“Stereotypes van je af laten glijden kan alleen als je een alternatief hebt”

Transman Robert Witte was onze reporter op de #IMAGINE 2018 conferentie ‘Werken met jongens en mannen in het #MeToo tijdperk’ en schreef deze persoonlijke en inhoudelijke impressie.

Pas als je ergens binnenstapt, weet je wat je van tevoren verwachtte. De IMAGINE-conferentie blijkt groter en internationaler te zijn dan ik had verwacht. In de luxe setting van Hotel Casa zijn een foyer, een grote zaal en zes kleiner zalen voor ons gereserveerd en de vrijwilligers spreken iedereen in het Engels aan. Oud, jong, sneakers, sandalen, puntschoenen en pumps (niet alleen gedragen door vrouwen), alles loopt door elkaar. Gezien het onderwerp, Engaging Boys and Young Men in the Age of #MeToo, was ik ervan uitgegaan dat er overwegend mannen zouden zijn. Hoe naïef mijn aanname is, realiseer ik me als dagvoorzitter Sylvana Simons tijdens de welkomsessie zegt: ‘Dit is de eerste conferentie waar ik blij ben zoveel mannen te zien. Vrouwen praten al jaren over dit onderwerp en het is hoog tijd dat mannen erbij betrokken worden.’

Mijn naïviteit komt waarschijnlijk voort uit het feit dat ik transman ben en de eerste veertig jaar van mijn leven ‘als vrouw’ heb geleefd. De #MeToo-verhalen zijn voor mij niets nieuws, ik weet dat ze waar zijn, ik weet dat er iets moet veranderen in de maatschappij en ik weet dat dit alleen kan als mannen hun gedrag gaan veranderen. Ik realiseer me opeens dat ik de vrouwenkant heel goed begrijp, maar de mannenkant totaal niet. Waarom negeren veel mannen de non-verbale signalen waarmee vrouwen duidelijk maken dat ze geen seks willen? Waarom denken veel mannen dat er een ‘grijs gebied’ is? En waarom zou je in godsnaam seks willen met iemand die geen seks met jou wil?

Het congres is volledig uitverkocht en de zaal zit dan ook bomvol. De keynote speaker Renée Römkens vertelt over de geschiedenis van geweld tegen vrouwen en maakt duidelijk dat we eigenlijk nog maar aan het begin van een ommekeer staan. #MeToo werd al in 2007 gemunt door Tarana Burke maar dat bleek te vroeg. Daarna zijn er meer grote en kleine protesten geweest tegen seksuele intimidatie en seksueel misbruik van vrouwen. In 2014 begon Emma Sulkowicz het project Mattress Performance (Carry That Weight). Hen droeg elke dag een matras van 23 kg met zich mee om zichtbaar te maken dat de student door wie hen op datzelfde matras verkracht was, nog steeds vrij rondliep op de universiteit. Tijdens hun afstuderen liep ze er nog steeds mee. De uitspraak “Grab ‘em by the pussy” van Trump was aanleiding voor de #NotOkay, die 2,7 miljoen keer werd gebruikt. Op 21 januari 2017 was er een enorme opkomst bij de Women’s March in Washington. En opeens, eind 2017 bleek de tijd wel rijp te zijn voor #MeToo en sloeg de focus op vrouwelijk slachtofferschap aan. ‘Maar waarom,’ vraagt de spreekster, ‘waren mensen zo verrast door de verhalen? Het was toch niets nieuws?’

Tijdens de pauze ontdek ik dat op elke tafel in de foyer een bordje staat met de afbeelding van een bloem en een vraag als: ‘Hoe kunnen jongens en mannen geweld tegen vrouwen voorkomen?’ De deelnemers hebben een bloem op hun naamkaartje staan en op de achterkant een vraag. Het idee erachter is dat mensen hierdoor een makkelijke manier hebben om met elkaar in gesprek te gaan, maar dat blijkt niet nodig. De sfeer is ontspannen en de hele dag door staan overal groepjes mensen met elkaar te praten.

De bloemen op de kaartjes zijn niet willekeurig gekozen. Het zijn vier giftige bloemen en ze staan symbool voor toxic masculinity, giftige mannelijkheid. Zoals mannen hun kwetsbaarheid vaak verbergen met agressief gedrag, beschermen deze bloemen zich met gif.

Na het plenaire gedeelte zijn er drie rondes met Break Out Sessions, de een nog interessanter dan de ander. Ik begin met ‘Vaderschap en het voorkomen van geweld’ en hoor meteen iets waar ik nooit bij stil heb gestaan: vader worden is een moment waarop mannen open staan voor verandering. Iedere man wil een goede vader zijn, maar veel mannen hebben nooit geleerd hoe dat moet. Als je vroeger werd geslagen door je vader, hoe zorg je er dan voor dat je zelf je kinderen niet slaat? Er blijken vadergroepen te zijn waar mannen, vaak voor het eerst in hun leven, durven te vertellen over hun eigen vaders: afwezige vaders, gewelddadige vaders, drinkende vaders. Door daar in de veiligheid van de groep over te praten, komt de weg vrij om over hun eigen gedrag als vader te praten. Een pedagoog vertelt dat hij met migrantenvaders praat over opvoeden. Hij gebruikt nooit de term huiselijk geweld maar heeft het met ze over huiselijk geluk en vraagt de mannen welke factoren dat geluk in de weg staan. Een andere spreker is coach en begeleidt mannen bij het invullen van het vaderschap vanuit hun eigen kracht: hun hart.

De start van de groepsdiscussie grijp ik aan om naar een andere sessie te gaan. ‘Using humour to challenge harmful gender norms’ lijkt me leuk. Helaas, ik blijk niet de enige te zijn die van humor houdt, de zaal zit zo vol dat ik letterlijk de deur niet in kan. Hetzelfde geldt voor de workshops die uitleg geven over het gebruik van de Toolkit MÄN (Zweedse versie) en Toolkit Emancipator (Nederlandse versie). Logisch, want de Toolkit is ontwikkeld om jongens en jonge mannen te bereiken en zo daadwerkelijk een verandering in de maatschappij tot stand te brengen, en dat is waarom iedereen hier is. Ik loop naar de meest afgelegen zaal om nog wat mee te pikken van ‘How can we encourage more men to take a public stand against VAW?’. VAW staat voor Violence Against Women. Ik leer dat mannen tijdens een levenscrisis, zoals het verlies van werk, een echtscheiding en zelfs het krijgen van een kind, hun gevoel van mannelijkheid kunnen verliezen en dat dat een goed moment is om met ze te praten over gedragsverandering. Iemand vertelt dat hij werkt met gevangenen en ze aanspreekt op dapper zijn en opkomen voor gerechtigheid, zonder het specifiek over vrouwen te hebben. Het blijkt dat juist de meest masculiene mannen de beste bondgenoten worden in de strijd voor gelijkheid, omdat zij volledig van de andere kant komen en niet uit ‘the movable middle’, de grote groep ‘gematigde mannen’

In de pauze zie ik vrouwen die verward zijn doordat er bij de toiletgroepen alleen bordjes met een plaatje van een toiletpot hangen en er geen genderaanduiding is. Ze kijken eerst om het hoekje van de deur en zodra ze een man ontwaren gaan ze snel naar een andere toiletgroep. Zelf betreur ik de gemengde toiletten als ik een hokje in stap en een wc-bril vol spetters aantref. Misschien moet in de Toolkit ook het netjes achterlaten van een toilet worden meegenomen.

Bij de Break Out Session ‘Gender inequality in relation to other inequalities’ puilt de zaal uit. Een vrouw vertelt over onderzoek dat ze heeft gedaan op scholen en een andere vrouw legt uit dat het uitmaakt of je een witte of een zwarte vrouw bent. Hoe lichter je huid, hoe minder ongelijkheid je ervaart. Ras speelt altijd mee, weet ik. Denk ik wel eens dat ik het als witte transman lastig heb in deze maatschappij? Dan hoef ik maar te denken aan een non-binaire zwarte transfemme om te weten dat het nog veel lastiger kan. In de hoop dit keer wel bij de workshop over de Toolkit binnen te kunnen komen, sluip ik halverwege de sessie de deur uit. Een zwarte vrouw met een hoofddoek, die in de verder verlaten gang loopt te bellen, barst precies op dat moment in tranen uit. We kijken elkaar aan en ze roept ‘Mijn dochter is geslaagd’. Het volgende moment omhelzen we elkaar alsof we oude vrienden zijn die elkaar jaren niet hebben gezien. ‘Voor het gymnasium,’ snikt ze en ik voel kippenvel op mijn armen komen. Het zegt iets over de sfeer van het congres dat we deze ontmoeting hebben. Ik ben niet zo knuffelig met mensen die ik niet ken en ik neem aan dat zij normaal gesproken ook geen vreemde mannen om de nek vliegt. Hier, in deze gang, lijkt het heel gewoon en ik zou willen dat dat vaker zo was.

De workshops over de Toolkit blijken weer vol te zitten en ik loop door naar ‘Werken met jongens (van seksespecifiek naar gendertransformatief)’. Bij binnenkomst hoor ik een man vertellen: ‘…Op dat moment kwam mijn partner uit de kast. En wat je meteen zag gebeuren, was dat de kinderen gingen reflecteren op wat ze zojuist hadden gezegd. In hun ogen was een homo geen echte man, maar de man die voor hen stond was duidelijk een echte man.’
Ik herken de situatie uit de tijd dat ik voorlichting gaf over transseksualiteit. Iemand zegt dat het zwaar kan zijn voor voorlichters om elke keer weer alle vooroordelen over zich heen te krijgen en bepleit ‘collegiale nazorg’ binnen de voorlichtingsteams. Ik vind het een sympathiek idee.

Tijdens de pauze hoor ik twee mannen praten over nagellak. De jongste zegt dat hij het nog wel eens lastig vindt om om te gaan met reacties als: ‘O, jij draagt nagellak dus jij bent homo.’ De andere zegt: ‘Ik zeg altijd: “Hm, interessant, waarom denk je dat?”, en dan komt er een gesprek op gang.’ Hij vertelt ook dat een Spaanse jonge vrouw een keer zei: ‘Ik wist wel dat jij geen homo bent. Om als man nagellak te dragen moet je ontzettend overtuigd zijn van je mannelijkheid.’ Het gesprekje zet mij aan het denken over wat ik wel en niet voor ‘vrouwelijke’ dingen met mijn uiterlijk zou willen doen. Nagellak heb ik zo vaak gebruikt dat ik daar wel klaar mee ben, maar mijn nagels laten groeien is wel een optie. Lippenstift vind ik vreselijk, maar wat mascara of een lijntje onder mijn ogen als ik weer eens naar de, ahum, 35+-disco ga? Ik sluit het niet uit. Pumps? Nee, maar herenlaarzen met een hak staan wel op mijn wensenlijstje.

In de derde ronde van de Break Out Sessions gaat het meeste langs mij heen. Mijn hoofd zit vol met dingen die ik vandaag heb gehoord, waar ik over wil nadenken, op wil reflecteren. Ik begrijp nu meer van mannen, hoe het systeem voor hen werkt. Als transman ben ik gesocialiseerd als meisje en vrouw en misschien, bedenk ik nu, is dat wel een voordeel. Empathisch zijn, luisteren, mijn gevoelens uiten, het is me niet met de paplepel ingegoten maar ik heb het in de loop der jaren wel geleerd en ben het prettig gaan vinden. Sinds ik als man door het leven ga krijg ik regelmatig opmerkingen als: ‘Je moet bozer kijken’, ‘Je lacht te veel’, ‘Je ogen zullen altijd verraden dat je een vrouw bent geweest’, ‘Drink je geen bier? Je wilt toch een man zijn?’. Opmerkingen waar ik aan het begin van mijn transitie serieus over heb nagedacht, want ja, ik wilde een ‘echte man’ zijn. Maar het paste niet bij mij om altijd maar boos te kijken en bier te drinken. Ik ben vriendelijk, empathisch en open en ik zorg graag goed voor mijn lichaam. Waarom zou ik dat opgeven, enkel om te voldoen aan een stereotype? Het voelde alsof ik een stuk van mezelf kwijt zou raken als ik me conformeerde aan de normen, dat wilde ik niet. Ik was in transitie gegaan om mezelf te kunnen zijn, niet om van het ene keurslijf in het andere te belanden. Inmiddels zijn we een paar jaar verder en maakt het me totaal niet meer uit wat mensen verwachten van een man. In de sportschool heb ik de fitnesszaal verruild voor Dans je fit-lessen, ik drink verse muntthee, heb meer vriendinnen dan vrienden en huil bij zielige films (en niet bij voetbalwedstrijden).

Als ik het op mijn veertigste al lastig vond om de normen van mannelijkheid naast me neer te leggen, dan moet het voor puberjongens helemaal moeilijk zijn. Zij krijgen van kleins af aan boodschappen over hoe ze man moeten zijn en in de puberteit wordt dat steeds sterker. Groepsdruk, vaders die ‘echte kerels’ van ze willen maken, coaches die roepen ‘Hee, je bent toch geen mietje’, films en videogames vol stereotypes – hoe laat je dat van je afglijden? Dat kan alleen als je een alternatief hebt, rolmodellen kent en je al heel jong zeker genoeg voelt van jezelf. Ik voelde dat ik een stuk van mezelf zou kwijtraken als ik me conformeerde aan de norm en waarschijnlijk is dat precies is wat er met veel puberjongens gebeurt: door de druk om een ‘echte man’ zijn, en gebrek aan alternatieven, raken ze een stuk van zichzelf kwijt. Ze gaan zich anders voordoen dan dat ze zijn en de frustraties die dat oplevert, komen er verwrongen uit in de vorm van agressief gedrag tegen vrouwen, homo’s, transgenders en mensen uit andere culturen. Niet omdat ze zo willen zijn, maar omdat ze zich ertoe gedwongen voelen.

De inzichten die ik vandaag heb gekregen zullen nog wel een tijdje doorwerken. Maar één ding kan ik met zekerheid zeggen: het is niet alleen in het belang van vrouwen dat er een einde komt aan ‘giftige mannelijkheid’ maar vooral ook voor de jongens en mannen zelf. Ik hoop dan ook dat de Toolkit zijn weg zal vinden naar vele scholen, buurthuizen en verenigingen in Nederland en daarbuiten, zodat de maatschappij voor iedereen prettiger wordt.

Robert Witte