Sjoerd van Capelleveen: Mannen Meer Mens (deel I en II)

Vanaf 25 november bloggen we weer in het kader van de White Ribbon Campagne: Wat voor man wil jij zijn om gendergerelateerd geweld te voorkomen? Schrijf mee!

Ein ganzer Mann ist nur noch ein halber Mensch

Vrij vertaald: Een hele man is nog slechts de helft van wat een mens wezen kan

Deel I

Ik sta op de A28 net voor Amersfoort in de file. Het sneeuwt. De snelweg is een dikke bruine blubber geworden. Geërgerd trommel ik een ritme op de bovenkant van mijn stuur. Precies zoals mijn vader dat ook altijd doet. Misschien zelfs precies hetzelfde ritme. Wanneer ik me dat realiseer stop ik abrupt en zet de radio aan. Het is vandaag zo’n dag waarop alles wat ik doe en zie me aan m’n vader doet denken. Het begon vanochtend al toen ik de gordijnen opende en middenin de dikke laag sneeuw één keurig rond geel gesmolten gat zag. Ik had kunnen denken aan de konijntjes die hier waarschijnlijk de boosdoener van waren, wij hebben namelijk veel van die neukmonstertjes rond hupsen bij ons in de tuin. Of aan mijn piemel en het feit dat ik hem gisteravond niet omhoog kreeg en me daarvoor de hele nacht tegenover m’n vriendin had liggen schamen. Of natuurlijk aan hoe lastig het waarschijnlijk door die sneeuw zal gaan worden vandaag naar Amsterdam te rijden. Maar ik dacht aan niets van dit alles. Ik dacht aan mijn vader.
Ik dacht aan hoe ik als driejarig mormel mijn vla in de keuken op de grond had laten vallen. Mijn vader had gezucht en de bende opgeruimd. En blijkbaar heb ik op dat moment, Toen mijn vader met wat servetjes bukte voor de gele spetters, het volgende tegen hem gezegd:
“Huh, het is toch geen Moederdag?”
Ja …
Ik kan het me niet meer herinneren, maar zo is het me vertelt. En het verbaasd me eerlijk gezegd ook niet. Zo gaat dat bij ons thuis. En zo gaan mijn gedachten vandaag dus steeds naar mijn vader uit. Misschien mis ik hem een beetje.

Het kan ook zijn dat het interview dat ik straks in Amsterdam met Jens van Tricht zal gaan hebben mijn gedachten ietwat stuurt. Immers gaan we praten over mannelijkheid en de koppeling naar mijn vader is dan al vlug gemaakt. Begrijp me niet verkeerd, mijn vader is een ontzettend lieve man, maar hij is ook de man die het volgende tegen me zei toen ik in groep zes thuis kwam van mijn toenmalige vriendinnetje:
“Hé Sjoerd, de volgende keer als je daar weer bent hè …
Dan moet je heel goed naar haar moeder kijken …
Want zo worden ze!”
Ja …
En mijn vader voegt daar tegenwoordig graag nog aan toe: “en sneller dan je lief is”. Dat zijn vrouw dan daarnaast zit, lijkt hem niks te kunnen schelen.

Het opgehitste fileverkeer meer dan zat sla ik de snelweg af om te stoppen bij het tankstation. Mijn vader krijg ik nog steeds niet uit mijn hoofd. De herinneringen aan vroeger malen maar door en door in mijn gedachten. En dan zie ik mijn vader ineens voor me als een hinkelend half doormidden gesneden wezen, met één been en één arm. Als een soort cycloop komt hij vrolijk lachend het tankstation uitspringen in de richting van mijn auto. In de hand van zijn enige arm bungelen wat bifi worstjes terwijl hij gevaarlijk de ijzige weg oversteekt. Snel maak ik mijn gordel los en wil uit de auto rennen om hem op te vangen, maar het is al te laat. Hij kletst tegen de grond, spartelt wat heen en weer, en glijdt dan onder een wegrijdende vrachtwagen. Geschrokken schud ik mijn hoofd en knipper met mijn ogen. Het wegdek is wit. Nergens bloedsporen van mijn vaders halve lichaam.
Rechts van me doen twee tankende jongens alsof de pomp een enorme lul is waarmee ze in hun auto klaarkomen. De Renault Clio heeft volgens hen een lekker strak kutje. Ik draai verzucht met mijn ogen. Een klein jongetje loopt langs mijn auto en krast homo in mijn bevroren achterruit.

Deel II

Eenmaal terug op de weg, nog steeds in die verrekte file, stuur ik Jens, onder het constante rijden en remmen, vlug een voice memo dat ik waarschijnlijk ietsje later kom. In de grijze auto voor me, waarmee ik nu al zo’n half uur een kat en muis spelletje aan het spelen ben, wordt door drie mannen flink gerookt. Af en aan gooien ze hun leeg gezogen peuken uit hun raampje op het wegdek. Maar die ergeren me nog niet eens het meeste. Het is hun bumpersticker. Steeds weer verschijnt hij uit en in mijn blikveld.
No airbags, we die like real man.
Dat staat erop, met stoere hoekige letters. Elke keer dat ik hem lees wordt ik er chagrijniger van. Maar wanneer één van de mannen in de auto achterom mijn kant op kijkt lach ik vlug mijn tanden bloot. Maybe they schop en slaan like real man too, denk ik bij mezelf. Ik maak mijn gordel los, trek mijn jas uit en probeer me te focussen op het interview van straks.
Hardop pratend neem ik de ietwat lastige woorden die strakjes hoogstwaarschijnlijk in het interview gezegd zullen worden nog eens door. Één daarvan is, komt ie: het patriarchaat. Ik ben een beetje een hakkelaar, en zeker tijdens zo’n interview, dus dit woord is voor mij extra kut. “Het patriarchaat is de vanzelfsprekendheid waarmee we alles dat we met vrouwen en vrouwelijkheid associëren lager waarderen dan alles wat we met mannen en mannelijkheid associëren”, zeg ik tegen mijzelf in de achteruitkijkspiegel terwijl ik nogmaals lees wat dat jongetje op mijn raampje heeft gekrast. Dat hakkelen dat heb ik trouwens van mijn vader. Mijn vader was als kind namelijk een ontzettende stotteraar. Geen enkel woord kon ook maar een beetje normaal zijn mond verlaten. Nu merk je dat nog nauwelijks aan hem. Alleen als hij boos is of voor een grote groep moet spreken. Bijvoorbeeld op het vijfentwintigjarig huwelijksfeest van hem en mijn moeder. Dat vierden ze in de kelder van hun favoriete Italiaanse restaurant: Vaticano’s. De perfecte plek, want mijn vader is namelijk een enorme Italofiel. Maakt zijn eigen limoncello, is dolblij dat zijn schoondochter half-Italiaanse is en heeft toen zelfs, op dat feest, in het Italiaans een speech gegeven voor al zijn vrienden en familie. En ik heb hem nog nooit zo heftig zien stotteren. Met rode kop stond hij daar op een stoel de elegant zingende o’s en a’s uit te proesten. En ik was apetrots op mijn papa. Zag hem daar nou staan. Met blinkende oogjes en zijn guitige lach. Het kon hem niks schelen. Hij stond daar maar mooi, en hij deed het!

Toch heb ik altijd maar moeten gissen naar hoe lastig die eerste jaren van zijn leven voor hem geweest moeten zijn. Mijn vader uit niet snel zulke emoties. Sterker nog, tot een tijdje geleden was er eigenlijk maar weinig wat ik écht van mijn vader wist. Ja, dat hij graag naar Pink Floyd luistert, dat hij niest als een olifant en zijn favoriete land is dus ook niet erg moeilijk te raden. Dat soort dingen wist ik wel. Maar niet het wezenlijke. Van het wezenlijke wist ik vrijwel niets. Wanneer ik daar aan terugdenk begin ik in de auto spontaan het liedje te zingen dat ik toen der tijd voor mijn vader geschreven heb. Het is mooi hoe de tijd liedjes kan vervormen. Wat toen een pijnlijk liedje was, zing ik vandaag met blijdschap in mijn hart. Want ik weet nu stukken beter wie mijn papa is.

Papa ik weet niks van jou
Niet wat je dacht toen jij je eerste zoen
En hoe vannacht het werk van morgen op je wacht
En dat je alles toch zo goed moet doen

Papa ik weet niks van jou
Niet of ze je soms pestte
En wat er restte van dat beetje hoop
Dat naar gelang de tijd wegkroop
Maar misschien was het beste

Pa ik weet ik zo weinig
Van hoe je vlijtig elke brief
Naar je liefje wist te schrijven
En dat je neukte of de liefde kon bedrijven

Ik weet niets
Als jij blijft lachen om de pijn
Weet ik niets
Elke man moet blijkbaar leren mens te zijn
Dus zeg me iets
Al is het in gefluister
Ik beloof
Ik luister

Papa ik weet niks van jou
Niet wat je dacht toen jij mij in je schoot
En is de dood iets waar je vreest voor op een dag
Vind je dat je alles soms verkloot

Papa ik weet ik niks van jou
Niet of het leven zinnig
En of je innig nog mama bemind
Ik weet zelfs niet of je vindt
Dat een vrouw toch altijd onder ligt

Pa ik weet zo weinig
Vind je het geinig dat je zoon
Elke ochtend heel gewoon
En gemeend zijn houden van zegt naar zijn meisje

Ik weet niets
Als jij blijft lachen om de pijn
Weet ik niets
Elke man moet blijkbaar leren mens te zijn
Dus zeg me iets
Al is het in gefluister
Ik beloof
Ik luister

Papa luister wat ik zeg
Ik luister graag, en zeker graag naar jou
Dus mocht je ooit een keer verdrietig bent
Weet dan dat ik willen zou
Dat, papa luister wat ik zeg
Je weerloos je woorden in mijn handen legt

 

Deel III en IV verschijnen binnenkort!

 

Jens van Tricht: De dreiging van een groep mannen

Vanaf 25 november bloggen we weer in het kader van de White Ribbon Campagne: Wat voor man wil jij zijn om gendergerelateerd geweld te voorkomen? Schrijf mee!

De dreiging van een groep mannen

Woensdagavond 25 augustus. Mijn vriendin en ik hebben lekker gewandeld langs de Amstel en in het Amstelpark. Op de terugweg, tussen begraafplaats Zorgvlied en het Martin Luther Kingpark, stopt een touringcar en laadt 20, 30 misschien wel 40 grote jonge witte mannen uit. Ze hebben goede zin, zijn jolig, vol bravoure, ze kijken de wereld in alsof die van hun is. Een groot deel gaat ook de wereld in alsof die van hen is. Opeens staan misschien wel 20 grote witte jongemannen overal om ons heen te plassen, in perkjes,  plantsoenen en tegen tuinen en gebouwen aan alsof het de normaalste zaak van de wereld is. Zo doen ze dat, zo hebben ze dat geleerd, het is de vanzelfsprekendste zaak van hun leven dat ze op deze manier ruimte innemen en hun terrein afbakenen.

 

Bij mij treden direct hele oude overlevingsmechanismen in werking. Ik schat de risico’s in, ik voel mijn alertheid toenemen, ik erger me aan dit vanzelfsprekende dominante gedrag, ik voel me onveilig, ergens van binnen ben ik bang. Ik sta niet te bibberen of beven maar ik ben bewust van het risico dat zo’n groep met zich meebrengt. Voor je het weet ben je voorpaginanieuws, het zoveelste slachtoffer van wat zinloos geweld wordt genoemd. De jonge mannen hebben geen kwaad in de zin, zijn niet op rotzooi uit, misschien zijn het gewoon nieuwe studenten die de stad komen verkennen, het is tenslotte intreetijd en de stad wemelt van groepjes jongens en meisjes. Maar als groep zijn ze wel bedreigend, als groep mannen. Ik kijk nog eens extra of het echt een groep van alleen mannen is. Geen vrouwen erbij? Dat zou het wellicht iets veiliger maken. Maar nee, alleen mannen. En ook niemand die eruit ziet als begeleider.

 

Escalatie zit in een klein hoekje. Het risico is altijd daar; een verkeerde blik, wie kijkt het eerst weg, of kijk ik te vroeg weg, of juist te laat, of vinden ze iets van mijn uiterlijk? Maakt iemand een grapje of een opmerking over mijn vriendin? Reageer ik te bang of juist te assertief? Een kleine actie of reactie kan zomaar tot een keten leiden die in geweld uitmondt. Ik heb dat eerder meegemaakt, ik ben ervaringsdeskundige. Ik denk nu dat ik getraumatiseerd ben; een groot woord voor dingen die in mijn tienerjaren zijn gebeurd. Maar als ik zie-voel-merk wat deze groep jonge mannen met mij doet dan denk ik, dan weet ik dat de bedreigingen en het geweld die ik in mijn jeugd heb ondergaan nu nog doorwerken en hoe ik dit ervaar in het aanslaan van mijn overlevingsmechanismen. Want dit is dagelijkse kost voor mij en zoveel anderen. Ik weet dat veel mannen, de meeste misschien wel, bewust of onbewust om de dreiging van mannelijk geweld heen navigeren zoals ik dat nu doe, zoals we van vrouwen weten dat ze het doen.

 

Wat jammer toch en wat irritant en wat stom en wat onnodig dat we allemaal bang moeten zijn voor mannen, en zeker voor groepen mannen. Wat zou het fijn zijn als ik deze groep jolige jonge mannen gewoon kon begroeten vanuit het plezier en de vanzelfsprekendheid waarmee zij de wereld betreden, wanneer ik hen toe kon juichen en een fijne avond toewensen zonder te anticiperen of dreiging en geweld. Wat zou het fijn zijn als de jolijt van de een zou bijdragen aan het plezier van de ander.

 

Het zou ook fijn zijn wanneer deze mannen deze jongens deze jongemannen geleerd zouden hebben om niet zo vanzelfsprekend zoveel ruimte in te nemen en zoveel dreiging uit te stralen. Als ze zich bewust zouden zijn van de dreiging die ze uitstralen, en als ze dat zouden betreuren. Helaas is het zo dat jongens en mannen vaak juist leren om sterk en dreigend en intimiderend over te komen, omdat dat van hen verwacht wordt, omdat dat is wat we voorschrijven aan ‘echte mannen’, omdat het hen helpt de dreiging en intimidatie van andere mannen tegen te gaan. De man als beschermer, maar tegen wie moeten we dan precies beschermd worden? Juist!

 

Het zou fijn zijn als dit soort groepen jonge mannen eerder een gevoel van welkom van zachtheid, van verscheidenheid en inclusie ten opzichte van de buitenwereld zouden hebben, zouden uitstralen in plaats van wat ze nu doen en zijn. En wat is dat dan dat ze nu doen en zijn? Het zit hem in de optelsom van ‘masculinity projects’ van al deze individuen samen. Elke jongen, elke man, ontwikkelt zichzelf in deze wereld ook als man. Het is vormgeving van jezelf, binnen de kaders en met de instrumenten die de samenleving je ervoor aanreikt. En helaas zijn die kaders vaak vrij nauw en die instrumenten vrij beperkt. Dus loopt hier vanavond een optelsom van vrij nauwe en beperkte mannelijkheid over straat. Ze stralen geen individualiteit uit, maar dragen met elkaar een collectieve mannelijkheid uit die niet veel ruimte laat of lijkt te laten voor anders zijn, voor afwijking. Het is een collectieve mannelijkheid die ik en ik denk velen met mij associëren met het groepsgedrag van mannen. Het is een gang. Het is een roedel. Het is een bende. Zoiets. Je hoort erbij of niet. Het is niet inclusief. Het voelt wel normatief.

 

En tegelijk, als je ook tot zo’n groep behoort kan het nog alle kanten uit. Je kunt als groepen samensmelten of tegenover elkaar komen te staan. En als je als groepen samensmelt Dan is het weer zoeken naar andere groepen om je toe te verhouden en eventueel tegen af te zetten. Want misschien is dat wel wat me beangstigt als ik dit soort mannen, en vooral dit soort mannen in groepen tegenkom. Dat conflict vaak bij mannen en mannelijkheid lijkt te horen. Dat tegenover elkaar staan dat ‘tegen’ zijn vaak eerder vanzelfsprekend is dan samen met elkaar. Dat het voor mannen vaak nodig lijkt te zijn om conflicten op te zoeken. Waarin je kan laten zien hoe sterk en dominant en agressief je bent. Waarin je je mannelijkheid kan bewijzen. Er hoeft in zo’n groep maar één te zijn bij wie iets triggert dat de keten van geweld in gang zet. Er hoeft daarvoor maar één gebeurtenis te zijn, een vonk, hoe klein ook, die dat triggert. De verkeerde blik op het verkeerde moment bij de verkeerde persoon kan de lont in het kruitvat van mannelijkheid zijn. En we weten hoe dat kan aflopen, voor je het weet lig je op Zorgvlied.

 

 

Redouane Amine: Aan het werk, mannen, vermens je!

Vanaf 25 november bloggen we weer in het kader van de White Ribbon Campagne: Wat voor man wil jij zijn om gendergerelateerd geweld te voorkomen? Schrijf mee!

Aan het werk, mannen, vermens je!

Wij mannen moeten ons constant vermannen!
Eerlijk? Dat gaat mij iets te ver, mannen!
Wij zijn onze menselijkheid aan het verbannen!

Mij is gevraagd om 4 tips te destilleren hieruit en deze voor te dragen, in de hoop dat het iets gaat veranderen. Hoop is er absoluut! Verandering absoluut nog niet! Omdat wij mannen nog niet genoeg meehelpen en meedoen. Om zelf te emanciperen, te helen, anderen te helpen emanciperen, te helpen helen en als collectief of naast vrouwen of achter vrouwen te staan. Nooit voor ze! Behalve als wij het voor ze opnemen, maar zelfs dan alleen als er geen vrouwen aanwezig zijn. Zijn kunnen namelijk heel goed voor zichzelf opkomen!

  1. Wij mannen zitten vast, in wat Emancipator noemt, de manbox! Een krap hokje dat volledig dichtgetimmerd is met verwachtingen en conditionering om aan die verwachtingen te voldoen. Ik ga er niet te diep op in, maar een van die dingen waar wij geen breed spectrum van mogen hebben, zijn onze emoties. Die zouden we moeten tonen, maar daarvoor moeten wij deze weer leren kennen, leren omarmen, leren spreken en vooral leren te bestaan. Deze zijn nou eenmaal onderdeel van ons menselijk bestaan! Het grootste deel van geweld dat wij bij anderen en ook bij onszelf aanrichten komt onder andere hierdoor. Onze zelfmoordcijfers, bijvoorbeeld, zijn te hoog om dit achterwege te laten.
  2. Dit is even een wake-up call! Zwanger worden DOE je samen, maar zwanger ben je NIET samen. Wel de lusten, maar niet de lasten! Wij leven in een patriarchale wereld die het lichaam van mensen met een baarmoeder als eigendom ziet en daar moeten wij vanaf! Neem bijvoorbeeld anticonceptie? De meeste middelen zijn ontwikkeld voor mensen met een baarmoeder! En wat hebben wij mannen? De condoom! Zodat wij kunnen blijven genieten. Of, voor die dat wil, Snip, snip! sterilisatie. Dan heb je in het begin pijn, maar daarna kan je blijven genieten! Geen van deze twee ingrepen brengt onze lichamelijke systemen uit balans! Mensen met een baarmoeder hebben er zoveel, dat ik persoonlijk van dat idee alleen al uit balans raak! Wij moeten meestrijden EN voor gratis anticonceptie EN voor meer varianten die niet alleen gericht zijn op mensen met een baarmoeder EN zolang dit nog niet het geval is, gewoon lekker meebetalen met anticonceptie. Dus, mannen, draag ook mee aan de lasten!
  3. Een van de zaken die dit onder andere veroorzaakt is het feit dat er tot op heden een groot deel van de besluitvorming bij mannen ligt! Eigenlijk zou het simpel moeten zijn! Heb je geen baarmoeder? Zip it! 🤐 Wil je een bijdrage leveren? Stem op een vrouw! Stem op een vrouw van kleur! Stem op een trans vrouw! Stem op een trans vrouw van kleur! Geef je stem aan de mensen die het geluid hierover moeten en KUNNEN maken!
  4. Zoals ik al eerder zei, is het de bedoeling dat wij of naast vrouwen of achter ze gaan staan. Nooit voor ze! Tenzij wij het voor ze opnemen en zelfs dan alleen in hun afwezigheid. Zij kunnen dit namelijk veel beter dan de meesten van ons denken! Wij kunnen onder andere verkennen hoe wij meer ruimte kunnen maken! Dat betekent dat wij daarvoor soms onze ruimte moeten kunnen opgeven! Om ruimte te maken voor representatie! Om ruimte te maken voor gelijkwaardige expertise! Om ruimte te maken voor goede voorbeelden! En ik wil wel aftrappen om jullie uit te dagen! Women Inc.? FemCity? Als er een vrouw is? Nee! Er is vast en zeker een vrouw die dit veel beter kan dan ik! Ik vraag jullie bij deze om haar te vinden en ik daag jullie uit om haar meer te betalen dan jullie mij betalen! Als wij dit soort dingen niet doen en publiekelijk kenbaar maken? Komen wij er nooit!
  5. Last but not least! Het komt, gelukkig, vaker voor dat er mannen zijn die dit willen gaan doen! Ik was dit weekend meegegaan naar een mannenweekend van Emancipator als onderdeel van het team. In een woord: WOW! Hope is out there! Een van de vruchten die wij gezamenlijk plukten, is de volgende boodschap: Mannen? Als jullie het werk willen gaan doen? Als jullie willen gaan groeien in jullie menselijkheid? Zadel vrouwen hier dan niet mee op! Hier komt zoveel emotionele arbeid bij kijken. Jouw vragen kunnen triggers zijn! Jouw vragen kunnen energierovend zijn! Jouw antwoorden moet jij zoeken! Waarom willen wij vrouwen dit werk wel laten doen, maar ander werk niet! Jouw proces is jouw verantwoordelijkheid! She ain’t yo mama! Tenzij ze echt je mama is! En zelfs dan! Google bestaat! YouTube bestaat! Vrouwelijke schrijvers bestaan! Vrouwelijke schrijvers van kleur bestaan! Atria als kennisinstituut bestaat! Emancipator bestaat en dit soort bijeenkomsten bestaan!

Yallah! Aan het werk!

 

Jos van der Schot: Waarom ik Internationale Mannendag toejuich

Op 19 november is het internationale mannendag. Ik heb altijd gemengde gevoelens gehad bij deze dag. Het is makkelijk om cynisch te reageren: ‘Iedere dag is al mannendag, dus waarom een speciale dag hiervoor in het leven roepen.’ Mijn scepsis komt mede door de historie. De roep om een mannelijke pendant voor internationale vrouwendag stamt uit de jaren 1960. De drijfveer lijkt een mengsel van slachtofferschap, jaloezie en wrok. Ook mannen hadden het moeilijk en dat verdiende aandacht, zo was het gevoel bij veel mannen. Volstrekt misplaatst in mijn ogen, gezien de privileges van (met name witte) mannen. Het blijft vervolgens lang bij een wens van enkele individuele mannen.

In 1999 slaat een nieuw initiatief voor Internationale Mannendag wel aan. Initiatiefnemer Jerome Teelucksingh uit Trinidad en Tobago introduceert zijn idee met de volgende woorden: “Mannen streven naar gendergelijkheid en proberen geduldig de negatieve beelden en het stigma te verwijderen dat met mannen in onze samenleving is verbonden.” Als ik dit lees kan ik het initiatief en deze mannendag alleen maar toejuichen. Blijkbaar ben ik niet de enige, want de lijst van landen waar Internationale Mannendag gevierd wordt groeit geleidelijk naar ongeveer 80.

De praktijk

Maar wat betekent dit in de praktijk? Het is geenszins vanzelfsprekend dat mannen hun privileges opgeven en gaan strijden voor een betere positie van vrouwen. Ik neem een kijkje op de website achter de dag en zie zes pijlers onder deze dag:

  1. Bevorder positieve mannelijke rolmodellen; niet alleen filmsterren en sportmannen, maar alledaagse mannen uit de arbeidersklasse die een fatsoenlijk, eerlijk leven leiden.
  2. Vier de positieve bijdragen van mannen aan de samenleving, de gemeenschap, gezin, huwelijk, zorg voor kinderen en milieu.
  3. Focus op de gezondheid en het welzijn van mannen; sociaal, emotioneel, fysiek en spiritueel.
  4. Benadruk discriminatie van mannen op het gebied van attitudes, verwachtingen en wetten.
  5. Verbeter de genderverhoudingen en bevorder gendergelijkheid.
  6. Creëer een veiligere, betere wereld, waar mensen veilig kunnen zijn en kunnen groeien om hun volledige potentieel te bereiken.

Hé, zie ik dit goed? Klopt het dat de prioriteiten van Teelucksingh – eerst gendergelijkhei en dan werken aan een beter imago voor mannen – omgedraaid? De klassieke positie van mannen staat voorop en dan pas daarna komt de strijdbaarheid om de wereld een betere plaats te maken voor mannen én vrouwen? Een greep uit de thema’s die de organisatoren eerder voor de dag kozen, lijkt dit te bevestigen. In 2012: Helping Men and Boys Live Longer, Happier and Healthier Lives; in 2015: Working to Expand Reproductive Options for Men; in 2016 Stop Male Suicide; in 2020: Better Health for Men and Boys. Pas in 2021 komt ook de positie van vrouwen in beeld: Better relations between men and women.

Mijn scepsis neemt af als ik hier wat langer bij stilsta. Is het niet logisch dat mannen zich ook, of misschien wel juist, richten op hun eigen welbevinden? Ook hún levens zijn immers voor een groot deel bepaald door de eisen die het patriarchaat stelt aan mannelijkheid. En dat heeft de nodige gevolgen voor hun fysieke en geestelijke gezondheid. Een ‘echte man’ klaagt niet en mijdt zorg. Daarnaast zijn mannen de grootste slachtoffers van geweld (inderdaad, meestal gepleegd door mannen) en plegen ze drie maal zo vaak zelfmoord. In zijn boek Waarom feminisme goed is voor mannen kaart Jens van Tricht een krachtig effect aan van door het patriarchaat gedicteerde mannelijkheidsnormen, namelijk het taboe op zelfreflectie. Je moet sterk in je schoenen staan om dat te veranderen in een wereld waar het patriarchaat nog altijd sterk is. Dat geldt voor vrouwen maar zeker ook voor mannen. Voor die gezamenlijke strijd hebben we (zelf)bewuste mannen nodig. Alleen zij zijn sterk genoeg om tegen de stroom in te zwemmen, openbaar de huidige genderverhoudingen aan de kaak te stellen en ze samen met vrouwen recht te trekken. Zo kunnen ze werken aan een betere wereld. In mijn ogen is dat laatste – de strijd voor gelijkwaardigere, betere wereld – het uiteindelijke doel.

Waarde van internationale mannendag

Ook hier ligt een cynische blik op de loer. ‘Zou dan niet iedere dag ‘mannendag’ moeten zijn?’ Ja, natuurlijk. Ikzelf ben me iedere dag bewust dat het ‘beter’ kan en dat ik daar een rol in te spelen heb. Eerlijkheid gebied mij te zeggen, dat ik me vaak laat opslokken door de waan van de dag, die maar al te vaak ‘mannelijk’ is. In mijn strijd vind ik nu al veel mannen aan mijn zijde, die prachtige dingen doen om de wereld beter te maken – voor zichzelf en voor mensen van alle genders in hun omgeving. Als het dan om internationale mannendag gaat kan ik me goed vinden in de woorden die Emancipator, de organisatie voor mannen en emancipatie, op haar website heeft staan: “Emancipator viert mannendag door aandacht te besteden aan projecten die gaan over zorgzame mannelijkheid en gewelddadige mannelijkheid”.

Op internationale mannendag komen deze actieve mannen bij elkaar, niet om een feestje te vieren, maar om elkaar te ontmoeten, te ondersteunen en te inspireren. Om stil te staan bij de geslaagde acties, zoals de verlenging van betaald vaderschapsverlof, en om te leren van initiatieven die minder goed zijn verlopen. Ook ondersteunen de mannen elkaar in hun persoonlijke pogingen om anders in de wereld te staan. Dit jaar presenteren leden van de groep Boys won’t be boys tijdens internationale mannendag een deel van het programma waarmee ze langs de Nederlandse theaters trekken om te laten zien dat man-zijn vele vormen aan kan nemen. Het zijn het soort activiteiten dat we al jaren zien op internationale vrouwendag. Nu dus ook op internationale mannendag. Eindelijk, zou ik zeggen.

Internationale mannendag vormt ook de opmaat tot de White Ribbon Campagne. In die zestien daagse campagne – van 25 november tot en met 10 december (dag van de mensenrechten) – werken mannen (en vrouwen) aan het voorkomen van geweld tegen vrouwen. De campagne omvat tal van activiteiten om ook het brede publiek te bereiken met een simpele boodschap. “Geweld tegen vrouwen is onacceptabel.” Daaronder ligt ook de meer persoonlijke en bredere vraag: “Wat voor man wil jij zijn en zien in de wereld.”

Ik ben ervan overtuigd dat het gros van de mannen op deze wereld het beste voor heeft met hun medemens en zorgzaam, liefdevol, ondersteunend, sterk en verantwoordelijk is. Voor velen is dit zo vanzelfsprekend dat ze denken dat het niet nodig is om hier ruchtbaarheid aan te geven. Daarmee laten ze echter ruimte voor mannen die vastzitten in hun klassieke mannenrol. Juist in het publiekelijk delen van hun maatschappelijke en persoonlijke verantwoordelijkheidsbesef kunnen zij alle ‘goede mannen’ verenigen en een positieve beweging in gang zetten. Internationale mannendag biedt mannen die werken aan een betere wereld voor mannen en vrouwen, een prachtige gelegenheid om zich te verbinden en te laten zien dat het menens is.

Blogmarathon 2021: Inspiratie voor jouw verhaal

Redenen om mee te schrijven …

… inspiratie voor jullie verhalen

Hoe krijgen we mannen zover dat ze hun stem verheffen en geweld, gendergerelateerd geweld, publiekelijk afwijzen? Want uiteindelijk is geweld tegen vrouwen een mannenprobleem. Zij zijn in hoofdzaak degenen die dit geweld plegen. Nee, niet alle mannen, en jij vast ook niet. Maar juist die ‘goede’ mannen zijn aan zet, zoals doorklinkt uit de ondertitel van Jackson Katz’s boek The Macho Paradox: ‘Waarom sommige mannen vrouwen pijn doen, en alle mannen kunnen helpen’. Wij zijn die mannen die kunnen helpen om het geweld te bestrijden.

Wat houd jou tegen om de spreekwoordelijke pen te pakken en je gedachten op papier te zetten? Er is genoeg om over te schrijven; waar moet je beginnen? Natuurlijk is er ook het probleem tijd – druk, druk, druk – maar het is niet nodig om een heel essay te schrijven om gehoord te worden.

Hieronder heb ik een groot aantal links geplaatst die je mogelijk kunnen inspireren. TIP: Lees en kijk ze niet allemaal achter elkaar; dan houd je geen tijd meer over om te schrijven. Kies een thema dat je raakt en kijk of je iets kunt met de verhalen die eronder staan. Het begint met brede verhalen over het verheffen van je stem, de kracht van het woord en het verschil dat dappere mensen kunnen maken. Daarna volgen inhoudelijke verhalen die jullie op een idee kunnen brengen.

Zwijgen of spreken

Ikzelf haal veel kracht uit het lied (I can’t keep) Quiet van MILCK. Als ik niet vertel wat ik weet, wat ik voel en heb meegemaakt, zal niemand het weten, en komen zij niet in actie. Verder haal ik ideeën uit toespraken, teksten, boeken van mensen – mannen en vrouwen – die hun nek uitsteken. Hier een greep uit de verhalen van deze ‘helden’.

Jackson Katz, die in The Macho Paradox mannen oproept hun verantwoordelijkheid te nemen.

Rebecca Solnit, schrijfster die een prachtig essay schreef over (vrouwelijk en mannelijk) zwijgen.

Justin Baldoni, acteur die het zat is om Man enough te zijn.

Laura Bates, oprichter van ‘Everyday sexism’.

Tarana Burke, oprichter van MeToo.

Hannah Gadsby, stand up comedian (Nanette).

Karlie Kloss, voormalig model van sexy lingerie.

Pauline Harmage, schrijfster van ‘Mannen, ik haat ze’.

Paxton Smith, die haar afstudeerspeech in Texas wijdde aan de nieuwe abortuswet.

Saskia de Coster, die patriarchale vrouwenhaat aan de kaak stelt.

Bregje Hofstede, die de angst van mannen voor sterke vrouwen bespreekt.

Deepa Narayan, Indiase vrouw die de opvoeding van meisjes bekritiseerd.

Jan Willem Duyvendak, die de vele problemen noemt die mannen veroorzaken.

Jullie zullen zelf vast wel andere voorbeelden kennen van indrukwekkende verhalen van sterke mannen en vrouwen. We zouden deze graag leren kennen.

Hier volgt een aantal inhoudelijk thema’s, die wellicht een bel bij jullie doet rinkelen.

 

Bystanders

Veel mannen zien zich als toeschouwer van geweld. Maar daar houdt hun rol niet op, natuurlijk. Wat kun je als omstander doen om seksueel geweld te voorkomen? Het begint met erkennen dat er iets mis is. Hier wat theorie. En in de praktijk gebeurt het vaker dan je denkt. Enkele voorbeelden. Ook in Nederland gaat het vaak goed. Wat doe je dus als een wildvreemde vrouw je aanspreekt?

Huiselijk geweld

Huiselijk geweld maakt heel veel slachtoffers. Het is vaak complexer dan het simpele dader-slachtoffer verhaal, waarbij de man denkt dat hij het in de relatie altijd voor het zeggen heeft. Ja, het is meestal (niet altijd) de man die zijn agressie niet onder controle heeft. Daarbij is het goed om je te realiseren dat de ook gewelddadige mannen zichzelf vaak machteloos voelen. De lockdown heeft spanningen binnen relaties doen oplopen en meisjes en vrouwen zelfs gedwongen om het huis te verlaten. Juist mannen kunnen mannen een luisterend oor bieden. Dat geldt ook voor hulpdiensten, zoals dit telefoongesprek laat zien (uitgezonden in de pauze van de Super Bowl in Amerika). De aanpak vergt langdurige aandacht om herhaling te voorkomen.

#MeToo, machtsmisbruik en werk

#MeToo dateert van 2017, maar is nog altijd actueel. Twee voorbeelden laten zien dat soms daadkrachtige actie volgt en soms juist laksheid troef is. Eén op de zes werknemers heeft ooit te maken gehad met seksuele intimidatie op de werkvloer. Het is belangrijk om dit te signaleren en aan de kaak te stellen, maar dat gebeurt nog weinig. En zelfs als dat gebeurt, blijft actie vaak uit. Wat kun je als organisatie zoal doen?

Overheid/politie en seksueel geweld

Dit jaar schokte de moord op de Britse Sarah Everard door een politieagent de wereld. Het is niet het enige voorbeeld van het verzaken van hun verantwoordelijkheid door de overheid, politie en justitie. Vaak tot woede van veel politici. Langzaam lijkt er iets te veranderen, maar is het (snel) genoeg? In Nederland erkent de overheid de schuivende moraal en wordt dit eindelijk wettelijk vastgelegd.

Politiek en bestuur

De politiek is een uitgesproken vrouwonvriendelijke wereld. In de verkiezingscampagne was sprake van onversneden vrouwenhaat, zo berichtte de Groene Amsterdammer. Internationaal deed het zogenaamde stoelincident in Ankara (sofagate), waar de vrouwelijke voorzitter van de Europese Commissie door president Erdogan ondergeschikt werd behandeld aan haar mannelijke collega, veel stof opwaaien. Ook de ongrijpbaarheid van een PVV-politicus die over de schreef ging, is een stuitend voorbeeld van de machowereld van de politiek.

Het leger als macho-wereld

Waar militairen zijn is seksueel geweld dichtbij. Het is dan ook geen pretje om als vrouw of niet-cis man in het leger te zitten. Hier is mannelijkheid de norm.

Verwerking

Er is meer dan het juridische pad, bij seksueel geweld. Zedenslachtoffers praten tegenwoordig vaker met daders soms zelfs na heel lange tijd. Literatuur, schrijven of lezen over verkrachtingen, kan helend werken. Weet jij een goed voorbeeld waar je over kunt bloggen?

Kunst en sport

De misstanden in de kunstwereld stonden aan de wieg van de #MeToo-beweging. Daar ligt een grotere misstand onder: de enorme onderwaardering van vrouwelijke karakters in films. Deze ongelijkheid in status en macht speelt niet alleen in de filmwereld. Ook in de topsport is het een enorm probleem, dat vooral gevolgen heeft voor meisjes en vrouwen. Dan zijn vrouwelijke acteurs en dansers als snel gedegradeerd tot lustobject.

Straat- en online-terreur

Lastigvallende mannen komen in vele gedaanten, zowel op straat als online. Het is iets wat vrouwen niet graag meemaken. Wereldwijd maken echter meer dan de helft van de meisjes het mee. Het zorgvuldig delen van berichten op social media kan helpen, maar kan zich ook tegen het slachtoffer keren. Bij het optreden van straatterreur kunnen mannen een belangrijke rol spelen.

Manosphere – online en offline

Seksueel en gendergerelateerd geweld zijn al lang niet meer het domein van eenzame slechte mannen. Laura Bates schreef een boek over mannen die vrouwen haten, waaruit blijkt dat allerhande mannen elkaar treffen in online groepen, de zogenaamde manosphere. Er is volgens haar sprake van een giftig-mannelijke afscheidingsbeweging. Mannen spuwen ruwe haatberichten op internet en zetten daarmee aan tot vaak dodelijk geweld. Dichterbij huis toont offline vrouwenhaat zich in ‘onze’ studentencorpora. Om dit te voorkomen is vroege interventie door professionals gewenst. Inmiddels is onderzoek gestart naar het herkennen van misogynie, hetgeen een nuttig hulpmiddel opleverde.

Pffff – pauze met positieve berichten

Even een intermezzo voor wie in al dit geweld nog vertrouwen wil houden in de goedheid van het merendeel van de mannen. Het brengt je misschien op ideeën voor actie. Zo heeft de oxford-dictionary de definitie van vrouwen aangepast aan de tijdgeest, vertelt een vrouw allerlei verhalen over mannen die haar niet lastig vallen en verklaart Japke d. Bouma dat er volgens haar niets mis is met ‘de man’. In Amsterdam krijgen ambtenaren tegenwoordig training om zich bewust te worden van hun privileges. En, wat gebeurt er als je mannen vraagt seksistische ‘grappen’ uit te leggen? Mijn ervaring is dat je daar zelf in ieder geval veel plezier aan beleeft.

Zelfverdediging / wraak

Geweld tegen vrouwen veroorzaakt veel ellende. Het dwingt vrouwen om zich voor te bereiden op datgene wat ze niet willen meemaken. Als ze op straat lopen of als ze uitgaan. Voor mannen die het geweld plegen is het ook niet altijd veilig. In Mexico is een klopjacht gaande op moordenaars van vrouwen en slachtoffers van huiselijk geweld kunnen tot het uiterste gedreven worden, zeker als ze geen steun krijgen van buitenaf.

Victim blaming

Stop met de verantwoordelijkheid bij het slachtoffer leggen en bagatelliseer het lastigvallen niet. Steun is van levensbelang, want verkrachting is geen klein dingetje.

Schoonheidsideaal

Hoe lang blijven mannen en modebladen nog dicteren hoe vrouwen eruit moeten zien. Voor Karlie Kloss was he reden om een succesvolle modelcarrière vaarwel te zeggen. Deze schoonheidsdwang is een vorm van gendergerelateerd geweld. Mooi zijn lijkt soms wel een olympische sport.

Mannenmars

We zijn inmiddels gewend aan de Women’s March. In 2017 werd deze nieuw leven ingeblazen. De omvang ervan verraste (de aanhangers van) de nieuwe president Donald Trump. Het lied Quiet van MILCK staat symbool voor de actie. In Nederland staan vrouwen – ondersteund door mannen – met enige regelmaat de straat op om geweld tegen vrouwen aan de kaak te stellen. Waar blijven de mannen? De White Ribbon Campagne ontstond doordat mannen in Montreal, Canada massaal de straat op gingen na een massamoord op vrouwen. Laten wij mannen niet langer wachten tot vrouwen in actie komen, maar zelf een mannenmars organiseren.

 

Verslag van het trainingsweekend

Ola Plonska doet promotieonderzoek naar mannenwerk en mocht mee op trainingsweekend om te observeren. Daarover schreef ze deze blog. Benieuwd naar onze trainingsweekenden? Laat hier je gegevens achter, dan houden we je op de hoogte van volgende weekenden!

Hoe zit jij er nu bij?

“Toch een beetje zenuwachtig”
“Zin in, vooral heel erg benieuwd naar iedereen hier”
“Ja.. wel spannend om hier te zijn, maar ook zin in dit weekend”

Daar zat ik dan op vrijdagavond 24 september op een mannenweekend van Emancipator. Om specifiek te zijn: een trainingsweekend voor mannen die zich willen inzetten om geweld tegen vrouwen te voorkomen. Hierbij moet direct iets gemeld worden. Alhoewel het een ‘trainingsweekend voor mannen’ was, waren alle mensen welkom die zich altijd, soms, of zelden, als man identificeren. Dus ook in dit stuk zal ik ‘man’ in deze bredere zin van het woord gebruiken. Naast mannen waren ook mensen zoals ik welkom: een vrouwelijke antropoloog geïnteresseerd in wat er nou gebeurt op zo een weekend.

Ook ik kon er niet omheen dat ik redelijk zenuwachtig was toen ik vrijdagavond in een kring met zeventien mannen zat en de vraag kreeg: hoe zit jij er nu bij? Het is niet vaak gebeurd dat ik mij zo bewust was van mijn eigen vrouw-zijn en hoe ik hiermee wellicht een groep beïnvloedde. Gelukkig was de ontvangst door het team van Emancipator en alle deelnemers als een warm bad. Ik voelde mij niet alleen direct welkom, maar ook echt onderdeel van de groep.

Het thema van het weekend was hoe gendergerelateerd geweld voorkomen kan worden. Dus niet zozeer alleen geweld tegen vrouwen specifiek, maar alle vormen van geweld die veroorzaakt worden door bepaalde normen en verwachtingen die wij stellen aan mannelijkheid. Want gendergerelateerd geweld is ook in Nederland een gigantisch probleem. Bijna de helft van de Nederlandse vrouwen krijgt na haar vijftiende te maken met seksueel of fysiek geweld. In negen van de tien gevallen wordt dat geweld gepleegd door een man. En dan wordt hier nog niet eens gesproken over al het verbale of ‘minder zichtbare’ geweld waar veel vrouwen dagelijks mee te maken krijgen: op werk, op school, op straat of thuis. Uiteraard zijn niet alle mannen plegers van geweld, maar álle mannen kunnen wel onderdeel van de oplossing zijn. Maar hoe?

Om met de groep te achterhalen hoe dit type geweld beter voorkomen kan worden was het eerst belangrijk om het idee van ‘man-zijn’ te ontleden. Dit deden wij door middel van de man/womanbox. Tijdens deze oefening vulden wij met alle deelnemers in wat de normen en verwachtingen zijn die de maatschappij waarin wij leven (Nederland) stelt aan mannelijkheid en vrouwelijkheid. Al snel werd duidelijk dat man-zijn draait om vooral niet vrouwelijk zijn. Ook werd ons duidelijk dat om als ‘perfecte man’ gezien te worden je aan vrijwel alle verwachtingen moet voldoen. De verwachtingen die wij daarentegen aan vrouwen stellen zijn vaak heel tegenstrijdig en juist onmogelijk samen te waarborgen. Bijvoorbeeld: wél sexy, maar niet te seksueel. Wat ook opvalt: terwijl vrouwelijkheid grotendeels draait om zorgzaamheid en moederschap, wordt het woord vader niet één keer genoemd bij het invullen van mannelijkheid. “En dit gebeurt nou eigenlijk bijna iedere keer bij deze oefening”, stelt oprichter van Emancipator Jens van Tricht. Dit komt bij veel deelnemers hard aan.

Dit sluit goed aan bij het volgende deel van het programma: de piramide van geweld. Deze wordt geïntroduceerd door een video. In deze video zijn beelden te zien van een gezin in verwachting, een baby die wordt geboren, opgroeit tot een meisje en jonge vrouw. Over deze beelden is een voice-over te horen van een meisje die haar vader toespreekt. Zij vertelt wat zij allemaal zal meemaken in haar leven rondom mentaal, fysiek en seksueel geweld van jongens – met de oproep aan haar vader om hier alsjeblieft niet aan bij te dragen. Want terwijl het topje van de piramide: moord van vrouwen, redelijk ‘zichtbaar’ is (bijvoorbeeld in de media), is de onderkant van de piramide dat niet. En dat is juist het probleem, want daar begint het geweld.

Gendergerelateerd geweld begint namelijk bij dingen die heel onschuldig lijken, zoals de vaak onmogelijke verwachtingen die wij stellen aan vrouwelijkheid en mannelijkheid. Dingen zoals een echte man zijn, sterk en dominant zijn, hetero zijn of geen emoties tonen. Dit kan resulteren in slutshaming, homofobie, ongelijke behandeling op de werkvloer en seksistische grappen. Uiteindelijk loopt de piramide toe naar vernedering, belediging, nafluiten, seksuele intimidatie, aanranding, verkrachting en moord. Uiteraard betekent dit niet dat iedereen die seksistische grappen maakt uiteindelijk ook fysiek gendergerelateerd geweld zal plegen. Maar iedereen die seksistische grappen maakt draagt wel bij aan een cultuur die veel ‘onzichtbaar’ gedrag negeert en een voedingsbodem voor gewelddadig gedrag faciliteert. Moeten mannen elkaar dan alleen aanspreken op seksistische grappen om gendergerelateerd geweld te voorkomen? Nee, zo simpel is het helaas niet. Verwachtingen die wij stellen aan jongens en meisjes zijn diepgeworteld in onze cultuur, tradities en omgangsvormen. Dit zijn sociale aspecten die niet eenvoudig te doorbreken zijn, maar wel noodzakelijk als wij een maatschappij willen creëren die zich minder richt op onderlinge verschillen, en meer op onderlinge gelijkenissen. Want ja, ‘vrouwen’ onderling verschillen meer van elkaar dan ‘vrouwen’ van ‘mannen’ en vice versa.

Alle deelnemers hebben aan het einde van het weekend een plan gepresenteerd over hoe zij gaan bijdragen aan het voorkomen van gendergerelateerd geweld in hun eigen omgeving. De plannen liepen uiteen van het starten van een podcastserie, het organiseren van workshops bij de defensie, lesgeven op basisscholen, starten van een leesclub, workshops geven op werk of het maken van een kinderboek. Maar naast de concrete plannen is er ook een netwerk ontstaan van mannen die elkaar willen steunen op dit gebied, wat wellicht wel de belangrijkste uitkomst van dit weekend was. Veel van de initiatieven zullen gesteund en uitgelicht worden door Emancipator, dus blijf ze vooral volgen als je hiervan op de hoogte wil blijven. Ik ga deze inspirerende mensen in ieder geval zéker volgen de komende tijd en ben ontzettend benieuwd hoe zij de lessen uit dit weekend zullen meenemen in hun dagelijks leven.

Dus hoe zit ik er nu bij? Geïnspireerd en hoopvol.

Wil je op de hoogte blijven van mijn onderzoek naar mannelijkheid in Nederland? Volg mij dan op instagram @olatheanthropologist of kijk af en toe op mijn website: www.olaplonska.nl. Vragen, suggesties of ideeën mogen ook altijd op de mail naar info@olaplonska.nl

Versvak | Margot Pijnenburg: Reproductieve rechten als duurzaam agendapunt: heeft het zin om op een vrouw te stemmen?

Dit is de derde blog in samenwerking met Versvak. Margot heeft Rechtsgeleerdheid gestudeerd aan de Utrecht Universiteit en volgt momenteel de master Gender Studies. Ze is stagiair bij Women on Waves en Emancipator.

Honderd jaar kiesrecht, jij bepaalt nog steeds voor mij. Je hebt het over kindermoord, ik zeg jij bent niet goed wijs“. Sophie Straat spoorde in de aanstekelijke hit Tweede Kamer de luisteraar op om bij de verkiezingen half maart vooral op een vrouw te stemmen. Immers, zo zingt ze, na honderd jaar vrouwenkiesrecht is nog maar 32 procent van de Tweede Kamer vrouw. Dit betekent voor Sophie Straat in ieder geval een achterhaalde kijk op abortus. Hoe staat het in de werkelijkheid met het recht op abortus in Nederland, en wat is de betekenis van de afgelopen Tweede Kamerverkiezingen hiervoor geweest?

 

Feminisme is hot

Dat feminisme de afgelopen jaren een hot topic is geworden, is duidelijk. Dit gold al een tijdje voor de commerciële sector – men denke aan de kledingmerken die vrolijke feministische leuzen op witte T-shirts verkondigen – maar de verkiezingspartijen lijken de populariteit inmiddels ook te hebben opgepikt. In de campagnefilmpjes, die nu steeds meer op de sociale media van de al geïnteresseerden opduiken, lijken partijen gretig gebruik te willen maken van het feminisme.

Internationale Vrouwendag op 8 maart had dan ook niet beter kunnen vallen dan midden in de campagneperiode. De Partij voor de Arbeid organiseerde een talkshow over vrouwenrechten in Nederland op zondag 7 maart. Diezelfde avond volgde er één van GroenLinks met de hashtag #meerfeminisme. Onderwerpen als de loonkloof, reproductieve rechten (rechten die samenhangen met seksualiteit en voortplanting) en diversiteit kwamen langs. Tevens spraken meerdere lijsttrekkers die vrouw zijn over het seksisme dat zij ervaren als politiek figuur (zie hier het filmpje). Met name dit laatste is in lijn met een noviteit van dit verkiezingsjaar; voor het eerst in de Nederlandse geschiedenis zijn er zoveel – tien van alle 37 verkiesbare partijen – vrouwelijke lijsttrekkers.

 

Een overwinning: wijziging van de Wet afbreking zwangerschap

Een belangrijk speerpunt van het feminisme, reproductieve rechten, kwam op 25 februari een overwinning toe, toen de Tweede Kamer met een ruime meerderheid instemde met het wetsvoorstel van GroenLinks-Kamerlid Corinne Ellemeet en PvdA-partijleider Lilianne Ploumen.[1] Dit wetsvoorstel zag erop toe de verplichte bedenktijd van vijf dagen voor een abortus te schrappen.[2] D66-Kamerlid Pia Dijkstra had diezelfde week ook een wetsvoorstel over precies hetzelfde onderwerp ingediend[3], maar uiteindelijk gingen GroenLinks en PvdA er toch met de eer vandoor. Ook het wetsvoorstel van GroenLinks en PvdA, die het mogelijk moet maken voor huisartsen om een abortuspil te verstrekken, werd aangenomen. Trots berichtte Ploumen over het succes, en ook GroenLinks liet weten blij te zijn met de uitslag.

 

Maar hoe zat het eigenlijk met de Wet afbreking zwangerschap?

De voorstellen geven inderdaad redenen tot blijdschap. De Wet afbreking zwangerschap (hierna: de Wafz), dateert van 1984 en is hierna niet meer gewijzigd. Toenmalig Minister van Justitie Job de Ruiter (CDA) en Minister van Volksgezondheid Leendert Ginjaar (VVD) bogen zich toentertijd over het wetsvoorstel. Het resultaat gaf blijk van de sociale en politieke strijd, met o.a. de Dolle Mina’s als voornaamste actievoerders[4]: abortus werd toegestaan, maar vrouwen moesten dan wel verplicht vijf dagen nadenken wanneer zij hierover hadden gepraat met een huisarts.

De bedenktijd was het idee van wetgevingsjurist Cees Fasseur. Hij voorzag dat het CDA vóór het wetsvoorstel zou stemmen wanneer daar bedenktijd in opgenomen was en inderdaad, het wetsvoorstel werd met een zeer nauwe meerderheid – 76 tegen 74 – aangenomen in de Tweede Kamer. Een “politieke handigheid”, zoals hij het zelf omschreef. Het resultaat van deze handigheid is anno 2021 nog te zien in de wet; nog steeds dient een vrouw – of, hoewel de wet hier niet over spreekt, een trans- of queerpersoon – vijf dagen te wachten voordat zij geacht wordt een weloverwogen besluit te hebben genomen, een bedenktijd die veel vrouwen als belastend ervaren.

 

Abortus in Nederland nog steeds strafbaar?

De nieuwe wetsvoorstellen voor de Wafz bieden een welkome doorbreking van de stilte die rondom de wet heerste. Hoewel ooit een progressieve wet, aangenomen in een periode waarin meerdere West-Europese landen (Frankrijk, Verenigd Koningrijk en Duitsland) abortus legaliseerden, loopt de Nederlandse abortuswetgeving inmiddels hopeloos achter op andere Westerse landen. In Frankrijk, Zweden en Engeland wordt de abortuspil bijvoorbeeld al wél door de huisarts verstrekt.

België en Canada hebben het verbod op abortus uit het Wetboek van Strafrecht gehaald, terwijl deze in Nederland nog te vinden is in art. 82a Sr. Sceptici kunnen denken: “Maar het kan toch? Hoe belangrijk is zo’n stukje overblijfsel in het wetboek?” De strafbaarstelling van abortus is echter van grote invloed, stelt Anniek de Ruijter van Bureau Clara Wichmann:

“Het schuldgevoel is in de wet vastgelegd. Abortus is geen recht, zoals we vaak denken, het is een uitzondering op de normale situatie, namelijk dat het strafbaar is. De emotie die abortus losmaakt, ligt nu aan de basis van de wetgeving, niet de logica of rationaliteit dat vrouwen net als mannen het recht op zelfbeschikking hebben.”

 

De macht aan de kiezer?

De abortuswetgeving in Nederland is dan ook aan modernisatie toe. Omdat de wetsvoorstellen om een medisch-ethisch onderwerp gaan, heeft het demissionaire kabinet echter besloten om deze vóór de verkiezingen nog even links te laten liggen. Het wetsvoorstel kan dus nog van tafel worden geveegd als het volgende kabinet besluit het toch niet door te zetten.

Dit brengt dan ook de vraag wat de betekenis is van de recente Tweede Kamerverkiezingen voor de slagingskans van dit voorstel en hiermee de toekomst van abortuswetgeving in Nederland. En: wat kan de kiezer eigenlijk (of wat had de kiezer kunnen) doen om reproductieve rechten te verzekeren?

Wie Sophie Straat’s devies dan ook volgde, stemde bij de Tweede Kamerverkiezingen op een vrouw. Het initiatief “Stem op een Vrouw” is in 2017 in het leven geroepen om precies dit te promoten: stemmen op een vrouw die lager op de stemlijst staat, om ervoor te zorgen dat zij in de Tweede Kamer komt. Vrouwen in de politiek zijn belangrijk en een vertegenwoordiging van 32 procent is dan ook niet voldoende, vindt de organisatie:

Wanneer de politiek meer divers is, maken politici betere besluiten. Omdat meer verschillende mensen meepraten, bijvoorbeeld met verschillende culturele achtergronden, LHBT+, jong en oud, mbo’ers en universitair opgeleiden, met en zonder een beperking, wordt er in die besluiten namelijk met meer mensen rekening gehouden. Ook komen er bij een meer diverse Tweede Kamer meer verschillende onderwerpen aan bod, die van meer kanten bekeken worden.”

 

Wat weten we tot nu toe?

In de wetenschap heerst enige onduidelijkheid over het positieve effect van vrouwenvertegenwoordiging als middel om aandacht te genereren voor vrouwenrechten en -onderwerpen die specifiek voor vrouwen belangrijk zijn.[5] Enkele onderzoeken tonen aan dat het verschil in aandacht voor deze onderwerpen nihil is, wanneer meer vrouwen in het parlement vertegenwoordigd zijn.[6] [7]

Andere onderzoeken duidden echter op een wezenlijk verschil. Zo bleek uit een Zweeds onderzoek dat wanneer er meer vrouwen in de Zweedse Riksdag – het parlement – vertegenwoordigd zijn, meer vrouwenonderwerpen gerepresenteerd worden op de agenda.[8] Het resultaat van dit onderzoek ondersteunt dan ook de theorie van de politics of presence.[9]

Volgens deze theorie is het geslacht en de etniciteit van een parlementariër van belang voor de onderwerpen die hij of zij ter tafel brengt. Oftewel; de aanwezigheid van vrouwen in het parlement (descriptieve vertegenwoordiging van vrouwen) heeft een positieve invloed op de vertegenwoordiging van vrouwenonderwerpen (substantiële vertegenwoordiging van vrouwen).

Als we de theorie van politics of presence volgen, betekent het dus dat vrouwelijke parlementariërs vaker onderwerpen als genderongelijkheid en sociaal welzijn – waaronder reproductieve rechten – aankaarten.

Dat hebben we ook in de praktijk gezien bij de afgelopen Tweede Kamerverkiezingen. Vrouwelijke parlementariërs benadrukten de ‘vrouwenonderwerpen’ meer dan mannen, zowel in hun campagnes vóór de verkiezingen als in hun persoonlijke interesses en belangrijke speerpunten voor de toekomst.

Hetzelfde hebben we ook gezien bij de vrouwelijke stemmers, die vaak meer belang hebben gehecht aan thema’s zoals gezondheidszorg en gendergelijkheid dan mannen (zie hier voor het onderzoek uitgevoerd door I&O Research). Ook interessant in dit kader is de eerder verschenen blog van Jos van der Schot over goedbedoeld seksisme.

Bovendien is gebleken dat vrouwen met een migratieachtergrond in de Tweede Kamer vaker onderwerpen aankaarten die van belang zijn voor deze groep.[10] Representatie gaat dus niet slechts over gender, maar speelt ook bij andere identiteiten een rol. Kiezers lijken zich hier ook meer en meer van bewust te zijn; ook het belang van kandidaten van kleur werd onderstreept tijdens de campagneperiode.

 

Alleen vrouwen voor vrouwenrechten?

Het aandeel vrouwen in de Tweede Kamer kan dus van invloed zijn op het belang dat de Kamer hecht aan reproductieve rechten. Wanneer we uitgaan van de politics of presence-theorie moeten we pleiten vóór het stemmen op een vrouw om deze vertegenwoordiging mogelijk te maken. Echter, hier dient wel een kanttekening te worden gemaakt; vrouwenonderwerpen worden niet slechts door vrouwelijke parlementariërs ter tafel gebracht. Ook mannelijke parlementariërs hechten hier vaak waarde aan.

Descriptieve vertegenwoordiging staat dan ook niet altijd gelijk aan substantiële vertegenwoordiging. Opvallend genoeg is uit Duits en Zweeds onderzoek ook nog eens gebleken dat mannelijke parlementariërs iets minder vaak vrouwenonderwerpen aankaarten wanneer het aandeel vrouwelijke parlementariërs stijgt. [11],[12] Een verklaring zou kunnen zijn dat mannen zich terugtrekken van de zogenaamde vrouwenonderwerpen wanneer er genoeg vrouwen zijn om die onderwerpen zelf te vertegenwoordigen.

Het moderniseren van de abortuswetgeving zal nog wat meer voeten in de aarde hebben. D66 besloot na de verkiezingen van 2017 in een coalitie te stappen met CDA en de Christenunie, en zette zichzelf zo buitenspel voor wat betreft hun progressieve medisch-ethische politiek. De afspraak was namelijk dat geen wetsvoorstellen mochten worden ingediend die gericht waren op de aanpassing van de abortuswetgeving. D66 kon daarom pas in februari 2021 het wetsvoorstel indienen en ook VDD moest eerder toegeven hun onmacht wat betreft de abortusdiscussie te betreuren: “We hebben nou eenmaal te maken met een coalitie en dan is het: afspraak is afspraak.”

Nu, na de verkiezingen van 2021, bevindt zich dan ook de voornaamste onzekerheid over de positie van reproductieve rechten op de agenda van de volgende vier jaar in de volgende coalitievorming. Wat betreft de diversiteit, in het bijzonder het aantal vrouwen in de Tweede Kamer, laat de verkiezingsuitslag een positieve beweging zien; 39 procent van de Tweede Kamerleden bestaat, mede dankzij voorkeursstemmen uit vrouwen. Door voorkeursstemmen zijn bijvoorbeeld Kauthar Bouchallikht en Lisa Westerveld van GroenLinks, en Marieke Koekkoek van Volt in de Kamer gekomen.

Er bestaat tegelijkertijd wederom een grote kans dat er een coalitie wordt gevormd met als kern de VVD, D66 en het CDA. Hoewel de ChristenUnie nu niet een grote speler lijkt, wordt het wellicht nog steeds moeilijk om progressieve medisch-ethische besluiten te nemen. Zelfs met een grotere vertegenwoordiging van vrouwen, blijft de invloed van de christelijke partijen, die samen met DENK ieder tegen de laatste twee wetsvoorstellen stemden, groot, en zal volwaardig zelfbeschikkingsrecht voor vrouwen misschien nog even moeten wachten.

 

Noten

[1] https://www.tweedekamer.nl/kamerstukken/moties/detail?id=2021Z03816&did=2021D08319

[2] https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-29323-152

[3] https://www.tweedekamer.nl/kamerstukken/wetsvoorstellen/detail?id=2021Z03572&dossier=35737

[4] https://www.ntvg.nl/system/files/publications/2006105670001a.pdf

[5] https://pure.uva.nl/ws/files/46899745/De_tweede_sekse_in_politiek.pdf

[6]https://www.researchgate.net/publication/297600652_The_Parliamentary_Behaviour_of_Women_and_Men_MPs_Equal_Status_Similar_Practices

[7] https://www.researchgate.net/publication/4779971_Westminster_Women_The_Politics_of_Presence

[8]https://www.researchgate.net/publication/229961540_Testing_the_Politics_of_Presence_Women%27s_Representation_in_the_Swedish_Riksdag

[9]https://www.researchgate.net/publication/229667435_Dealing_With_Difference_A_Politics_of_Ideas_Or_A_Politics_of_Presence1

[10] https://www.tandfonline.com/doi/full/10.1080/01402382.2019.1573036

[11] https://onlinelibrary.wiley.com/doi/10.1111/spsr.12392

[12] https://www.tandfonline.com/doi/abs/10.1080/1554477X.2016.1219582

 

Omslagfoto door Giacomo Ferroni via Unsplash

 

Versvak | Jos van der Schot: Hard en zacht seksisme gaan hand in hand

Dit is de tweede van drie blogs in samenwerking met Versvak. Jos van der Schot is journalist en essayist en schrijft al meer dan 30 jaar over maatschappelijke verandering.

Seksisme komt in vele gedaanten. Sommige zijn onmiskenbaar, venijnig en destructief, zoals bedreiging, vernedering, stalking, intimidatie of mishandeling. Andere zijn verscholen, zachtaardig en … even destructief. Deze versluierde vormen – goedbedoeld, welwillend of hoffelijk seksisme – lijken onschuldig, maar zijn dat niet. Lees hier hoe het werkt, de effecten ervan en wat je ertegen kunt doen.

Afgelopen maand stond Nederland in het teken van de Tweede Kamerverkiezingen, met veel vrouwen als lijsttrekker. En dat hebben deze vrouwen geweten. Ze ontvingen een stortvloed van hatelijke en bedreigende berichten. De Groene Amsterdammer bekeek samen met onderzoekers van de Universiteit Utrecht meer dan 300.000 twitterberichten aan vrouwen in de landelijke politiek en kwalificeerde 10 procent daarvan als haatdragend of bedreigend.

D66-voorvrouw Sigrid Kaag, volgens velen de meest gezaghebbende van de vrouwen die de lijst trekken, kreeg de hoofdprijs. Ze ontving gemiddeld ieder kwartier een haatmail of bedreiging en de hashtag #kutkaag was populair. Politici scoren sowieso hoog op de haatlijsten van sociale media, maar van hen krijgen vrouwen disproportioneel veel haat over zich heen. De onderzochte berichten waren persoonlijker, met verwijzing naar hun vrouw-zijn, soms gecombineerd met racistische en xenofobe uithalen.

Binnen al dat verbale geweld kreeg Lilian Marijnissen te maken met een heel andere vorm van seksisme: een opzichtige flirt van Mark Rutte. De rechts-conservatieve minister-president prees de linkse partijleider van de SP voor de ‘vrolijke sfeer’ van de SP-campagne. Waar de haat tegen Kaag overduidelijk seksistisch is – de titel van het artikel in De Groene Amsterdammer (Misogynie als politiek wapen) spreekt boekdelen – is de flirt van Rutte aan het adres van Marijnissen minder herkenbaar als seksisme.

Het heeft een vriendelijke, positieve en ontspannen toon en lijkt iets onschuldigs. De toehoorder én de zender en ontvanger van het ‘compliment’ ontgaat gemakkelijk de neerbuigende en arrogante boodschap die verpakt zit in het combineren van ‘vrouwelijkheid’ en ‘vrolijkheid’. De boodschap, zo lijkt het, is dat als Marijnissen politiek niet al te lastig is en zich vrolijk blijft gedragen, zij misschien wel mag meedoen in ‘zijn’ nieuwe kabinet.

Goedbedoeld seksisme

De twee vormen van seksisme – hard en zacht – zijn verbonden. De basis van seksisme is dat mensen elkaar allereerst zien als ‘man’ of als ‘vrouw’. Vooroordelen over ‘de’ eigenschappen van mannen en vrouwen bepalen mede welke eigenschappen en gedrag mensen van elkaar verwachten in de dagelijkse omgang en hun onderlinge relatie.

De genderstereotypen die hieruit ontstaan zijn talrijk. Zo zouden mannen meer ruimtelijk inzicht hebben, zouden vrouwen meer taalgevoel hebben, vrouwen beter voor kinderen kunnen zorgen, mannen beter met gereedschap kunnen omgaan, mannen zouden ‘van nature’ sterk en competitief zijn en strijden om de macht, terwijl vrouwen zwak, empathisch en verbindend zijn.

De vooroordelen zijn discutabel. Wie goed kijkt ziet dat de verschillen tussen mannen onderling en vrouwen onderling groter zijn dan de verschillen tussen de groepen. Ondanks dat zijn ze hardnekkig en geven ze de samenleving vorm. Zo is de verdeling van betaalde en onbetaalde arbeid op die vermeende verschillen gebaseerd.

Op de werkvloer nemen mannen relatief veel van de ‘fysieke’ banen in, zoals in de bouw, en werken vrouwen weer relatief veel in zorgende beroepen, zoals kinderopvang, onderwijs en de zorg. Ook binnen bedrijfstakken zie je het onderscheid. In vliegtuigen zijn piloten in hoge mate man en stewards vooral vrouw – het onderscheid tussen ‘gezagvoerder’ en ‘cabinepersoneel’ zegt veel over de maatschappelijke status. Seksisme is kortom meer dan een persoonlijke ervaring of geïsoleerd incident. Het is een cultureel verschijnsel.

De flirt van Rutte valt in de categorie ‘goedbedoeld seksisme’ (benevolent sexism). Het bevat vaak een compliment of een ogenschijnlijk ondersteunend gebaar. Het doet denken aan de ouderwetse, maar nog steeds aanwezige hoffelijkheid waarbij mannen specifiek voor vrouwen deuren openhouden, koffers tillen, wielen verwisselen en rekeningen betalen en is vaak werkelijk goedbedoeld. De ontvangende vrouw kan hier moeilijk boos om worden – ze ervaart het ook lang niet altijd als seksisme – terwijl het gedrag wel degelijk is gebaseerd op traditionele genderstereotypes en vooroordelen.

Maar goedbedoeld seksisme is niet altijd even goedbedoeld. Het kan ook een bewuste strategie zijn om iets te bereiken. De hoffelijkheid van de rekening betalende man kan ook berekenend zijn om een tegenprestatie van de vrouw te ‘verdienen’. In het geval van de flirt van Rutte in de campagne zijn het niet de kwaliteiten van Marijnissen die ertoe doen in geval van samenwerking in de Kamer of het kabinet – politiek inzicht, scherpe debatstijl, rechtstatelijke kennis, integriteit en sociaal rechtvaardigheidsgevoel – die Rutte benadrukt.

Rutte prijst de stereotypische vrouwelijke vrolijkheid. Dat degradeert Marijnissen tot een bijzaak in zijn belangrijke ‘mannelijke’ werk en tot een persoon waar je inhoudelijk geen rekening mee hoeft te houden. Hij bevestigt daarmee de ‘natuurlijke’ orde en de dominantie van de man. Door zijn concurrent vriendelijk te verwijzen naar de vrouwendivisie bezweert hij het gevaar van de politieke vrouw. Het is ondenkbaar dat hij zijn mannelijke collega’s ooit zal complimenteren om hun vrolijkheid.

Motor van ongelijkheid

Goedbedoeld seksisme, hoe onschuldig het ook lijkt, is niet zonder gevolgen. Uit onderzoek blijkt dat vrouwen die worden geprezen om kwaliteiten die geen relatie hebben met de taak die ze moeten uitoefenen een negatiever zelfbeeld krijgen en slechter gaan presteren dan vrouwen die deze oneigenlijke complimenten niet krijgen. Dat begint al in het onderwijs, waar misplaatste complimenten bijdragen aan lagere deelname van vrouwen aan economie en bètastudies en hogere deelname in ‘zachte’ vakken, zoals taal en filosofie.

Op de werkvloer versterkt dit effect zichzelf. Neem bijvoorbeeld de zorg en het onderwijs. Vrouwen worden in functioneringsgesprekken gewaardeerd om hun inlevende omgang met patiënten en leerlingen en hun verbindende rol in het team. Of zij de medische handelingen of de lesstof beheersen lijkt minder belangrijk. Omgekeerd krijgen mannen complimenten over hun (vermeende) leiderschapskwaliteiten. Soms heeft het verschil in behandeling zelfs niets met het werk te maken, maar alleen met het feit dat iemand een vrouw of man is (zoals in deze scene van Scrubs). Goedbedoeld seksisme draagt bij aan de scheefgroei in deze (en andere) sectoren. Vrouwen blijven gevangen op de werkvloer en mannen worden afdelingshoofden en schooldirecteuren – of ze dat nu ambiëren of niet.

Deze vorm van seksisme vindt in vrijwel alle segmenten van de samenleving plaats. Je ziet het tot in de hoogste rangen van de wereldpolitiek. Een voorbeeld is premier Jacinda Ardern van Nieuw-Zeeland. Zij heeft het, als grote uitzondering, geschopt tot staatshoofd. Haar vernieuwende, verbindende leiderschapsstijl tekent haar als succesvol staatshoofd. Ze wordt echter vooral geprezen om haar vrouw-zijn en haar vermeende vrouweneigenschappen. Goedbedoeld seksisme is één van de middelen om de patriarchale status quo en de m/v-machtsbalans in stand te houden.

Zelfs als deze seksistische behandeling werkelijk goedbedoeld is, bevestigt en versterkt het de traditionele genderrollen, en daarmee ook het verschil in (carrière)kansen en inkomen, status en macht. Dit is een zichzelf versterkend effect, doordat op deze manier geen rolmodellen ontstaan die van de vooroordelen afwijken: zorgende mannen en leidende vrouwen.

Piramide van geweld

Venijnig en goedbedoeld seksisme zijn twee loten aan de stam van vrouwenhaat, twee uitwerkingen van dezelfde onderliggende patriarchale structuur. Beide leiden ertoe dat de dominantie van de man behouden blijft, waarbij alle middelen geoorloofd zijn. Een groot deel van die middelen onttrekt zich aan ons bewustzijn.

Ze vallen bijna niet op in het ‘normale’ leven van alledag en lijken onschuldig: de dubbele moraal, seksistische grappen en kleedkamerpraat, hoffelijke houding, de verdeling van betaald en onbetaald werk. Als mannen er al op worden aangesproken, wijzen ze maar al te vaak op vertekenende maar bewust en onbewust in standgehouden beelden van mannen en vrouwen. Of ze doen het af als onschuldig grapje of goedbedoelde hulp.

Deze gedragingen zijn niet onschuldig. Ze zijn, zoals alle seksisme, gebaseerd op de vermeende verschillen tussen mannen en vrouwen en het gevoel dat de dominantie van de man en de afhankelijkheid en onderdanigheid van de vrouw natuurlijk en vanzelfsprekend zijn.

De normen, verwachtingen en stereotypen over mannelijkheid en vrouwelijkheid ontstaan niet uit het niets. Het ontstaat met de eerste vraag die vaak al vóór de geboorte klinkt: ‘is het een jongetje?’ of ‘is het een meisje?’.

Vanaf dat moment of vaak zelfs al daarvoor worden jongetjes gesocialiseerd om sterk te zijn, geen emoties te tonen, autoritair, agressief en rationeel te zijn. Kortom, ‘een man’ te zijn. Dat is vooral ook: geen meisje/vrouw, geen homo. Deze man-box wordt niet alleen van buiten opgelegd. Jongens en mannen corrigeren elkaar en spreken elkaar aan op deze normen. Je bent om te beginnen een man. Wie afwijkt kan op afkeuring, pestgedrag en geweld van zijn mede-mannen rekenen.

Een vergelijkbare ‘woman-box’ bestaat ook voor vrouwen. Zij worden in de mal van dienstbaarheid, onderdanigheid, afhankelijkheid en moederschap gegoten. Als ze daaraan niet voldoen zijn ze een bitch of een slet.Op deze normerende laag en de laag van ‘onbewust’ en ‘onschuldig’ seksisme rust een heel bouwwerk van vormen van seksistisch geweld.

Bron: Emancipator. De blauwe lijn markeert seksisme dat zich ‘onder water’ aan het zicht onttrekt.

Doorbreken van de cultuur van (goedbedoeld) seksisme

Uitgangspunt van een eerlijke samenleving is dat ieder mens wordt geboren met een arsenaal aan mogelijkheden en het recht heeft om die ook te ontwikkelen. Door deze enorme potentie constant aan te spreken, los van gender, kan iedereen zich optimaal ontwikkelen.

Als we daarbij erkennen dat, zelfs met de patriarchale normen, de verschillen tussen vrouwen onderling en mannen onderling veel groter zijn dan de vermeende verschillen tussen de seksen dan opent zich een zee van mogelijkheden. Om onze cultuur van seksisme te doorbreken is actie nodig op alle verschillende, maar met elkaar verbonden thema’s en niveaus: onderwijs, gegenderd taalgebruik, vrouwvijandige humor, selectieprocedures voor arbeidsplaatsen, managementfuncties en commissariaten, enzovoort.

We zullen om te beginnen de man-box en de woman-box met beperkende normen en verwachtingen moeten ombouwen in een tool-box voor ieder mens. Kern daarvan is dat iedereen wordt aangemoedigd om zich in alle richtingen die bij hem of haar passen te ontplooien. Het demonteren van de verwachtingspatronen zal tijd kosten, tijd waarin vooral het gesprek erover van belang is en waarin rolmodellen een belangrijke taak hebben.

Eenzelfde hervorming past in het onderwijs, op de werkvloer, in het huishouden, relaties. Iedereen heeft daar recht op gelijkwaardige begeleiding en stimulering om het beste uit zichzelf te kunnen halen en door te groeien naar de mens die zij willen zijn. Dat betekent dat iedereen op eigen functioneren en ambities wordt aangesproken, los van gender. Een mooi voorbeeld hiervan is te zien bij het Concertgebouworkest, waar bij audities een gordijn hangt tussen de muzikant en de selectiecommissie. Alleen het geluid telt.

In de politieke en economische machtscentra zullen vrouwen een volwaardige plek moeten krijgen. Niet voor de ‘vrolijke sfeer’, als ‘excuus-truus’ of als afvinkvrouw om het quotum te halen, maar gebaseerd op kwaliteit, karakter en ambitie. Het verhogen van de deelname van de vrouwen aan het arbeidsproces moet hand in hand gaan met het toebedelen van gelijkwaardige rollen en posities, zowel op de werkvloer als daarbuiten.

Bij deze herverdeling moeten mannen en vrouwen écht samenwerken. Mannen maken ruimte voor vrouwen onder andere door zorgtaken thuis op zich te nemen en door functies ‘genderblind’ te verdelen op basis van kwaliteiten. Lean in door vrouwen moet gepaard gaan met lean out door mannen[1]. Alleen dan is het doorbreken van het seksisme werkelijk mogelijk.

We hebben nog een lange weg te gaan. Een eerste en onmisbare stap is het doorgronden en blootleggen van de taal achter de taal. Hoe maken we goedbedoelde woorden en daden los van de vooroordelen, stereotypen en daarbij passende seksistische taal en gedrag?

 

[1] Jens van Tricht, directeur van Emancipator, riep tijdens een training van Lean In mannen op actief te helpen om de posities van mannen en vrouwen gelijkwaardiger te maken en noemde dat Leaning out.

Omslagfoto door Claudio Schwarz | @purzlbaum via Unsplash

 

man en vrouw door deur

Versvak | Bas Zwiers: Van Gentleman naar GentleHuMan, een zoektocht…

Dit is de eerste van drie blogs in samenwerking met Versvak. Bas Zwiers* is ambassadeur en kwartiermaker van Stichting Emancipator.

In mijn werk ben richt ik me op ‘toxic masculinity’, hoe kunnen we jongens en mannen betrekken om dit tegen te gaan? Omdat te veel (jonge) vrouwen slachtoffer zijn van de traditionele of stereotype vorm van mannelijkheid. Maar ook (jonge) mannen gaan er onder gebukt, onder deze codering, de druk om een ‘echte man te zijn’. Onderdeel van deze code is ook die van het galant zijn: ‘Be a Gentleman’.

In workshops onderzoeken we deze codering, juist om die te doorbreken, onszelf daarvan te bevrijden. De man die vlees eet, liefst vanaf de BBQ, die met vrienden over voetbal en vrouwen praat tijdens het bier drinken. De man die gevoelens onderdrukt en zijn tranen mogen niet gezien worden. De man als jager, die initiatief neemt, die de kostwinnaar is, die voor een vrouw zorgt. De man als ridder op het witte paard die vrouwen beschermt. De man die een deur voor vrouwen openhoudt, die de rekening betaalt bij een date, die de boodschappen draagt.

Moeten we alles binnen de codering weggooien omdat het bijdraagt aan ongelijkheid? Ik denk het niet, maar we moeten ons er wel bewust van zijn welke ongelijkheid het in stand houdt. En waarom doe ik als man wat ik doe? Omdat ik denk dat het zo hoort, omdat ik denk dat het zo moet? Omdat ik denk dat vrouwen zwakker zijn en daarom mijn hulp nodig hebben?

Benevolent Sexism?

Deze laatste gedachte heeft een definitie, het ‘benevolent sexism’ oftewel ‘goedbedoeld seksisme’, en het galant zijn kan als een vorm hiervan gezien worden. Maar is het galant zijn op zich fout? Of is dat alleen als je dat om die reden doet? Is er een binair antwoord? Of vraagt dit onderwerp om balanceren? Om constant aanvoelen? Om bewustwording? Om een gesprek?

Wat in workshops steeds weer blijkt is dat de codering niet alleen van mannen op mannen wordt doorgegeven, maar ook wordt versterkt door vrouwen in hun interactie met vrouwen, omdat ook zij te maken hebben met een codering, over hoe je een vrouw zou moeten zijn. Draag jurkjes of rokjes, gebruik make-up, laat je versieren, versier niet zelf, zet niet de eerste stap en laat hem betalen.

The man in the mirror

In het kader van mijn werk heb ik vaak in de spiegel gekeken naar waar ik bij mezelf ‘toxic masculinity’ tegenkom. En hoe pijnlijk het soms ook is, dit is een vraag die ik steeds weer wil of eigenlijk moet beantwoorden en ervan te leren. Maar ik merk dat ik het moelijker vind om net zo in de spiegel te kijken naar mijn hoffelijkheid, naar mijn wil om een gentleman te zijn. Zo heb ik het immers geleerd, mijn intenties zijn goed en veelal wordt het gewaardeerd.  Maar eigenlijk zit er ook zeker ongelijkheid in.

Als je mij echt zou kennen, dan weet je dat ik wil leven in een wereld waar we hoffelijk zijn naar elkaar, waarin je deuren voor elkaar open houdt, waarin je iemand helpt om zware tassen te dragen, waarin je af en toe de rekening oppakt. En ‘going Dutch’ gaan, waarbij je de rekening moet uitpluizen en tikkies moet sturen, daar word ik niet heel gelukkig van.

Pleidooi voor hoffelijkheid

Dus ja, ik pak vaak bij een eerste ontmoeting de rekening op, bij dates, maar ook bij zakelijke ontmoetingen. Bij vrouwen en bij mannen. Maar heb er ook geen probleem mee als de ander dat doet. En vind het fijn als bij de tweede ontmoeting de ander het doet, zodat we beide de kans krijgen galant te zijn. Hou ik ook voor mannen deuren open? Ja denk ik wel, toch? Vanaf nu zal ik er in ieder geval op letten! En ik zal met een grote glimlach reageren als een vrouw voor mij de deur openhoudt.

Zo hoeven we de hoffelijkheid niet te verliezen, maar breken we die uit de gevangenis van de codering, hoffelijkheid zou eigenlijk niet alleen een mannelijke eigenschap moeten zijn, maar een menselijke. Vanaf nu wil ik geen GentleMan meer zijn, maar een GentleHuMan….

 

Seksisme in samenwerking met Versvak
Versvak maakt de sociale wetenschappen toegankelijk voor iedereen. Zonder omwegen, zonder poespas en in begrijpelijke taal. Versvak richt zich daarom voornamelijk op korte stukjes tekst met hedendaagse, relevante sociale thema’s en bevindingen uit onder andere de sociologie, politicologie, psychologie, communicatiewetenschappen en onderwijskunde. Door (jonge) wetenschappers en vakidioten met passie voor hun vakgebied.

Voor deze rubriek hebben de teams van Emancipator en Versvak de koppen bij elkaar gestoken om het licht te schijnen op goedbedoeld seksisme. Wat is goedbedoeld seksisme? Wat zijn de gevolgen van goedbedoeld seksisme. Is dit per se slecht? Wat kunnen we eraan doen? Deze en meerdere vragen worden behandeld en beantwoord in deze rubriek.

*Mijn naam is Bas Zwiers. Ik ben een man die zichzelf en andere mannen de vraag stelt ‘Wat voor man wil jij zijn?’. Dat doe ik als ambassadeur en kwartiermaker van Stichting Emancipator. Maar ook als partner en model in het HEAR ME NOW project, waar ik mannen oproep te luisteren naar de verhalen van vrouwen over seksueel geweld en grensoverschrijdend gedrag. Daarnaast ben ik een mens die zichzelf en andere mensen de vraag stelt ‘Wat voor een mens wil jij zijn’, dit doe ik onder andere als coördinator van Vreedzaam Oost.

 

Redactionele noot: mocht je nu meer te weten willen komen over ’toxic masculinity’ of andere vormen van masculiniteit, dan is wellicht dit YouTube-filmpje interessant. Daarin wordt besproken hoe Aragorn van Lord of the Rings enkele stereotypes omverwerpt. Hou er wel rekening mee dat niet gehele filmpje genderneutraal of -doorbrekend is:

—–

Omslagfoto door William Fortunato via Pexels

Blog 17. Barry de Bruin: Radicale empathie en de afwijkende andere

In deze tekst zal ik schrijven over wat ik heb geleerd over het ontmoeten van de afwijkende ander in gesprekken over discriminatie. Graag maak ik eerst twee van mijn eigen standpunten bekend. Discriminatie is geen debat, het is een feit. Discriminatie is ook geen eigendom van iemand. Dit maakt het verschil tussen ‘Dat is seksistisch van je’ en ‘Dat is seksisme’.

De reactie van een vrouw in het groepsgesprek na het zien van de voorstelling ‘Waarom mannen Slaan’, is dat vrouwen ook gemeen zijn, elkaar ook onder de duim houden, ook geweld plegen.

De reactie van een jongen in een gesprek tijdens een Imagine workshop, ditmaal met een groep uit een politieke jongeren partij, is dat het gevaarlijk is om de man neer te zetten als dader. Als wij ons specifiek richten op DE MAN als geweldpleger, zetten we mannen juist aan tot daderschap!

Deze mensen praten vanuit hun eigen ervaring. Ze durfden zich persoonlijk te verbinden aan het gesprek dat plaatsvond en spreken ter verdediging van wat hun lief is. Als ik bereid ben te luisteren naar wat ze zeggen, stil te staan bij hun standpunt en hun ervaring te erkennen… Dan pas heb ik deze mensen ontmoet. Ik heb namelijk mijn eigen overtuigingen, voortkomend uit mijn eigen ervaringen, die niet stroken met wat zij verdedigen. Een respectvolle ontmoeting heeft voor mij prioriteit over de wens de ander te veranderen bij het tegengaan van discriminatie.

De mens is een groepsdier. In ons karakter zit een grote dosis empathie. Het komt dan ook zelden voor dat een persoon, nadat ik hem, haar of hen gehoord heb, niet bereid is met dezelfde aandacht naar mij te luisteren. We zijn socialer dan blijkt uit ons handelen als groep. Deze kwaliteiten moeten vaker aangesproken worden zodat deze worden ontwikkeld.

In activisme heb je twee tijden nodig die elkaar tegen zullen spreken. Er is tijd nodig om informatie te ordenen en standpunten te vormen en er is tijd nodig om al je geschillen te laten luchten en elkaar te ontmoeten. Je doet dus eerst een stap vooruit met het opdoen van kennis, daarna doe je een stap terug om afwijkende anderen te kunnen ontmoeten.

Ook al moet je een stap terugzetten, laat je de informatie niet helemaal achter. Je zet een stap terug, maar staat niet meer hetzelfde als daarvoor. Ik stel me deze ontwikkeling voor als een spiralende beweging waarin de spiralen als lagen over elkaar komen te liggen. Ik zie veel rechtlijnig handelen in het activistische veld, er is immers geen tijd te verliezen en dus vaak ook geen tijd voor standpunten die afwijken van de juiste (de jouwe). Maar door deze rechtlijnigheid zijn we niet in staat de afwijkende ander echt te ontmoeten. Dit moet veranderen.

Het maakt niet uit wat je overtuiging is, ook al strijd je voor gelijkheid. Als je niet bereid bent de tijd te geven aan een andere overtuiging ben je de onderdrukker. De realiteit geeft niks om strijd, energie of mate van inspanning. Je hebt een juiste manier van omgang nodig en dat is radicale empathie.