Mannenemancipatie en genderstereotypen
Waarom hebben we mannenemancipatie nodig?
Onze samenleving geeft bepaalde boodschappen mee aan jongens over wat het betekent om “een echte man” te zijn: dat is wat we beschouwen als mannelijkheid. Eigenschappen als typisch mannelijk worden beschouwd zijn bijvoorbeeld technisch, professioneel, resultaatgericht, zelfredzaam, individueel, doelgericht, zelfstandig, actief, moedig, sterk, autonoom, seksueel roofdier, stoer, player, slim, sportief, competitief, besluitvaardig, daadkracht, verantwoordelijk, zakelijk, rationeel, competitief, commercieel, nonchalant. Mannen worden geacht om niet te zeuren, niet te huilen, zich met hun werk bezig te houden, altijd te (willen) winnen, hun gezin te beschermen, controle te hebben, gespierd te zijn, een leider te zijn en de kost te verdienen voor hun familie. Dit noemen we genderstereotypen: de eigenschappen en het gedrag dat we van mannen verwachten omdat ze man zijn.
Een vergelijkbaar rijtje stereotypen over vrouwen: bescheiden, ijverig, bitchy, talig, opofferingsgezind, mooi, volgzaam, creatief, sociaal, lief, zorgend, zorgzaam, verzorgd, emotioneel, passief, sexy, kuis, pleaser, attent, huisvrouw, gevoelig, vredestichter, elegant, dun, passief, dienstbaar, aardig. “Echte vrouwen” zijn moeder en echtgenote, multitasken, dansen, praten over hun gevoelens, zeuren niet, werken samen, cijferen zichzelf weg, koken, regelen. Uiteraard zijn er zowel voor mannen als voor vrouwen nog veel meer stereotype eigenschappen en gedragingen te verzinnen.
Korte video’s over gender en mannenemancipatie
Wat valt nu op als je deze twee verzamelingen eigenschappen vergelijkt?
Ten eerste dat ze tegenovergesteld aan elkaar zijn en elkaar uitsluiten. Alles wat vrouwelijk is niet mannelijk, en alles wat mannelijk is is niet vrouwelijk. Dat betekent dus ook dat mannen vooral niet vrouwelijk mogen zijn, en vrouwen vooral niet mannelijk.
Ten tweede is het zo dat de eigenschappen die worden gezien als mannelijk hoger worden gewaardeerd dan de eigenschappen die worden gezien als vrouwelijk. Leiderschap heeft in de maatschappij meer waarde dan volgzaamheid, activiteit meer dan passiviteit, de kost verdienen meer dan voor de kinderen zorgen.
En bijvoorbeeld ook dat we wel van vrouwen verwachten dat ze moeder worden, maar niet van mannen dat ze vader worden. Bovendien wordt al snel natuurlijk duidelijk dat geen van al deze eigenschappen echt strikt voorbehouden is aan mannen of aan vrouwen: het zijn menselijke eigenschappen die zowel mannen als vrouwen in zich kunnen hebben.
Dat doet echter niets af aan de kracht van deze stereotypen: dit is hoe kinderen wordt geleerd dat ze moeten zijn, óf roze, óf blauw.
Het verschil in waardering tussen mannelijke en vrouwelijke eigenschappen maakt duidelijk dat, hoewel gender een vergelijkbare invloed heeft op mannen en vrouwen, mannelijkheid structureel en systematisch hoger wordt gewaardeerd dan vrouwen en vrouwelijkheid. Dat wordt ook geïllustreerd door de woorden buiten de hokjes, die als het ware worden gebruikt om mannen en vrouwen weer terug in hun eigen hokje te duwen, mochten ze het lef hebben om daar uit te willen stappen. Voor mannen zijn dat termen als “mietje”, “watje”, “homo”, “loser” en “sukkel”. Deze scheldwoorden zijn beledigend omdat de man in kwestie vrouwelijk wordt genoemd. Dat zegt natuurlijk veel over onze samenleving en hoe die kijkt naar vrouwen en vrouwelijkheid.
Voor vrouwen zijn veelgebruikte scheldwoorden “feeks”, “manwijf”, “takkewijf”, “hoer”, “trut”, “bitch”, en vaak ook “pot” of “lesbo”. De boodschap van deze scheldwoorden is dubbelzinniger: vrouwen worden erop afgerekend als ze zich te mannelijk, maar óók als ze zich te vrouwelijk gedragen.
Met beleid wordt er al decennia op ingezet om meisjes en vrouwen toegang te geven tot het mannelijke domein: onderwijs, politiek, arbeidsmarkt. Nu proberen we ook mannen naar het vrouwelijke domein te doen bewegen.
Die eerste beweging, om vrouwen meer op mannen te laten lijken, hen naar het bovenste deel van de piramide te leiden, is legitiem: volgens de regels van het spel wordt dáár immers de macht verdeeld. Maar we spelen het spel volgens mannelijke regels. Mannen en mannelijkheid zijn er de norm, en dit systeem werkt alleen doordat bijvoorbeeld de reproductieve zorgarbeid die geassocieerd is met vrouwen wordt ondergewaardeerd. Dat is ook de reden dat de andere beweging, van mannen richting het vrouwelijke, vaker problematisch blijkt.
Het is dus niet voldoende om mannen te stimuleren richting traditioneel vrouwelijke domeinen: dat werkt niet, en misschien zelfs averechts. Ook het systeem moet veranderen. Domeinen die traditioneel met vrouwen worden geassocieerd moeten geherwaardeerd worden. In het kader van het bredere feministische project, en al helemaal als we willen dat mannen zich meer thuisvoelen op traditioneel vrouwelijk grondgebied.