Jos van der Schot: Strijd, angst en kwetsbaarheid

Vanaf 25 november bloggen we weer in het kader van de White Ribbon Campagne: Wat voor man wil jij zijn om gendergerelateerd geweld te voorkomen? Schrijf mee!

Kort geleden stierf een man die ik ongeveer 20 jaar geleden voor het eerst ontmoette. Tot een warme relatie is het, zacht gezegd, nooit gekomen. Als wij elkaar ontmoetten duurde het niet lang of er was strijd, strijd met woorden. Eén maal werd het fysiek, toen hij een halfvol glas whisky naar mijn vriendin gooide. Ik greep hem vast om erger te voorkomen.

Wat het bij hem was, weet ik niet maar hij leek altijd op zoek naar onenigheid, wilde het beter weten. Zelfs, of juist, bij onderwerpen waarvan hij wist dat ik er meer van wist. Noem het geldingsdrang, de behoefte om gezien te worden, erkend voor wie hij was. Ik ging de strijd niet uit de weg. Zijn verbetenheid haalde iets in mij boven. Ook ik zocht erkenning, zeker op terreinen waar ik wist dat ik meer kennis had. Op de terreinen waar híj meer wist en ik iets kon leren, begaven we ons niet.

Nu stel ik me vragen over hem. Waarom kon hij de zachtheid niet vinden? Waarom kon hij niet vragen hoe het precies in elkaar zat? Was het angst om anoniem ergens halverwege op de apenrots te staan? Kort voor zijn dood ontspande hij en stopte met vechten.

Het volgende gedicht van Toon Tellegen past bij hem en waarschijnlijk bij veel meer mannen.

Ik spring ternauwernood opzij

voor een vlinder.

Steigerend komt hij op mij af,

zijn vonken spatten op mijn jas.

Hij vliegt voorbij, ik zie nog juist

hoe teer hij is.