er nu eenmaal is? Omdat we er niets aan kunnen doen?
Dat is niet waar. We doen allemaal te weinig. Aan het voorkomen van geweld, en aan hulp voor hen die het meemaakten. Zij hebben jouw en mijn support duizendmaal nodig.

Mannen: ga om het kind heen staan, biedt bescherming, durf te vragen, te luisteren, erkenning te geven, durf daders aan te pakken, vertel het kind dat het geen schuld draagt, geef het kind nieuw vertrouwen, toon een ander soort man-zijn, laat het kind haar eigen kracht ervaren en bewonder die kracht. Zie vrouwen niet als slachtoffer maar als sterke overlever, luister naar hun verhaal. Praat met andere mannen en jongens over seksualiteit, over hoe het wel moet, over respect, over gelijkwaardigheid.

Blog 16. Jip Mars: “Die hele #metoo-discussie”

We zijn #metoo-moe maar tegelijkertijd onderschatten we nog altijd de enorme omvang van het probleem

Observatie: het woord ‘#metoo’, vaak gevolgd door ‘discussie’ of ‘beweging’, wordt bijna altijd voorafgegaan door ‘hele’. ‘Die hele #metoo-discussie’. (Dit geldt trouwens ook voor de zwartepietendiscussie, maar dat is een ander verhaal.) Zelfs op bijeenkomsten, debatten en in paneldiscussies met mensen die er hun werk van hebben gemaakt om seksueel geweld te voorkomen wordt het gebruikt.

Dat is niet zomaar een observatie: zo’n voorvoegsel bepaalt de lading van het woord. In dit geval: diskwalificeert de discussie, bagatelliseert het probleem, doet het af als gezeur. Die ‘hele’ discussie: daar sta ik boven, dat is wat geharrewar in de marge, ze doen maar. Dat ‘hele’ gedoe steeds, moet daar steeds zo veel aandacht voor zijn, is dat nu niet eens klaar? Mensen worden #metoo-moe – mooi woord wel.

Ik ben ook #metoo-moe, maar op een andere manier, en ik wou ook dat het klaar was. Maar het is nog lang niet klaar: uit een rapport van onderzoeksbureau Ipsos bleek vorige week nog dat in alle onderzochte Europese landen mensen enorm onderschatten hoe vaak seksuele intimidatie voorkomt. In Nederland heeft 73 procent van de vrouwen seksuele intimidatie meegemaakt, mannen schatten dat percentage op 38 procent, vrouwen nauwelijks hoger. Ondanks de vele aandacht voor #metoo weten mensen dus nog steeds niet hoe erg het eigenlijk is. Uit eerder onderzoek van Atria bleek al dat 45 procent van de Nederlandse vrouwen sinds haar vijftiende fysiek of seksueel geweld heeft meegemaakt, 20 procent heeft vóór haar vijftiende seksueel geweld meegemaakt en 10 procent van de Nederlandse vrouwen is verkracht.

Deze en andere statistieken zijn al decennia bekend en toch is iedereen elke keer weer verbaasd als er een nieuw onderzoek verschijnt. De cijfers blijven blijkbaar niet hangen. Misschien helpt het om ze even te vertalen naar je eigen omgeving: hoe veel vrouwen ken je? Hoe veel van hen zijn dus tegen hun wil aangeraakt, nageroepen, binnengedrongen? Je kent ze, maar je weet het niet.

Vrouwen praten er niet graag over, ik ook niet. Omdat het pijnlijk is om traumatiserende gebeurtenissen terug te halen, omdat het taboe is, omdat slachtoffers niet worden geloofd, worden gevictimblamed, geslutshamed: zo was het niet bedoeld, ze zal het wel verzonnen hebben, ze was dronken dus het was haar eigen schuld, wat deed ze daar alleen in het donker, ze had ook wel een erg kort rokje aan, en is zij eigenlijk niet veel te lelijk om aangerand te worden? Voor levensechte voorbeelden raad ik je aan te googlen op #WhyIDidntReport. Tegelijkertijd is het zo gewoon geworden dat we het niet meer benoemen. Het is zoals het weer, zoals een collega zei, je moet je er maar op kleden.

Dat is de kracht van #metoo: gesterkt door elkaars verhalen durfden vrouwen wél hun verhaal te doen. Hoewel het ook voor mij bijna vanzelfsprekend was dat ik en andere vrouwen allerlei ervaringen hebben was het ook voor mij tegelijk een schok en een geruststelling dat zo veel vrouwen met dezelfde verhalen rondlopen. Ik heb van verscheidene mannen in mijn omgeving gehoord dat ze verbaasd en geschokt waren door de verhalen van vrouwen om hen heen. Door die ene hashtag zijn er gesprekken gevoerd die anders het daglicht nooit hadden gezien en hebben veel mensen zich gerealiseerd dat het probleem veel groter is dan ze dachten.

Vervolgens werd die krachtige beweging, ik wil niet zeggen gekaapt, maar misschien toch, gekaapt door beroemde vrouwen die hun beroemde regisseurs, dirigenten en managers in de media ter verantwoording riepen. Logisch: voor de media zijn de alledaagse gevallen van alledaagse vrouwen niet interessant. Maar daardoor is de discussie weggetrokken van de dagelijkse realiteit en is het beeld ontstaan dat seksueel geweld enkel wordt gepleegd door beroemde, machtige, rijke mannen: De Ander. Een ander discours dat bijdraagt aan die ‘othering’ van het probleem is dat van de immigrant/vluchteling/allochtoon die ‘onze vrouwen’ komt verkrachten.

En dat is niet zo. Geweld en seksueel geweld tegen vrouwen vindt overal plaats, in alle lagen en doorsnedes van de samenleving. Sterker: daders zijn meestal een bekende van het slachtoffer, in 25 procent van de gevallen een partner of ex-partner. Er is maar één overeenkomstige factor: in negentig procent van de gevallen is de dader een man. Dat wil niet zeggen dat de meeste mannen daders zijn (!), maar de meeste mannen dragen wel bij aan het in stand blijven van het probleem.

Een van de (vele) bezwaren tegen het tegenwoordig veelvuldige gebruik van #metoo is dat alle incidenten op één grote hoop gegooid worden: handtastelijkheden vallen onder dezelfde noemer als verkrachting. Ik kan me erin vinden dat dat afdoet aan de ernst van verkrachting, maar punt is: het is ook een grote hoop. Van kleedkamerpraat en nafluiten tot verkrachting en moord: incidenten van (seksueel) geweld tegen vrouwen bevinden zich allemaal op hetzelfde spectrum en vinden allemaal plaats in dezelfde context. Op het oog onschuldige grapjes dragen bij aan een cultuur waarin het oké is om vrouwen na te roepen, lastig te vallen, aan te randen, te verkrachten.

 

Die hele grote hoop van alle verschillende incidenten zijn allemáál problematisch en we moeten ze allemaal zichtbaar en bespreekbaar maken en allemaal bestrijden. Dat betekent ook dat álle mannen kunnen bijdragen aan een begin van de oplossing. Spreek de mannen om je heen aan op hun gedrag, weiger mee te lachen om hun grappen. En geloof vrouwen. Er zijn zo veel redenen om ervaringen van seksueel geweld niet te delen, als iemand je in vertrouwen neemt is de kans bijzonder klein dat haar verhaal niet waar is.

* Ik schrijf steeds ‘zij’ en ‘haar’ als ik het over slachtoffers heb, maar mannen kunnen uiteraard ook slachtoffer zijn van seksueel geweld. Zonder aan de ernst daarvan te willen afdoen: (seksueel) geweld tegen vrouwen is een enorm, structureel probleem van epidemiologische omvang en hoewel mannelijke slachtoffers net zo veel aandacht verdienen gaat het me hier om de structurele aard van geweld tegen vrouwen. (#yesallwomen)

** De meeste cijfers zijn gebaseerd op dit onderzoek van Atria.

Blog 15. Jeremy Heshof: Man durf te huilen

Vrijdag 30 november 2018 vond het najaarscongres ‘Was will der Mann?’ plaats en was georganiseerd door de Nederlandse Wetenschappelijke Vereniging voor Seksuologie. De focus van het congres lag wat meer op wat de heteroseksuele man wil. Voor seksuele diversiteit onder mannen was er minder expliciete aandacht mijns inziens. Hulde voor spreker Yuri Ohlrichs die herhaaldelijk met vanzelfsprekendheid praatte over gevoelens die een jongeman kan hebben voor meisjes en/of jongens. Idem voor spreker en sfeerbeheerder Kevin Heller die een duidelijk standpunt inneemt: in uitgaansgelegenheden waar hij werkt mag iedere man zichzelf zijn, ongeacht of hij gay is of in een jurk loopt.

Het slotdebat begon grappig maar werd al snel vol op de man gespeeld. Deelnemer Jens van Tricht uitte zijn eerdere twijfels om in dit panel van – naar eigen zeggen – vier hoogopgeleide, blanke en heteroseksuele mannen plaats te nemen. Ook vertelde hij iets belangrijks over homofobie onder heteromannen maar dit werd ondergesneeuwd door andere panelleden: “We moeten ons niet willen gedragen als vrouwen en homo’s”, en vervolgens werd Jens ook gevraagd of hij “ook op zo’n gevoelige manier seks heeft”. De laatste opmerking weet ik niet meer voor 100% zeker omdat ik me toen best ergerde.

Gedurende deze dag werd ons meermaals op het hart gedrukt hoe belangrijk (soms zelfs van levensbelang) het is om als man je gevoelens meer te uiten. Toen Jens precies dát deed, werden er vervolgens grappen over gemaakt door de andere mannen in het panel. Hiermee werd pijnlijk duidelijk hoe sommige mannen met elkaar omgaan: elkaar zien als concurrent, vooral je kwetsbaarheden verbergen en deze bij een ander belachelijk maken.

Ik was niet ad rem genoeg om in de zaal het volgende tegen Jens te zeggen: Ik ben blij dat je die ochtend NIET had afgebeld om in het panel plaats te nemen want het illustreerde hoe nodig deze discussies zijn en dank je wel voor wat je uitlegde over homofobie. Homofobie zorgt er nog steeds voor dat ik wekelijks jongemannen maar ook oudere mannen die hooggeplaatste functies bekleden in mijn praktijk spreek die niet uit de kast durven te komen. Precies om wat jij vertelde: bang om ondergeschikt en afgekeurd te worden.

Op mijn website staat duidelijk vermeld dat álle mannen welkom zijn in mijn praktijk voor seksuologische, relationele en/of psychologische hulpverlening. Ook ben ik op mijn website open over het feit dat ik samenleef met een andere man. Tijdens het intakegesprek nodig ik mijn cliënten uit vooral oprecht en kwetsbaar te zijn: dus over alle mooie dingen maar ook de minder mooie dingen. Mannen hoeven zich niet beter voor te doen dan ze zijn bij mij (en uiteraard ook niet minder). Heel belangrijk om dit expliciet te zeggen, want veel mannen zijn dit niet gewend. Opvallend is dat met name de heteroseksuele mannen die mijn praktijk bezoeken vaak zeggen het bijzonder en waardevol te vinden dat ze bij mij kwetsbaar en onzeker “mogen” zijn. Niet zelden wordt er door hen voor het eerst sinds lange tijd gehuild vanwege (verdrongen) verdriet over bijvoorbeeld een verstoorde relatie met de vader, seksverslaving, prostitutiebezoeken, erectiestoornissen of een partner die hen heeft verlaten.

Blog 14. Martijn Dekker: Tot hier en niet verder

Enige tijd geleden deed ik een oefening met een groep studenten. Ik had een formulier uitgedeeld, waarop ze verschillende categorieën moesten invullen die op enigerlei wijze onderdeel uitmaakten van hun identiteit; onder andere etniciteit, klasse, religie, seksualiteit en gender. Onder deze categorieën stond een rijtje met vragen die bijvoorbeeld gingen over dat deel van hun identiteit waar ze het vaakst of het minst vaak aan dachten. Of welk deel van hun identiteit ze de meeste voordelen of nadelen zou geven bij het nastreven van hun doelen.

Een van de effecten van deze oefening is dat studenten zich bewust worden van de privileges die ze al dan niet hebben, maar het belangrijkste inzicht dat ik hoop mee te geven, gaat over hoe bewust je je bent van bepaalde onderdelen van je identiteit en hoe dat bewustzijn je ervaringen beïnvloedt. En dus je denken. Als jij je bijvoorbeeld nauwelijks bewust bent van je huidskleur, omdat die dezelfde is als de meeste mensen om je heen en omdat deze je geen nadelen oplevert, dan is het moeilijk voor te stellen hoe dit is voor mensen die er wél dagelijks mee geconfronteerd worden. Het is in dat opzicht dus oneerlijk, om maar een voorbeeld te noemen, om als wit persoon te zeggen dat kleur er voor jou niet toe doet en dat je kleurenblind bent. Als je onderdeel van een dominante groep bent, dan kan er al snel een blinde vlek ontstaan voor de ervaringen van “de Ander”. Je verheft je eigen ervaringen tot de norm en beschouwt die van anderen, zeker als ze in tegenspraak zijn met jouw eigen perspectief, als overdreven, als gezeur, of als onjuist.

Het is moeilijk om dit soort vastgeroeste denkpatronen te doorbreken als je daar als individu weinig moeite voor wilt doen. Maar op een gegeven moment, als er zoveel informatie op je afkomt die in tegenspraak lijkt te zijn met jouw perspectief, die indruist tegen jouw ervaringen, dan ontstaat er misschien een potentie tot verandering; een aanleiding om iets te doen met deze cognitieve dissonantie.

Met name mannen blijken het echter moeilijk te vinden om te accepteren dat er andere ervaringen bestaan dan die van henzelf. In plaats van begripvol te luisteren naar slachtoffers of te reflecteren op de overstelpende hoeveelheid van ervaringen met seksuele intimidatie of seksueel geweld, proberen ze hun eigen ervaringen tot norm te verheffen en die van anderen (veelal vrouwen) af te doen als onjuist. De kwalificaties om alle #metoo-ervaringen te bagatelliseren, variëren van ‘gezeur’ tot ‘kwaadaardig’.

Maar, naast deze “hakken in het zand”-reactie, zie ik ook twee belangrijke positieve effecten. Ik zie bijvoorbeeld in toenemende mate empathie. Een vaardigheid die voortkomt uit zelfbewustzijn en mensen in staat stelt om zich in te leven in de gevoelens en ervaringen van anderen. Het is ook vaak een reactie die voortkomt uit verrassing en verbazing. Hebben echt zóveel vrouwen last van seksueel grensoverschrijdend gedrag?

Het is een ervaring die noopt tot zelfreflectie. Heb ik zelf wel eens de grenzen opgezocht of heb ik de grenzen van een ander overschreden? En hoe kan ik mijn gedrag op zo’n manier aanpassen dat ik de grenzen van anderen respecteer en dat ook duidelijk communiceer? Vragen als deze zijn tegelijkertijd oorzaak en gevolg van een toenemende bereidheid om te luisteren naar slachtoffers. Erkenning, en het geloven van slachtoffers, is een heel belangrijke eerste stap.

Daarnaast is wat mij betreft het belangrijkste effect van de #metoo movement dat er momentum lijkt te zijn voor nieuwe procedures, nieuw beleid, en nieuwe wetgeving. Natuurlijk is er ook een tegenbeweging, en zien we bij velen een soort #metoo-moeheid ontstaan, maar er is wel degelijk iets groots in gang gezet door Tarana Burke, en later Alyssa Milano en vele, vele anderen.

Je ziet allerlei bewegingen ontstaan die niet direct gekoppeld zijn aan #metoo, maar wel passen binnen de wereldwijde aandacht voor seksueel geweld. Zo is er op dit moment in Zuid-Afrika iets bijzonders gaande. Vierentwintig jaar geleden beloofde de eerste post-Apartheid regering een prioriteit te maken van gendergerelateerd geweld. Maar tot op heden is dat slechts bij wat vage beloften gebleven en is er enorm veel seksueel geweld in het land.

En nu lijkt er een “perfecte storm” te ontstaan. De val van president Jacob Zuma*, die zelf was beschuldigd van verkrachting, en de komst van een opvolger die genderongelijkheid en -gerelateerd geweld wel serieus lijkt te nemen – Cyril Ramaphosa – plus het dreigende wegvallen van internationale financiering voor lokale NGO’s, heeft een beweging in gang gezet die échte verandering wil afdwingen. Een brede coalitie van lokale organisaties die hulp bieden aan slachtoffers van seksueel geweld, heeft een lijst van vierentwintig eisen opgesteld, en om die ingewilligd te krijgen, organiseert ze bijeenkomsten, demonstraties, en zelfs een grote landelijke staking, onder de naam “Total Shutdown”**. Waar dit alles toe gaat leiden is nog onduidelijk, en de organisaties zelf lijken ook verrast, maar er broeit iets. Men lijkt te zeggen: we pikken het niet langer en we gaan net zo lang door tot we échte verandering zien.

Het is een bijzondere beweging die hopelijk ook inspiratie biedt aan anderen, over de hele wereld. Inspiratie voor hen die beter beleid en meer veiligheid voor met name vrouwen willen afdwingen. Zowel in Zuid-Afrika als in andere landen, maar ook binnen organisaties en bedrijven, lijkt er momentum te zijn dat mensen de kracht en kans geeft om te zeggen: tot hier en niet verder. En omdat steeds meer mensen bereid zijn om te luisteren, ontstaan er kansen die kunnen leiden tot verandering. We weten dat het gebeurt, we weten dat het op grote schaal gebeurt, nu gaan we eindelijk écht eens iets doen aan seksuele intimidatie en seksueel geweld.

 

* In een controversiële rechtszaak werd Zuma uiteindelijk vrijgesproken, omdat het hof besloot dat de geslachtsgemeenschap consensueel was. Wat overigens een pikant (lees: schandalig) detail in de zaak is, betreft de opmerking van Zuma dat hij wel wist dat zijn beschuldiger HIV-positief was, maar dat hij direct na de daad een douche genomen had, om de risico’s te beperken. Een opmerking die fel bekritiseerd is door HIV/AIDS-organisaties.

** Met dank aan Paula Vermuë, die nu onderzoek doet in Kaapstad en mij wees op het bestaan van de Total Shutdown. Zie: http://thetotalshutdown.org.za/

Blog 13. Henk Kouijzer: Geweld tegen vrouwen

Onlangs fietste ik terug van de school van mijn kinderen waar ik in de smalle straatjes van Prinseneiland een vrachtauto zag staan waar zich behoedzaam een vrouw van middelbare leeftijd omheen manoeuvreerde.

Ik ving de woorden “vieze vuile kankerhoer” op die vanuit de cabine naar buiten werden geschreeuwd en maakte mijn analyse. Duidelijk voor mij was dat de vrouw een opmerking had gemaakt over misschien het rijgedrag of in ieder geval de hinder die ze ondervond van de auto.

Ik hield in en draaide terug. De vrouw reed langzaam door en in het oogcontact dat ik vervolgens met de chauffeur kreeg stond het hele verhaal. Als ik iets langer oogcontact had gehouden en verder op hem toe was gegaan zou er een flinke confrontatie hebben plaats gevonden. Ik ben niet gauw bang, maar de dreiging die hiervan uitging was me te veel.

Ik noteerde in mijn hoofd wat ik had meegemaakt en vervolgde mijn weg.

In het verkeer is veel agressie. Frustratie van verkeersdeelnemers leidt regelmatig tot onverkwikkelijke situaties. Ik maak ze gelukkig als fietser niet veel mee, maar heb te doen met automobilisten. Dit echter, was zo walgelijk om mee te maken dat het nog in me doordendert.

Hij vanuit zijn grote auto, hoog verheven in de cabine naar beneden schreeuwend omdat iemand het lef had om iets over zijn gedrag te moeten zeggen. Schaamte aan mijn kant voor deze fellow man.

Had ik graag in gesprek met hem geweest. Volgende keer zet ik me over mijn angst heen.

Blog 12. Jos van der Schot: Nieuwe normaal

Als ik nadenk wat er in het afgelopen jaar en de explosie van #MeToo-meldingen is gebeurd dan denk ik vooral aan de vorming van een nieuwe normaal. Geweld tegen vrouwen is niet normaal. Machtsmisbruik is niet normaal. Het vragen van ‘seksuele diensten’ voor het verlenen van een ‘gunst’ is niet normaal, zeker niet als er sprake is van een afhankelijke relatie. Kortom, waar de deksels van beerputten lang gesloten bleven, omdat melden van misstanden meestal alleen de slachtoffers schade toebracht, zijn veel van die putten het afgelopen jaar geopend. En wie nog een beerput heeft, doet er goed aan deze grondig schoon te maken, voor ook deze misstanden geopenbaard zullen worden. Het is aan iedereen, vooral ook mannen, om misstanden aan het licht te brengen en te voorkomen.

Ik wacht inmiddels met spanning op de rechtszaken die op het punt van beginnen staan en dan niet alleen die tegen Harvey Weinstein. Wetten leggen vast wat mensen normaal vinden en zorgen ervoor dat mensen die zich niet aan deze normen houden daarvoor ter verantwoording kunnen worden geroepen. Juristen noemen wetgeving ook wel de gestolde werkelijkheid, die de maatschappelijke ontwikkelingen volgt en weeffouten in de rechtsbescherming moet herstellen. Rechtszaken bevestigen vervolgens die werkelijkheid.

 

De praktijk

“De wet is er niet voor de vrouw”, luidde de kop boven een artikel in Trouw van 6 november. Het ging over huiselijk geweld in Rusland, waar 20% van de vrouwen door haar man wordt mishandeld. Hoeveel anders is dit in Nederland? Een paar cijfers. Jaarlijks zijn er ongeveer 200.000 slachtoffers van ernstig huiselijk geweld. Daarmee is het de meest omvangrijke vorm van geweld in onze samenleving. Van de totale Nederlandse bevolking tussen de 18 en 70 jaar, is 45 procent ooit slachtoffer geweest van enige vorm van fysiek, seksueel of psychisch geweld in huiselijke kring. Elk jaar zijn er tussen de 120 en 150 dodelijke slachtoffers (60-75 vrouwen, 25 mannen, 40-50 kinderen). 51 procent van de vrouwen die om het leven worden gebracht, wordt gedood door een (ex-)partner. Ieder jaar worden er ruim 63.000 gevallen van ernstig huiselijk geweld bij de politie gemeld. Dat is ongeveer een derde van het totale aantal gevallen. Kortom, ook in Nederland werkt de wet nog niet optimaal.

Waar huiselijk geweld meestal verstopt zit achter deuren, is een andere vorm van geweld veel zichtbaarder: straatintimidatie. In Rotterdam komen binnenkort twee mannen voor de rechter. Het zijn de eerste rechtszaken voor straatintimidatie, dat sinds een jaar strafbaar is in Rotterdam en Amsterdam. De waarde van deze strafzaak mag niet worden onderschat. In een tijd dat het debat vooral gaat over #MeToo, zwaar machtsmisbruik en seksueel geweld, is het een duidelijk signaal aan jongens en mannen dat sissen, nafluiten en -roepen, lastigvallen, uitschelden en nalopen geen simpele kwajongensstreken zijn. Het zijn serieuze inbreuken op (het gevoel van) veiligheid van de mensen die geïntimideerd worden.

Wie zich realiseert dat circa 53 procent van de vrouwen in Amsterdam te maken heeft gehad met verschillende vormen van straatintimidatie, weet dat dit geen klein bier is. Het is dan ook geen keuze tussen de aanpak van verkrachtingen, aanrandingen en mishandeling enerzijds en straatintimidatie anderzijds. Ze maken beide onderdeel uit van de verkrachtingscultuur waarin we leven. In de White Ribbon Campagne van vorig jaar vroegen mannen aandacht voor de piramide van geweld tegen vrouwen, waarin de harde vormen van seksisme, genderongelijkheid en geweld leunen op het bagatelliseren en goedpraten van kleedkamerpraat, ‘stoer’ gedrag en seksistische grappen.

 

De strijd tegen straatintimidatie gaat hand in hand met de #MeToo-beweging en dateert eveneens van lang geleden. Al in de jaren 1980 gingen vrouwen wereldwijd de straat op met de slogan ‘Take back the night’. In Nederland waren de Heksennachten legendarisch. De juridische aanpak van straatintimidatie zet nu een nieuwe norm, die past in de huidige samenleving. Dit biedt een stevigere basis aan mannen (en vrouwen) om het geweld tegen vrouwen en de verkrachtingscultuur te bestrijden.

Blog 11. Nik Poldervaart: Juist mannen moeten opstaan tegen seksisme, zoals hetero’s tegen homofobie en witte mensen tegen racisme

Beste lezer,

Allereerst, fantastisch initiatief.

Ik ben zelf zeer vrij opgevoed in Amsterdam door een feministische moeder. Zij heeft mij toch wel het meeste meegegeven, al ben ik met het met veel feministische stellingen/opvattingen niet eens. Verder ben ik lang werkzaam geweest in de hulpverlening en heb ruim 25 jaar horecagelegenheden gerund en gehad waar mensen ook hun verhaal deden/doen.

Ik heb natuurlijk niet de waarheid in pacht maar denk graag mee over hoe mannen beter hun stem kunnen laten klinken tegen agressie tegen vrouwen.

Er heerst een taboe over agressie in relationele sfeer. Ook ik heb agressie meegemaakt in een van mijn relaties en daar heb je ‘t niet over, dat laat je in de kast. Pas toen ik echt eerlijk om mij heen ging vragen, kwamen stellen (homo en hetero) ervoor uit weleens met elkaar op de vuist te gaan.

Geweld is natuurlijk altijd een uiting van onmacht, je kunt het verbaal niet af en de gemoederen lopen zo hoog op dat het tot een lichamelijke uiting komt. Liefde ligt dicht bij haat (veel passie voor elkaar uit zich in negatieve zowel als in positieve zin) en daarom kun je denk ik de mensen die het dichtst bij je staan ook het meeste pijn doen.

Het is natuurlijk wel de manier waarop: vrouwen zijn verreweg het vaakste slachtoffer van huishoudelijk geweld. Ik denk omdat mannen vaak niet geleerd hebben om met emotie om te gaan en daarom een lichamelijke oplossing zoeken. Dat is verschrikkelijk, gek is mijn ervaring dat ik zie dat vrouwen wel vaak in een herhalingspatroon vallen en dit in meerdere relaties meemaken. Daarom is het denk ik ook belangrijk om te bespreken waar dat dan vandaan komt, behalve mannen die zich daar schuldig aan maken.

Want het zijn de mannen die dit natuurlijk zouden moeten doorbreken, seksisme in het algemeen. Zoals hetero’s homofobie zouden moeten bestrijden en witte mensen racisme.

Een man is namelijk wel bereid om zich tegen de wet te keren zodra zijn vrouw of dochter door een ander in elkaar gebeukt wordt en het wordt vaak nog sociaal aanvaard ook dat mannen eigen rechter spelen in deze gevallen.

Maar ook dit moet natuurlijk een geweldloze actie zijn dus verhalen van vrouwen die jarenlang mentaal/lichamelijk onderdrukt zijn, kunnen denk ik het beste empathie opbrengen door dit naar buiten te brengen bij mannen die dit weer op hun beurt het beste weten af te keuren en iets tegen te doen. Dat is moeilijk natuurlijk omdat de slachtoffers vaak bang en onzeker zijn door deze onderdrukking/agressie.

Als iets jouw probleem wordt dan doe je er iets aan. Neem een heel gek voorbeeld: Koos Alberts (rust in vrede) ging pas wat doen voor invaliden toen hij zelf in een rolstoel terechtkwam. Dat is een beetje mensen eigen. Er zijn veel te weinig mannelijke feministen en ook ik ben weleens uitgekotst vanwege mijn uitspraken, zowel door mannen als door vrouwen. Het onderwerp groot maken is het begin. Je hoort tegenwoordig weinig over geweld tegen vrouwen. Ik weet ook niet of vrouwen zelf soms wel weten dat het fout is dat ze geslagen of geschopt worden.

Misschien moet er een makkelijkere manier van melden komen als je in je omgeving geweld tegen vrouwen ziet. Zouden mensen in het algemeen natuurlijk wat meer voor elkaar over moeten hebben.

De politiek erin betrekken misschien? Zou er graag nog over brainstormen.