Harm Bult: “Hé man!”

Vanaf 25 november bloggen we weer in het kader van de White Ribbon Campagne: Wat voor man wil jij zijn om gendergerelateerd geweld te voorkomen? Schrijf mee!

Altijd als ik een onbekende man begroet dan zeg ik “Hé man!”. Een beetje stoer, maar ook geruststellend. Waarom eigenlijk? Afgelopen voorjaar stond ik erbij stil waarom ik dit altijd doe.

Als ‘man’ ben je continu jezelf aan het bewijzen ten opzichte van andere ‘mannen’. Ben je wel mannelijk genoeg: Ben je niet eigenlijk een homo? En is het erg dan als je een homo bent? Mietje? Een nicht?

Het is heel makkelijk. Een vuile opmerking is zo gemaakt: “Doe niet zo gay! Stel je niet aan! Wat loop je te zeuren? Je lijkt wel een vrouw!” En hop: daar gaat je mannelijkheid. En als je mannelijkheid weg is wat ben je dan? Dan ben je een prooi en een gemakkelijk doelwit.

Voor sommige mannen betekent dit dat ze zich dan extra willen bewijzen dat ze niet zo’n slappeling zijn. Vroeger werd dat ook wel ‘poten rammen’ genoemd. Het is een reden om fysiek of verbaal geweld te gebruiken. We gaan met z’n allen laten zien dat we vooral niet gay of vrouwelijk zijn. En wat gebeurt er dan? Juist de mensen die al in een kwetsbare positie zitten krijgen soms letterlijk een harde trap na.

En dit is een groot probleem. Door deze continue bewijsdruk die wij mannen onszelf opleggen ontkennen we een heel belangrijk onderdeel van ons zijn. Mannen kunnen soms ook emotioneel zijn. Gevoelig. Andere mannen knap vinden. En daar is helemaal niets mis mee!

En al ben je dat allemaal niet, je kunt je ook prima solidair opstellen ten opzichte van de goede zaak. Ook als hetero man mag je staan voor homorechten. Is het oké om trans personen te supporten. Mag je feminisme steunen. Je laat zien dat je staat voor een eerlijke en open wereld waarin iedereen mee kan doen. Maakt dat je minder mannelijk? Voor sommige mannen wellicht. Maar uiteindelijk moeten we er naar toe dat je ook dan gewoon mag zijn. Veilig zijn.

Terug naar “Hé man!”

Waarom roep ik dit altijd? Ik doe dit ter geruststelling. Door “Hé man!” te roepen erken ik die andere man in zijn mannelijkheid: nee ik vind je niet gay. Ik vind je niet vrouwelijk. Je bent een man, maak je geen zorgen. Eigenlijk slaat dit natuurlijk nergens op. Maar ik schep op deze manier veiligheid. Eventjes. Heel eventjes, hoef je je niet te bewijzen.

Maar daarvoor vraag ik impliciet ook wat terug. Laat je mij ook met rust? Laat je mij veilig zijn? Mag ik gewoon zijn zonder dat ik bang hoef te zijn of ik wel mannelijk genoeg ben? Zonder dat ik word uitgescholden? Dat je me gaat intimideren of uitlachen met je vriendengroep?

Eigenlijk wapper ik eventjes een witte vlag, zo voelt het eigenlijk. Door even mee te doen aan het erkennen van mannelijkheid schep ik mijn eigen veiligheid. Hierdoor kan ik gewoon naar de winkel. Stapt een andere man even opzij als ik ergens bij wil. Of ik nou wel, of niet voldoe aan het beeld van wat een mannelijke man zou zijn.