Joost Mallo

Joost Mallo: Mannen zijn helden, maar niet alle helden zijn mannen

Vanaf 25 november bloggen we weer in het kader van de White Ribbon Campagne: Wat voor man wil jij zijn om gendergerelateerd geweld te voorkomen? Schrijf mee!

Een maand mannenemancipatie. 

Exact een maand geleden, o maandag 8 november, stapte ik voor het eerst, als werknemer, het Emancipator kantoor binnen om te beginnen aan mijn droombaan. Echt bijdragen aan iets wat ik zo belangrijk vind met de talenten en kunde die ik heb. Impact maken. Mannen betere mannen maken. Bijdragen aan hun geluk, hun welzijn, hun gezondheid en daarbij aan eenieder in hun omgeving. Ik was er helemaal klaar voor. En toen maakte ik kennis met mannenemancipatie.

Help/gelukkig, ik ben een man.

“Als je het eenmaal ziet, dan blijft je het zien”, vertelde Jens van Tricht mij in mijn tweede week. Ik had net verteld hoe overweldigend ik het thema vond. Wat draait er veel om mannelijkheid in de wereld. Wat heeft mannelijkheid veel invloed op de wereld. Wat heeft mannelijkheid veel invloed op jongens en mannen, en op meiden en vrouwen, en op ieder ander. Als je eenmaal door de mannenemancipatie bril kijkt, stop je nooit meer en die bril is ver van roze.

De effecten van mannelijkheid reiken ver. Om mij heen en in mijzelf. Vrouwen die extra alert zijn als zij alleen op straat lopen of überhaupt niet alleen over straat lopen. De emotionele armoede waarin mannen opgroeien, omdat zij niet mogen huilen of goed leren te communiceren over hun emoties. Hoe mannelijkheid (en vrouwelijkheid) is verwezen in taal. Het hele ‘gay attachment trauma’. En alle andere ellende in de wereld die allemaal is te linken aan mannelijkheid.

En dan opeens realiseer je het je. Help, ik ben een man. Een homoseksuele man weliswaar, maar toch een man. Oh jee, en ik rugby ook nog. Ben ik dan een hypermasculine man? En waarom rugby ik eigenlijk? Is het het kameraadschap en dat het gewoon een fantastische sport is of is het om mijn kracht te meten met andere mannen om zo te bepalen wie de alfa is? Of compenseer ik zo mijn homoseksualiteit? Ik ben ook nog eens de aanvoerder van het Nederlandse gay team, dus wat zegt dat over mijn behoefte aan macht en waarom bij een gay team? Hoe komt mijn mannelijkheid seksueel tot uiting? En hoort dat zo? Ik doe ook aan mantelzorg voor mijn oma, dus compenseert dat weer iets? En wat zegt dat over mij? Ben ik een softie? Ik huil ook wel eens om reclames. Hoeveel procent man ben ik?

Af en toe in ieder geval honderd procent. Honderdtien procent zelfs. Als ik affectie toon op straat en wordt uitgescholden voor iets met een ziekte met iets van flikker erachter, schat ik meteen de situatie in. Kan ik die andere man(nen) aan, ja of nee? Ja? Oke. Rechtop staan. Borst vooruit. Volume op 110. “Kom eens terug en zeg het in mijn gezicht dan. Wat zei je? O, niks? Dacht dat je ******flikker zei? Kom dan.” Het helpt misschien dat ik een witte rugbyer ben van 1,94 meter en 110 kilo, want tot op heden is het nog nooit geëscaleerd. Maar wat als dat wel gebeurt? Ga ik lopen matten? Ik weet het niet. Ik weet het oprecht niet.

Het doet altijd pijn. Ook als homoseksuele man, ook van 1,94m en 110 kilo, scan je altijd je omgeving, voordat je affectie toont. Waar ben ik in welke buurt? Hoe laat is het? Is het hier veilig? Maar boven alles, wie lopen er op straat?

Doorbreek je bubbel. 

Het was weer tijd voor een demonstratie bij het Homomonument. Met vlag, met stok en al, over straat. Wachten bij het stoplicht.

“Mooie vlag, man.”

Ik kijk naar rechts, twee gastjes op een scooter. Het wordt weer tijd voor het incasseren van homofoob gedrag, dacht ik. Rechtop staan. Ik sta zowat midden op de Dam, dus hey, laat maar komen.

“Heb je ook een Marokkaanse vlag?”
“Ja man, natuurlijk heb ik er één. Die is alleen thuis, had vandaag deze even nodig.”
“Oke, man, en een Palestijnse vlag?”
“Ook thuis.”
“Lekker, man. Boks.”
“Boks.”

Doorbreek je bubbel, lieve mensen.

Tijdens een bijeenkomst van Servicepunt Emancipatie Amsterdam vertelt Hajar Fallah over S.P.E.A.K. en over de veiligheid van moslima’s in de publieke ruimte. Tijdens de pauze vraag ik haar daarnaar. Blijkt dat moslima’s, omdat zij moslima zijn, worden geduwd, bespuugd en erger. Nooit geweten.

Doorbreek je bubbel, lieve mensen.

“Waarom mag ik een vrouw niet een compliment geven op straat?”, vraag ik een vriendin. “Omdat zij dat ziet als het begin van een potentieel gevaarlijke situatie.”

Doorbreek je bubbel, lieve mensen.

“Hoe voelt dat eigenlijk, non-binair zijn?”, aldus ik tegen een collega.

Doorbreek je bubbel, lieve mensen.

Niemand is bubbelloos. Niemand. Maar hoe ga jij met jouw bubbel om en hoe met die van de ander? Verruim je bubbel en je wordt vanzelf een held (want is dat niet wat de maatschappij uiteindelijk van iedere ‘man’ verwacht?).

Mannen zijn helden, maar niet alle helden zijn mannen. 

Heftig hè, mannenemancipatie? Intens. Groot. Breed. Complex. Ja. Dat alles. Maar ook belangrijk. Mooi. Prachtig. Geweldig.

Mannenemancipatie is geweldig, want wat brengt het veel moois. Als je eenmaal de mannenemancipatiebril op zet, kleurt die soms namelijk ook roze. Roze als je denkt aan je opa die drie weken verlof nam toen de kinderen jong waren, omdat oma net was geopereerd en hij haar zo kon ontlasten. Roze als je denkt aan Bob, Pieter, Sam en Gillian, die zo comfortabel zijn met hun eigen heteroseksualiteit, dat zij meespelen met een gay rugby team. Roze als je denkt aan twee Marokkaanse gastjes op een scooter op de Dam. Roze als je denkt aan je vader, die al je hele leven in de zorg werkt, altijd klaar staat voor zijn gezin en bij wie je probleemloos uit de kast kan komen. Roze als je denkt aan Joris, die zo comfortabel is met het delen van zijn emoties. Roze als je denkt aan je buurman met wie je gesprekken voert over de islam, relaties en homoseksualiteit. Roze als je denkt aan je broer, die jaren in het onderwijs heeft gewerkt en dolgraag huisvader zou worden. Roze als je denkt aan de groeiende hoeveelheid geëmancipeerde mannen. Roze als je denkt aan hoe het steeds ietsjes makkelijker wordt om niet te conformeren aan de heteronorm. Roze als je denkt aan jezelf, hoe goed je kan huilen, hoe zorgzaam je bent, hoe je de strijd aangaat met je bubbel en je eigen mannelijkheid en dat soms ook gewoon even laat zijn. Stuk voor stuk helden.

En dat is mijn vlammetje. Van alle mannen helden maken. Zolang wij maar blijven stilstaan bij het feit dat niet alle helden mannen zijn. Want als je geen man bent in een mannenwereld, ben je voor mij sowieso al een held(in).