Tips en trucs voor je activiteit

Het belangrijkste onderdeel van je activiteit is waarschijnlijk dat mensen met elkaar in gesprek gaan over mannelijkheid en gendergerelateerd geweld. Dat kan je aan verschillende dingen ophangen. Hieronder vind je tips voor een groepsgesprek. Dat is natuurlijk niet de enige vorm die je activiteit kan krijgen maar wel een van de makkelijkste. Een goede manier om mensen aan de praat te krijgen is door een filmpje te laten zien en dat te gebruiken als gespreksstarter. Aan de rechterkant van deze pagina vind je veel filmpjes, op ons YouTubekanaal nog veel meer.

Vooraf

  • Ten eerste: Vraag je af wat je met het gesprek wilt bereiken. Met wie wil je het gesprek voeren?
    Waar zou je dat goed kunnen doen? Wat is er nodig, zowel in je persoonlijke voorbereiding als praktisch?
  • Denk niet dat je de hele wereld in een gesprek kan veranderen. Je kunt er wel een begin mee maken. Na afloop hoeft niet iedereen het met jou of met elkaar eens te zijn. Wel fijn is als ze in beweging zijn gekomen. Ieder op zijn eigen manier.
  • Denk niet te groot, hou je activiteit klein. Als je te groot begint is de kans groter dat je activiteit niet lukt en dat is zonde. Als je klein begint kan je het daarna altijd nog groter maken. Begin dus klein en dichtbij, bijvoorbeeld met mannen die je al kent.
  • Doe het niet alleen, werk samen met anderen. Samen bereik je meer. Of zoek een organisatie met wie je het samen kan doen. Kijk bijvoorbeeld bij de Deltaplan-partnerorganisaties of in je eigen netwerk.
  • Voorbereiding: lees je in, bijvoorbeeld op onze website: www.emancipator.nl/deltaplan. Feiten en cijfers vind je bijvoorbeeld hier.
  • Formuleer voor jezelf waarom je dit wilt doen: waarom vind je het belangrijk? Als je dat voor jezelf helder hebt is het makkelijk om je boodschap over te brengen.
  • Maak een plan, bedenk tijd en plaats (evt online), en wie je wilt uitnodigen. Op zoek naar een ruimte? Vraag eens rond bij mensen die je kent of in je wijk. Wie weet heeft het buurtcentrum, de bibliotheek of het wijkhuis wel een zaal die je kan gebruiken.
  • Bedenk voordat je begint wat je wil bereiken met je activiteit: wat is het doel? Hoe kom je daar? Maak op basis daarvan een programma.
  • Uitnodiging: de uitnodiging is misschien nog wel het moeilijkst, want daarin spreek je je al uit. Afhankelijk van wie je wilt uitnodigen en wat je zou willen bereiken kun je ervoor kiezen om iemand persoonlijk te vragen. Houd het kort en krachtig. Maak het persoonlijk. Gebruik een concrete aanleiding, bijvoorbeeld #MeToo, de White Ribbon Campagne, of een gebeurtenis in je eigen leven of omgeving.
  • Kaders: Stel duidelijke kaders voordat je het besprek ingaat. Deze kan je in de uitnodiging opnemen, benoem ze ook aan het begin van het gesprek. Bijvoorbeeld: geweld tegen vrouwen is een enorm probleem waar we iets aan moeten doen; mannen moeten bijdragen aan de oplossing; je uitspreken is een belangrijke eerste stap.

Het gesprek

Het belangrijkste is dat de deelnemers met elkaar in gesprek gaan, en dat ze daarbij luisteren naar elkaar: ze hoeven het niet eens te worden, als ze elkaar maar gaan begrijpen.

Het werkt goed om filmpjes te gebruiken als gespreksstarter: laat een (aantal) filmpje(s) zien en laat je deelnemers daarna met elkaar praten over wat dat bij hen oproept en over hun eigen ervaringen.

Je kunt het gesprek bijvoorbeeld langs de volgende lijn opbouwen:

  • Inloop met wat te eten en drinken
  • Kennismaking: vraag iedereen om iets te zeggen over wie ze zijn en waarom ze hier zijn. Je kunt eventueel een ansichtkaart of ander voorwerp laten uitkiezen die hier iets over zegt.
  • Inleiding: waarom heb je dit gesprek georganiseerd, en wat hoop je te bereiken? Hierbij zou je een zelf uitgekozen filmpje kunnen gebruiken om de bijeenkomst kader en richting te geven.
  • Je kunt eventueel gebruik maken van een ‘spreekvoorwerp’. Degene die dit vast heeft is de enige die spreekt, alle anderen zijn aandachtige toehoorders. Jijzelf bent als organisator de enige uitzondering die mag spreken wanneer het om het bewaken van het proces gaat.
  • Doe een rondje waarin iedereen binnen een gegeven aantal minuten iets kan zeggen over zijn ervaringen met het onderwerp. Welke verhalen heeft hij gehoord? Wat heeft hij zelf meegemaakt? Waarom is hij naar het gesprek gekomen? Voorkom dat men met elkaar in discussie gaat, de focus ligt op naar elkaar luisteren. Houd de tijd bij zodat iedereen ongeveer even lang aan bod kan komen.
  • Geef dan gelegenheid om elkaar vragen te stellen die bijdragen aan meer wederzijds begrip. Dus vragen ter verheldering, of vragen om ergens dieper op in te gaan als iemand dat wil. Voorkom discussie, je hoeft het niet allemaal eens te worden, het is belangrijk als je elkaar beter gaat begrijpen. Het is ook goed om dat te blijven benadrukken.
  • Vervolgens kan je de vraag stellen wat jullie (kunnen) doen om deel te worden van de oplossing. Hier is natuurlijk van alles denkbaar. Het is interessant om te horen waar iedereen aan denkt. Je kunt hiervoor eventueel ook een filmpje gebruiken, of onze lijst Wat kan ik doen? van de White Ribbon Campagne. Kijk of je met elkaar volgende stappen kan zetten.

Na afloop

  • Wat heeft het jou opgeleverd? Wat ging goed en wat zou je een volgende keer anders willen doen? Bespreek dit en eventuele vervolgstappen met degene met wie je het gesprek eventueel hebt voorbereid.
  • Stuur de deelnemers aan het gesprek nog een bedankje, bijvoorbeeld met links naar de gebruikte filmpjes en eventueel andere bronnen.
  • Sta nog even stil bij de deelnemers en vraag je af wat er bij hen gebeurd is. Wat hebben ze meegenomen en wat hebben ze nodig om een volgende stap te maken? En bedenk hoe je hen daarin kan ondersteunen.

Filmpjes