Mannenemancipatie is mensenemancipatie

Wie zich de vraag stelt wat mannen kunnen doen om de economische zelfstandigheid van vrouwen te bevorderen, kijkt met een heel beperkte bril.

Natuurlijk lukt het beter om vrouwen economische zelfstandigheid te geven als mannen minder gaan werken en meer gaan zorgen. Maar dat botst wel met de overheersende moraal van vandaag. Die spoort namelijk aan tot concurrentie en geeft een zorgende man het gevoel dat hij een verliezer is. Dat vraagt om verandering van het ‘verlicht winnaars-machismo’.

door Elisabeth Kool

Economische zelfstandigheid van vrouwen lukt beter….

wordle drie27 november aanstaande zal de tweejaarlijkse emancipatieprijs worden uitgereikt die is vernoemd naar Joke Smit. Daaraan voorafgaand vindt tevens de grande finale plaats van Kracht on Tour, de campagne gericht op het bevorderen van economische zelfstandigheid van vrouwen. Emancipator organiseert dan een workshop met als centrale vraag hoe mannen daarin vrouwen kunnen ondersteunen.

Wat zou het antwoord zijn van Joke Smit op de vraag van Emancipator? Het meest voor de hand ligt dat ze zou zeggen: eerlijk delen van het onbetaalde werk thuis en het betaalde werk in de maatschappij, door middel van invoering van een standaard kortere werkweek. Voor haar en andere feministen van de tweede golf, zoals Hedy d’Ancona, was dit een manier voor mannen en vrouwen om een gelukkiger leven te hebben. Omdat partners in gelijke posities elkaar beter begrijpen, zo was éen van de tien argumenten voor de 5-urige werkdag.

… als mannen minder gaan werken en meer gaan zorgen

De Kick off Mannenemancipatie 2.0  afgelopen zomer was interessant in dat verband. Die dag was er veel positiefs te horen over projecten met jongens en mannen die zijn geïnspireerd door de programma’s die Gary Barker heeft ontwikkeld. Ook in Nederland is hier ervaring mee opgedaan – onder de noemer van bijvoorbeeld werkloosheidsprojecten en zoals via de campagne Beat the Macho. Uit de verhalen kwam een hoopgevend beeld dat mannen en jongens die meedoen aan die projecten, open staan voor een verandering van de mannenrol en mannencultuur die nodig is om het zorgen en werken meer gelijk te verdelen. Zoals een project in Engeland voor mannen in de bajes, die een cursus ‘luier verschonen’ kregen. Onverwacht sloeg dat enorm aan omdat deze mannen redeneerden: als ik uit de bak kom, heb ik een vrouw wat te bieden.

Maar als mannen en jongens open staan voor discussie over grensoverschrijdend machogedrag (en de groepsdruk die daartoe leidt), kan dat botsen met een sociale omgeving die verwachtingen heeft die zijn gebaseerd op traditionele ideeën over mannelijkheid. Een voorbeeld daarvan is een man die na een bewustwordingsproces besluit om te gaan schoonmaken. Maar dan met de gordijnen dicht.

…wat botst met overheersende moraal van vandaag

Daarom moet ook de omgeving van mannen en jongens worden betrokken bij dit soort projecten.

Maar in de discussies tijdens de Kick off kwam ook aan de orde dat er een botsing speelt op een algemeen maatschappelijk niveau. Dat komt omdat de onderliggende waarden van zorgen tegenovergesteld zijn aan de waarden van de dominante prestatiecultuur waarin we tegenwoordig leven – ook wel meritocratie genoemd. Daarin prevaleert het maatschappelijk scoren en hangt je sociale status af van succes. Daarbij leiden – zoals hoogleraar Evelien Tonkens stelt – meer gelijke kansen tot een toename van concurrentie. Vanaf de jaren negentig is het dan ook – naast presteren en geld verdienen – een norm geworden om te winnen. Inmiddels is onze cultuur doorspekt met dit winnaars-ethos. Maar dat impliceert eigenlijk dat je juist meer ‘macho’ moet zijn.

 

Te weten van een ‘verlicht winnaars- machismo’ dat hoort bij de meritocratie

Vandaag de dag is er sprake van een soort ‘verlicht meritocratie-machismo’ wat trouwens evenzeer geldt voor vrouwen – denk aan de term ‘macha’, die in de jaren negentig werd gemunt door Milou van Hintum. Het is van een andere soort dan de conventionele, in de zin dat openlijk seksisme daar niet bij hoort en concurreren met vrouwen wel. Maar het blijft een machocultuur gebaseerd op waarden die worden geassocieerd met traditionele ‘mannelijkheid’: vechten om te winnen, d.w.z. anderen overtreffen en er niet mee zitten als dat ten koste gaat van een ander. En zoveel mogelijk geld verdienen. Deze waarden zijn tegenovergesteld aan waarden die horen bij het zorgen, namelijk aandacht geven aan een ander en de ander voorop stellen. Zonder daar noodzakelijk (veel) geld aan te verdienen – veel zorg komt voort uit liefde en vriendschap op basis van saamhorigheid. Uiteraard kan goede zorg ook goed worden betaald – dat is juist belangrijk. Maar concurreren is tegengesteld aan zorgen.

Het ideaal van de 5-urige werkdag impliceert dat mannen meer ruimte geven aan vrouwen om maatschappelijk te floreren. Maar ruimte maken voor een ander staat haaks op het ellebogenwerk dat vereist is in de hedendaagse prestatiemaatschappij. Als je niet wilt meedoen aan de ratrace, word je voor loser versleten. Dat staat een meer zorgende mannenrol in de weg en dus kan het streven daarnaar niet zonder een fundamentele cultuurkritiek.

Waarbij – als je geen ‘winnaar’ bent – je op alle fronten verliest

Maar er is een minstens zo belangrijke andere consequentie van de meritocratie gelegen in de letterlijke definitie: geregeerd worden door degenen die het verdienen. Het is namelijk een maatschappelijk systeem waarin niet alleen sociale status, maar ook macht toevalt aan de winnaars. De titel van het boek De beste de baas?, is hieraan gerelateerd en veelzeggend. Want als de beste de baas is – nog afgezien van de vraag of dat aansluit bij de realiteit – heeft de rest alles te verliezen: niet alleen eigenwaarde en respect van anderen, maar ook of je überhaupt wat in de melk te brokkelen hebt.

Een cultuurkritiek impliceert daarom ook een pleidooi voor een andere legitimering van maatschappelijke invloed en de verdeling daarvan. Een legitimering die er niet op is gebaseerd dat je ‘het verdient’ om de baas te zijn, maar op een algemeen uitgangspunt van gelijke recht op invloed en op zaken zoals ervaringsdeskundigheid en belanghouderschap.

De consequenties van de opmars van de meritocratie heeft Joke Smit zien aankomen. In haar laatste jaren is ze zich steeds meer gaan verdiepen in het probleem dat mannen in dit maatschappelijke systeem veel te verliezen hebben als hun positie meer gelijk wordt aan vrouwen. Daarom riep ze op tot het ontwikkelen van een Plan van de macht en een Nieuw socialisme.

Het is beter als de mensheid zich ontdoet van de meritocratische doctrine

De meritocratie en het winnaarethos zijn een heilloze weg. Simpelweg omdat niet iedereen een winnaar kan zijn, zoals Joke Smit bijna vijftig jaar geleden al analyseerde met haar uitspraak: topdogs zijn dun gezaaid. Dit maatschappijmodel ontneemt aan grote groepen mannen – naast sociaal en maatschappelijk houvast – een gevoel van eigenwaarde, en dat is gevaarlijk. Tijdens de Kick off verwoordde iemand dat zo: ‘Nu vrouwen steeds geëmancipeerder worden, doemt voor mannen de vraag op: wat is onze troefkaart nu nog, als vrouwen economische zelfstandig zijn en ons dus daarvoor niet meer nodig hebben? Want kinderen krijgen kunnen we ook niet.’

Vrouwenemancipatie roept weerstand op vooral bij mannen met weinig kans op een winnaars-positie, en dat kan beter serieus worden genomen. Niet alleen omdat mannen terugvallen op het beproefde middel de eigenwaarde op te krikken ten koste van vrouwen. Maar ook omdat het opkrikken van de eigenwaarde gaat via het optrekken aan de ‘eigen groep’, zo analyseert Tonkens. Een recept voor ellende als dat leidt tot haat en geweld richting andere groepen.

En dat mannenemancipatie samen gaat met mensenemancipatie

Het is rechtvaardig om het eerlijk te verdelen wat enerzijds bij het leven hoort maar onbetaald en soms ondankbaar is, en anderzijds wat status en invloed geeft, zoals een prestigieuze, goed betaalde baan. Maar voor mannen staat er nogal wat op het spel, zolang in onze hele cultuur niet andere waarden dan maatschappelijk succes gaan prevaleren. Dit probleem overstijgt natuurlijk het beleid gericht op de ontwikkeling van een positieve mannenrol, maar op de achtergrond is het er wel en moet er ook iets mee.

Wat Joke Smit aan de mannenbeweging zou meegeven (denk ik) is dat het eerlijk delen van lusten en lasten op den duur alleen kan als gaandeweg op wereldschaal mensen zich gaan ontdoen van de meritocratische doctrine. Als het belang van geld verdienen en het behalen van maatschappelijke succes op de achtergrond raakt ten gunste van de noodzaak van goede zorg voor elkaar (en voor het milieu en dergelijke). En als gelijke kansen ook betrekking hebben op de mogelijkheid om invloed uit te oefenen op de maatschappij – ongeacht of je 60 uur per week werkt of 25 uur en ongeacht of je een hoge positie hebt of niet. Mensenemancipatie dus.

En wat ik toe zou willen voegen: economische zelfstandigheid is belangrijk in onze huidige maatschappij, omdat die is gebaseerd op een geld-economie. Maar misschien wordt onze samenleving prettiger als mensen hun onderlinge betrekkingen die zijn gericht op levensonderhoud, ook op andere manieren gaan regelen. Zoals in een situatie van zelfvoorzienendheid, in een deeleconomie of in geval van gemeenschappelijk beheer van meentes (commons) – waar Nobelprijswinnares Elinor Ostrom onderzoek naar heeft gedaan.

Mannenemancipatie vergt een ander soort maatschappij waarin je überhaupt geen troefkaart nodig hebt. Een samenleving waarin iedereen vanzelfsprekend in gelijke mate wordt gewaardeerd en gerespecteerd, gewoon omdat iedereen er bij hoort. En waarin jouw sociale status in de eerste plaats wordt bepaald door jouw zorg voor anderen en jouw sociale bijdrage aan de gemeenschap – los van geld verdienen. Aldus is de voorwaarde voor mannenemancipatie … mensenemancipatie.