Versvak | Jos van der Schot: Hard en zacht seksisme gaan hand in hand

Dit is de tweede van drie blogs in samenwerking met Versvak. Jos van der Schot is journalist en essayist en schrijft al meer dan 30 jaar over maatschappelijke verandering.

Seksisme komt in vele gedaanten. Sommige zijn onmiskenbaar, venijnig en destructief, zoals bedreiging, vernedering, stalking, intimidatie of mishandeling. Andere zijn verscholen, zachtaardig en … even destructief. Deze versluierde vormen – goedbedoeld, welwillend of hoffelijk seksisme – lijken onschuldig, maar zijn dat niet. Lees hier hoe het werkt, de effecten ervan en wat je ertegen kunt doen.

Afgelopen maand stond Nederland in het teken van de Tweede Kamerverkiezingen, met veel vrouwen als lijsttrekker. En dat hebben deze vrouwen geweten. Ze ontvingen een stortvloed van hatelijke en bedreigende berichten. De Groene Amsterdammer bekeek samen met onderzoekers van de Universiteit Utrecht meer dan 300.000 twitterberichten aan vrouwen in de landelijke politiek en kwalificeerde 10 procent daarvan als haatdragend of bedreigend.

D66-voorvrouw Sigrid Kaag, volgens velen de meest gezaghebbende van de vrouwen die de lijst trekken, kreeg de hoofdprijs. Ze ontving gemiddeld ieder kwartier een haatmail of bedreiging en de hashtag #kutkaag was populair. Politici scoren sowieso hoog op de haatlijsten van sociale media, maar van hen krijgen vrouwen disproportioneel veel haat over zich heen. De onderzochte berichten waren persoonlijker, met verwijzing naar hun vrouw-zijn, soms gecombineerd met racistische en xenofobe uithalen.

Binnen al dat verbale geweld kreeg Lilian Marijnissen te maken met een heel andere vorm van seksisme: een opzichtige flirt van Mark Rutte. De rechts-conservatieve minister-president prees de linkse partijleider van de SP voor de ‘vrolijke sfeer’ van de SP-campagne. Waar de haat tegen Kaag overduidelijk seksistisch is – de titel van het artikel in De Groene Amsterdammer (Misogynie als politiek wapen) spreekt boekdelen – is de flirt van Rutte aan het adres van Marijnissen minder herkenbaar als seksisme.

Het heeft een vriendelijke, positieve en ontspannen toon en lijkt iets onschuldigs. De toehoorder én de zender en ontvanger van het ‘compliment’ ontgaat gemakkelijk de neerbuigende en arrogante boodschap die verpakt zit in het combineren van ‘vrouwelijkheid’ en ‘vrolijkheid’. De boodschap, zo lijkt het, is dat als Marijnissen politiek niet al te lastig is en zich vrolijk blijft gedragen, zij misschien wel mag meedoen in ‘zijn’ nieuwe kabinet.

Goedbedoeld seksisme

De twee vormen van seksisme – hard en zacht – zijn verbonden. De basis van seksisme is dat mensen elkaar allereerst zien als ‘man’ of als ‘vrouw’. Vooroordelen over ‘de’ eigenschappen van mannen en vrouwen bepalen mede welke eigenschappen en gedrag mensen van elkaar verwachten in de dagelijkse omgang en hun onderlinge relatie.

De genderstereotypen die hieruit ontstaan zijn talrijk. Zo zouden mannen meer ruimtelijk inzicht hebben, zouden vrouwen meer taalgevoel hebben, vrouwen beter voor kinderen kunnen zorgen, mannen beter met gereedschap kunnen omgaan, mannen zouden ‘van nature’ sterk en competitief zijn en strijden om de macht, terwijl vrouwen zwak, empathisch en verbindend zijn.

De vooroordelen zijn discutabel. Wie goed kijkt ziet dat de verschillen tussen mannen onderling en vrouwen onderling groter zijn dan de verschillen tussen de groepen. Ondanks dat zijn ze hardnekkig en geven ze de samenleving vorm. Zo is de verdeling van betaalde en onbetaalde arbeid op die vermeende verschillen gebaseerd.

Op de werkvloer nemen mannen relatief veel van de ‘fysieke’ banen in, zoals in de bouw, en werken vrouwen weer relatief veel in zorgende beroepen, zoals kinderopvang, onderwijs en de zorg. Ook binnen bedrijfstakken zie je het onderscheid. In vliegtuigen zijn piloten in hoge mate man en stewards vooral vrouw – het onderscheid tussen ‘gezagvoerder’ en ‘cabinepersoneel’ zegt veel over de maatschappelijke status. Seksisme is kortom meer dan een persoonlijke ervaring of geïsoleerd incident. Het is een cultureel verschijnsel.

De flirt van Rutte valt in de categorie ‘goedbedoeld seksisme’ (benevolent sexism). Het bevat vaak een compliment of een ogenschijnlijk ondersteunend gebaar. Het doet denken aan de ouderwetse, maar nog steeds aanwezige hoffelijkheid waarbij mannen specifiek voor vrouwen deuren openhouden, koffers tillen, wielen verwisselen en rekeningen betalen en is vaak werkelijk goedbedoeld. De ontvangende vrouw kan hier moeilijk boos om worden – ze ervaart het ook lang niet altijd als seksisme – terwijl het gedrag wel degelijk is gebaseerd op traditionele genderstereotypes en vooroordelen.

Maar goedbedoeld seksisme is niet altijd even goedbedoeld. Het kan ook een bewuste strategie zijn om iets te bereiken. De hoffelijkheid van de rekening betalende man kan ook berekenend zijn om een tegenprestatie van de vrouw te ‘verdienen’. In het geval van de flirt van Rutte in de campagne zijn het niet de kwaliteiten van Marijnissen die ertoe doen in geval van samenwerking in de Kamer of het kabinet – politiek inzicht, scherpe debatstijl, rechtstatelijke kennis, integriteit en sociaal rechtvaardigheidsgevoel – die Rutte benadrukt.

Rutte prijst de stereotypische vrouwelijke vrolijkheid. Dat degradeert Marijnissen tot een bijzaak in zijn belangrijke ‘mannelijke’ werk en tot een persoon waar je inhoudelijk geen rekening mee hoeft te houden. Hij bevestigt daarmee de ‘natuurlijke’ orde en de dominantie van de man. Door zijn concurrent vriendelijk te verwijzen naar de vrouwendivisie bezweert hij het gevaar van de politieke vrouw. Het is ondenkbaar dat hij zijn mannelijke collega’s ooit zal complimenteren om hun vrolijkheid.

Motor van ongelijkheid

Goedbedoeld seksisme, hoe onschuldig het ook lijkt, is niet zonder gevolgen. Uit onderzoek blijkt dat vrouwen die worden geprezen om kwaliteiten die geen relatie hebben met de taak die ze moeten uitoefenen een negatiever zelfbeeld krijgen en slechter gaan presteren dan vrouwen die deze oneigenlijke complimenten niet krijgen. Dat begint al in het onderwijs, waar misplaatste complimenten bijdragen aan lagere deelname van vrouwen aan economie en bètastudies en hogere deelname in ‘zachte’ vakken, zoals taal en filosofie.

Op de werkvloer versterkt dit effect zichzelf. Neem bijvoorbeeld de zorg en het onderwijs. Vrouwen worden in functioneringsgesprekken gewaardeerd om hun inlevende omgang met patiënten en leerlingen en hun verbindende rol in het team. Of zij de medische handelingen of de lesstof beheersen lijkt minder belangrijk. Omgekeerd krijgen mannen complimenten over hun (vermeende) leiderschapskwaliteiten. Soms heeft het verschil in behandeling zelfs niets met het werk te maken, maar alleen met het feit dat iemand een vrouw of man is (zoals in deze scene van Scrubs). Goedbedoeld seksisme draagt bij aan de scheefgroei in deze (en andere) sectoren. Vrouwen blijven gevangen op de werkvloer en mannen worden afdelingshoofden en schooldirecteuren – of ze dat nu ambiëren of niet.

Deze vorm van seksisme vindt in vrijwel alle segmenten van de samenleving plaats. Je ziet het tot in de hoogste rangen van de wereldpolitiek. Een voorbeeld is premier Jacinda Ardern van Nieuw-Zeeland. Zij heeft het, als grote uitzondering, geschopt tot staatshoofd. Haar vernieuwende, verbindende leiderschapsstijl tekent haar als succesvol staatshoofd. Ze wordt echter vooral geprezen om haar vrouw-zijn en haar vermeende vrouweneigenschappen. Goedbedoeld seksisme is één van de middelen om de patriarchale status quo en de m/v-machtsbalans in stand te houden.

Zelfs als deze seksistische behandeling werkelijk goedbedoeld is, bevestigt en versterkt het de traditionele genderrollen, en daarmee ook het verschil in (carrière)kansen en inkomen, status en macht. Dit is een zichzelf versterkend effect, doordat op deze manier geen rolmodellen ontstaan die van de vooroordelen afwijken: zorgende mannen en leidende vrouwen.

Piramide van geweld

Venijnig en goedbedoeld seksisme zijn twee loten aan de stam van vrouwenhaat, twee uitwerkingen van dezelfde onderliggende patriarchale structuur. Beide leiden ertoe dat de dominantie van de man behouden blijft, waarbij alle middelen geoorloofd zijn. Een groot deel van die middelen onttrekt zich aan ons bewustzijn.

Ze vallen bijna niet op in het ‘normale’ leven van alledag en lijken onschuldig: de dubbele moraal, seksistische grappen en kleedkamerpraat, hoffelijke houding, de verdeling van betaald en onbetaald werk. Als mannen er al op worden aangesproken, wijzen ze maar al te vaak op vertekenende maar bewust en onbewust in standgehouden beelden van mannen en vrouwen. Of ze doen het af als onschuldig grapje of goedbedoelde hulp.

Deze gedragingen zijn niet onschuldig. Ze zijn, zoals alle seksisme, gebaseerd op de vermeende verschillen tussen mannen en vrouwen en het gevoel dat de dominantie van de man en de afhankelijkheid en onderdanigheid van de vrouw natuurlijk en vanzelfsprekend zijn.

De normen, verwachtingen en stereotypen over mannelijkheid en vrouwelijkheid ontstaan niet uit het niets. Het ontstaat met de eerste vraag die vaak al vóór de geboorte klinkt: ‘is het een jongetje?’ of ‘is het een meisje?’.

Vanaf dat moment of vaak zelfs al daarvoor worden jongetjes gesocialiseerd om sterk te zijn, geen emoties te tonen, autoritair, agressief en rationeel te zijn. Kortom, ‘een man’ te zijn. Dat is vooral ook: geen meisje/vrouw, geen homo. Deze man-box wordt niet alleen van buiten opgelegd. Jongens en mannen corrigeren elkaar en spreken elkaar aan op deze normen. Je bent om te beginnen een man. Wie afwijkt kan op afkeuring, pestgedrag en geweld van zijn mede-mannen rekenen.

Een vergelijkbare ‘woman-box’ bestaat ook voor vrouwen. Zij worden in de mal van dienstbaarheid, onderdanigheid, afhankelijkheid en moederschap gegoten. Als ze daaraan niet voldoen zijn ze een bitch of een slet.Op deze normerende laag en de laag van ‘onbewust’ en ‘onschuldig’ seksisme rust een heel bouwwerk van vormen van seksistisch geweld.

Bron: Emancipator. De blauwe lijn markeert seksisme dat zich ‘onder water’ aan het zicht onttrekt.

Doorbreken van de cultuur van (goedbedoeld) seksisme

Uitgangspunt van een eerlijke samenleving is dat ieder mens wordt geboren met een arsenaal aan mogelijkheden en het recht heeft om die ook te ontwikkelen. Door deze enorme potentie constant aan te spreken, los van gender, kan iedereen zich optimaal ontwikkelen.

Als we daarbij erkennen dat, zelfs met de patriarchale normen, de verschillen tussen vrouwen onderling en mannen onderling veel groter zijn dan de vermeende verschillen tussen de seksen dan opent zich een zee van mogelijkheden. Om onze cultuur van seksisme te doorbreken is actie nodig op alle verschillende, maar met elkaar verbonden thema’s en niveaus: onderwijs, gegenderd taalgebruik, vrouwvijandige humor, selectieprocedures voor arbeidsplaatsen, managementfuncties en commissariaten, enzovoort.

We zullen om te beginnen de man-box en de woman-box met beperkende normen en verwachtingen moeten ombouwen in een tool-box voor ieder mens. Kern daarvan is dat iedereen wordt aangemoedigd om zich in alle richtingen die bij hem of haar passen te ontplooien. Het demonteren van de verwachtingspatronen zal tijd kosten, tijd waarin vooral het gesprek erover van belang is en waarin rolmodellen een belangrijke taak hebben.

Eenzelfde hervorming past in het onderwijs, op de werkvloer, in het huishouden, relaties. Iedereen heeft daar recht op gelijkwaardige begeleiding en stimulering om het beste uit zichzelf te kunnen halen en door te groeien naar de mens die zij willen zijn. Dat betekent dat iedereen op eigen functioneren en ambities wordt aangesproken, los van gender. Een mooi voorbeeld hiervan is te zien bij het Concertgebouworkest, waar bij audities een gordijn hangt tussen de muzikant en de selectiecommissie. Alleen het geluid telt.

In de politieke en economische machtscentra zullen vrouwen een volwaardige plek moeten krijgen. Niet voor de ‘vrolijke sfeer’, als ‘excuus-truus’ of als afvinkvrouw om het quotum te halen, maar gebaseerd op kwaliteit, karakter en ambitie. Het verhogen van de deelname van de vrouwen aan het arbeidsproces moet hand in hand gaan met het toebedelen van gelijkwaardige rollen en posities, zowel op de werkvloer als daarbuiten.

Bij deze herverdeling moeten mannen en vrouwen écht samenwerken. Mannen maken ruimte voor vrouwen onder andere door zorgtaken thuis op zich te nemen en door functies ‘genderblind’ te verdelen op basis van kwaliteiten. Lean in door vrouwen moet gepaard gaan met lean out door mannen[1]. Alleen dan is het doorbreken van het seksisme werkelijk mogelijk.

We hebben nog een lange weg te gaan. Een eerste en onmisbare stap is het doorgronden en blootleggen van de taal achter de taal. Hoe maken we goedbedoelde woorden en daden los van de vooroordelen, stereotypen en daarbij passende seksistische taal en gedrag?

 

[1] Jens van Tricht, directeur van Emancipator, riep tijdens een training van Lean In mannen op actief te helpen om de posities van mannen en vrouwen gelijkwaardiger te maken en noemde dat Leaning out.

Omslagfoto door Claudio Schwarz | @purzlbaum via Unsplash