Mannen op weg naar het nieuwe normaal

De meeste mannen rond de tafel kennen elkaar. Ze komen al een jaar samen, elke tweede maandag van de maand. Ze koken en eten en bespreken mannenemancipatie: de ontwikkelingen van de man in de samenleving: de mooie kanten van het manzijn, de problemen die mannen ervaren en de problemen die ze veroorzaken. Voor deze avond is het gezelschap uitgebreid met een vijftal mannen ‘van de oude garde’. Ze zijn niet wezenlijk ouder, maar hebben een wat langere historie in de georganiseerde mannenbeweging.

diner pensant

Individualisering

Maar bestaat die wel, de georganiseerde mannenbeweging? Bestaat er überhaupt wel een mannenbeweging? Iedereen rond de tafel is het erover eens dat er in ieder geval mannen in beweging zijn. Niet massaal, niet gecoördineerd, niet altijd gedreven door genderbewustzijn, niet allemaal in dezelfde richting, maar beweging is er. Henk Hanssen noemt het een stille revolutie: “Er broedt een veenbrand onder het pakijs. Maar het pakijs van discussiërende mannen smoort de ontwikkeling.” Daarmee gooit de beheerder van de website ikvader.nl en schrijver van diverse boeken over vaderschap de eerste steen in de vijver.

De terugblik is hoopvol. “Er gebeurt meer dan je ziet,” stelt Ton van Elst. In de ruim dertig jaar dat Van Elst zich met mannenemancipatie bezig houdt, heeft hij het aantal geëmancipeerde mannen zien groeien. “Probleem is dat ook deze mannen, uitzonderingen daargelaten, de emancipatie van vrouwen onvoldoende steunen en dat het in Nederland een hoofdzakelijk witte beweging is.” Rohit Vyas ziet als trainer diversiteit ook verschuivingen in andere culturen in Nederland. “Het gaat heel langzaam, maar ik zie groepsnormen verschuiven, mede onder invloed van de individualisering.” Die individualisering maakt dat mannenemancipatie vooral een persoonlijke zaak is, weliswaar voor steeds meer mannen, maar ook grotendeels onzichtbaar.

Mannelijkheid

Emancipatie van mannen staat nog altijd in de schaduw van de vrouwenemancipatie. Het brengt Lauk Woltring tot het werpen van een tweede steen in de vijver: “We zullen een nieuwe term moeten verzinnen. Emancipatie werkt niet, die term is al bezet.” Woltring is al sinds de jaren zestig bezig om jongens tot veelzijdige bloei te brengen. “We onderwaarderen de kracht van jongens en mannen. Zij zetten die te vaak in als destructieve compensatie voor hun onvolgroeide zorgrol.” Met de term ‘destructie’ raakt Woltring een gevoelige snaar bij gastheer Jens van Tricht. “Hoe kun je het hebben over emancipatie zonder het tenminste ook over geweld te hebben?” Geweld maakt in zijn visie onderdeel uit van de codering van mannen. “Jongens leren een negatief gelabelde vorm van mannelijkheid aan: vooral niet vrouwelijk en niet homoseksueel. Van die mannelijke identiteit maakt geweld onderdeel uit,” aldus Van Tricht. Als positieve ontwikkeling ziet hij dat veel mannen streven naar een meer rechtvaardige samenleving met gelijkwaardiger verhoudingen. “Toch zie ik dat mannen te vaak vervallen in hun traditionele rol. Dat is jammer. Ze bezitten enorm potentieel als ze hun aangeleerde vorm van mannelijkheid als onderdeel van het probleem gaan zien. Dan kunnen ze zelf tot deel van de oplossing worden en tot nieuwe, positieve invullingen van mannelijkheid komen, met bijpassende rollen voor jongens en mannen.”

Arne van Huis ziet die veranderende rollen en houding van mannen als een logische evolutionaire ontwikkeling: “Met meer mensen op een kleine ruimte worden we bijna gedwongen om socialer te worden en al onze kwaliteiten in te zetten om steeds meer samen te doen. Daarbij dreigt wel het biologisch determinisme.” Vyas noemt dit de plaag van de hokjesmannen en -vrouwen, waarbij mannen zogenaamde mannendingen doen en vrouwen voorgeprogrammeerde vrouwendingen. Jan Reijnders roept ook op tot meer samenspel tussen mannen en vrouwen: “Laat het vooral niet alleenhe-for-she zijn.”

Vaderschap

De rolverschuiving lijkt soms een strijd tussen de seksen, maar is in de praktijk vaak heel praktisch van aard. Robert Ploem noemt “het geleidelijk groeiende aandeel van vrouwen in de klassieke mannenberoepen. Daar tegenover zie ik steeds meer vaders met kinderen.” Het is ontegenzeggelijk een van de belangrijkste ontwikkelingen die stiekem het straatbeeld is ingeslopen: mannen achter kinderwagens, bij het schoolplein en de zandbak. Hanssen herinnert zich nog zijn voorbereiding op het vaderschap. “In de folders met tips voor aanstaande vaders stond destijds dat je bij het boodschappen doen je kind niet buiten moest laten staan. Als reactie op die onbenullige voorlichting ben ikzelf over het vaderschap gaan schrijven.” Inmiddels manifesteert de zorgende man zich zowel op straat als op het werk. Je kunt het kleineren – je bent toch iedere dag papa, niet alleen op je ‘papadag’ – maar mannen maken er ook bij de baas een punt van en oogsten daarvoor waardering bij mannelijke en vrouwelijke collega’s. Jeroen Pouw, als masterstudent betrokken bij het Vital Daddy programma, heeft de indruk dat grotere betrokkenheid van mannen bij de opvoeding ook leidt tot een meer gelijkwaardige opvoeding. “Het kan een opstap zijn, zodat het gewoon wordt.”

Dat dit zo kan werken weet Gert Evers uit eigen ervaring. “Ikzelf heb veel voor onze twee zoons gezorgd en zij nemen nu vanzelfsprekend zorgtaken op zich. Ik heb ook niet tegen ze gezegd dat ik vanavond over mannenemancipatie ging praten. Ik eet vanavond samen met een aantal mannen, heel gewoon.” Woltring ziet dat deze positieve ontwikkelingen jongens in verwarring brengt. “Die jongens zijn bezig met betekenisgeving en niet, zoals vaak gesuggereerd wordt, met zekerheid of rijkdom. Ze hebben zeker idealen, maar die zijn zelden gecentreerd rondom gender.”

Politieke agenda

De overwegend positieve terugblik van het gezelschap verhult niet de minder rooskleurige kanten. “Veel mannen nemen geen of onvoldoende verantwoordelijkheid en leiding in het veranderingsproces,” stelt Jos van der Schot. Hanssen noemt mannenemancipatie zelfs “een luxeonderwerp”. En om de feministische klassieker er maar eens bij te pakken, ‘het persoonlijke is politiek’, valt op dat juist de tweede dimensie van deze beweging momenteel volstrekt ontbreekt. In het maatschappelijke en politieke debat is mannenemancipatie volstrekt afwezig. Het is volgens Hans Faddegon inherent aan dit soort fundamentele transities in complexe systemen: “Er is zowel een persoonlijke als een sociale emancipatie nodig en die verschillen enorm in snelheid. Zo’n gecombineerde overgang kost generaties.” Ga er maar aan staan.

Uitdagingen

Het is een mooie overgang naar deel twee van de avond, de uitdagingen voor de toekomst. De mannen kiezen om hun neiging tot discussie te onderdrukken en het te houden bij een lijst van opdrachten voor de actieve voorhoede en de aanlokkelijke verleiding voor het achteroplopende peloton. Er ontstaat een lange lijst met kort geformuleerde toekomstbeelden, grofweg te rubriceren in drie uitdagingen.

Ten eerste het, low-profile, organiseren van de beweging, een ‘geheim’ genootschap van moedige mannen die samenkomen en elkaar onderling steunen. De gekwetsheid van mensen, van mannen, zien en daar aandacht aan geven. Door mannen positief te verbinden, zelf het voorbeeld te zijn en in gesprek met anderen door te vragen over hun menszijn, slaan ze de brug naar de grotere buitenwereld. Want, interesse tonen in wat mensen beweegt, onderzoeken en nieuwsgierig zijn, dat werkt.

De tweede uitdaging is om die grotere buitenwereld te laten zien en voelen wat de (netto) winst van emancipatie is voor ‘de man’ zelf. Bijvoorbeeld door met een tentoonstelling de positieve rol van vaders laten zien of door beelden te laten zien van mensen (m/v) in al hun diversiteit om daarmee het verschil tussen de ‘hokjesmannen’ en ‘hokjesvrouwen’ te relativeren. Door te laten ervaren dat werken aan een minder gewelddadige samenleving, zich terugbetaalt in een meer ontspannen en liefdevol leven. Solidariteit creëren om daarmee de verscheidenheid in de wereld meer samenhang te geven.

De derde opgave is de confrontatie aangaan met de gangbare praktijk. Dat vraagt om gelijkheid in de maatschappelijke dialoog, bijvoorbeeld in het onderwijs. Het vraagt ook om het organiseren van meetings waarin we een concreet en tastbaar beeld maken van de samenleving waar we naar toe willen. We kunnen er dan ook niet omheen om de vraag op te werpen wat mannen kunnen bijdragen aan de emancipatie van vrouwen. En, last but not least, zullen mannen geweld als onderdeel van het mannelijkheidsideaal moeten problematiseren en op de politieke agenda zetten.

What’s in a name

Jens van Tricht legt als sluitstuk van de discussie een van de punten van voor de pauze nog even op tafel. “Als de term emancipatie niet meer werkt, schrijf ik graag een prijsvraag uit voor de beste naam voor de beweging.” Het leidt tot enkele diepzinnige ideeën – ‘het bamboebos’ en ‘de veenbrand’ – een erg inhoudelijke – ‘diversiteitsbeweging’ – en enkele wat eenvoudigere – ‘er is hoop’, ‘het is leuk’ en ‘doe normaal’. De meest aansprekende van de avond – the struggle formerly known as emancipation – verdient zeker een Nederlandse vertaling. Of zit het toch in de simpele titel van de clip van Yes-R, Ali B en Lange Frans, waar de mannen ter afsluiting van de avond naar kijken: Me boy?