Blog 7. Laurens Kleijntjens: Boys will be boys?

Dit is blog 7 in de White Ribbon-blogmarathon. Ook meebloggen tegen geweld tegen vrouwen? Kijk hier.

Een aantal jaar geleden kwam een vriendin naar mij toe met een verhaal dat me altijd is bijgebleven. Ze vertelde mij dat ze op de fiets op weg naar haar werk werd lastig gevallen door een groep jongens. Ze gingen naast haar fietsen en maakten seksueel intimiderende opmerkingen. Hier was ze niet van gediend en dat maakte ze duidelijk door er iets van te zeggen. Hierop werden de jongens alleen maar nóg dreigender en ze probeerden haar van haar fiets af te duwen. Ze noemden haar een “vuile slet” en gedroegen zich als wilde beesten, jagend op hun prooi. Gelukkig wist ze aan hen te ontsnappen door aansluiting te vinden bij een grote groep fietsers. Op haar werk aangekomen was ze nog zichtbaar van slag. Een mannelijke collega vroeg wat er aan de hand was, dus ze vertelde hem wat haar zojuist was overkomen. Het is echter niet hetgeen deze vriendin heeft meegemaakt wat mij is bijgebleven. Helaas is dit geen uitzonderlijk verhaal want veel vrouwen maken dagelijks soortgelijke dingen mee. Het was de reactie van haar collega die ik niet ben vergeten: “Ooh”, zei hij, op een manier alsof haar ervaring hem teleurstelde, “Ja, zo zijn mannen nu eenmaal.”, vervolgde hij. Met andere woorden: “Wat zeur je? Wen er maar aan.”

Toen deze vriendin mij dit vertelde, voelde ik in eerste instantie twee dingen. Ten eerste vond ik het belachelijk dat hij in plaats van begrip te tonen een antwoord gaf dat impliceert dat ze zich aanstelde. Hij nam haar niet serieus. Ten tweede voelde ik me persoonlijk aangevallen door zijn generaliserende uitspraak “zo zijn mannen nu eenmaal”. Als er íets is waar ik een hekel aan heb dan is het dit soort machogedrag. Vrouwen op straat lastig vallen omdat ze er leuk uitzien, ik heb het nooit begrepen. Ik heb nooit de behoefte gevoeld om een mooie vrouw na te fluiten of een opmerking naar haar te roepen. Ik vraag me wel eens af of deze mannen serieus denken dat ze hiermee een vrouw kunnen scoren. Dat als je een meisje ziet lopen en naar haar toetert, dat ze dan denkt “Hé, dat is een leuke vent” en instapt. Misschien vinden je vrienden het stoer als je zoiets doet en bezwijk je onder groepsdruk, maar gek genoeg zijn het ook vaak mannen die alleen zijn. Onbegrijpelijk.. Maar het was vooral die uitspraak “mannen zijn nu eenmaal zo” waarover ik nog vaak nadenk. “Boys will be boys; het zit in de natuur van de man, in onze biologische aard.” In 2017 kwam Sire met de opmerkelijke campagne ‘Laat jij jouw jongen genoeg jongen zijn?’, gericht aan opvoeders. Al deze uitspraken gaan van één simpele gedachte uit: Mannen zijn mannen en vrouwen zijn vrouwen. Daar zit blijkbaar niets tussen. Mannen komen van Mars en vrouwen van Venus. Kortom, mannen en vrouwen worden constant tegenover elkaar geplaatst en de verschillen tussen hen worden keer op keer benadrukt. Biologie of natuur wordt telkens genoemd als verklaring voor de verschillen tussen man en vrouw. Dit brengt een heleboel grote gevaren met zich mee en heeft verwoestende gevolgen, waarop ik in deze blog verder zal ingaan.

Op de eerste plaats wil ik het hebben over het gevaar van verwarring tussen cultuur en natuur. Door mannen en vrouwen in twee tegenover elkaar staande groepen te verdelen, zeg je eigenlijk dat alle mannen hetzelfde zijn en alle vrouwen hetzelfde. Dit is ook meteen het probleem van gendernormen. We zien bepaalde eigenschappen als mannelijk en andere als vrouwelijk. Zo zijn eigenschappen die onze maatschappij aan mannen toebedeelt bijvoorbeeld: stoer, sterk, onafhankelijk, dominant en competitief. Vrouwelijke eigenschappen zijn daarentegen zorgzaam, lief, empathisch, zachtaardig en emotioneel. Mannen bezitten de mannelijke eigenschappen en vrouwen de vrouwelijke eigenschappen. Als je daarvan afwijkt en als man bijvoorbeeld zorgzaam en emotioneel bent, val je buiten het maatschappelijke beeld van een “echte man”. Het gevolg is dat je een ‘mietje’ wordt genoemd. Vrouwen die te veel zogenaamd mannelijke eigenschappen vertonen, worden voor ‘manwijf’ of ‘bitch’ uitgemaakt. Het spreekt voor zich dat het hier om menselijke eigenschappen gaat die zowel mannen als vrouwen kunnen bezitten, maar door deze strikte gendernormen worden mensen behoorlijk beperkt in hun menselijke ontwikkeling. Dankzij vrouwenemancipatie zijn vrouwen echter steeds meer opgeschoven naar het “mannelijke domein”. Zo hebben vrouwen al lang en breed bewezen dat zij net zo goed als mannen thuishoren op de arbeidsmarkt, in de wetenschap, politiek, sportwereld, enz. Ook vrouwen bezitten over leiderschap, lef, technisch inzicht en alle andere eigenschappen die traditioneel enkel werden voorbehouden aan mannen. Andersom heeft er echter geen verschuiving plaatsgevonden. Waarom dit zo is, kom ik later op terug. Mannen zijn niet gaan emanciperen en zijn in hun beperkende rol blijven hangen, met alle gevolgen van dien. Mannen die zogenaamd vrouwelijke eigenschappen vertonen, worden als zwak gezien. Kwetsbaarheid tonen als man is nog steeds een groot taboe.

Hoewel er zeker enkele biologische verschillen bestaan tussen mannen en vrouwen zijn het gendernormen die de verschillen veel groter maken dan dat ze daadwerkelijk zijn. Zoals ik al aangaf zorgt de nadruk op verschillen ervoor dat alle mannen op één hoop worden gegooid, net als alle vrouwen. “Mannen zijn geboren leiders” is een uitspraak die nergens op slaat, want de ene man is een goede leider en de andere totaal niet. Hetzelfde geldt voor vrouwen. Tussen mensen onderling zijn hele grote verschillen. Zo zijn er dus ook hele grote verschillen tussen mannen onderling. Die onderlinge verschillen zijn veel groter dan de verschillen tussen mannen en vrouwen. Tussen mannen en vrouwen zijn juist veel meer overeenkomsten dan verschillen. Het is dus complete onzin om mannen en vrouwen telkens met elkaar te vergelijken. Maar schijnbaar vinden we die wedstrijd tussen de seksen ontzettend interessant. Bijna dagelijks zie ik wel pseudowetenschappelijke artikelen voorbijkomen waarin wordt beweerd dat mannen beter zijn in dit en vrouwen in dat. Het probleem is dat we zó gefocust zijn op de scheiding van mensen in vrouw en man, dat we gendernormen zijn gaan zien als feitelijke waarheden. We zien het als natuur in plaats van cultuur. En zodra je cultuur gaat verwarren met natuur krijg je problemen. Onze geschiedenis toont keer op keer de gevaren van het verwisselen van natuurlijke en door de cultuur aangeleerde eigenschappen; nature en nurture. Racisme, kolonialisme, slavernij en de Holocaust zijn enkele voorbeelden die me zo te binnen schieten. Een bepaalde groep mensen plaatst zich boven een groep andere mensen omdat ze zich superieur achten. De natuur heeft volgens hen bepaald wie de Übermenschen zijn en wie de Untermenschen. Deze gevaarlijke gedachtes legitimeren dus ongelijkheid. En zo kom ik op mijn volgende punt: door gendernormen als natuurlijke eigenschappen te beschouwen, houden we genderongelijkheid in stand.

Vaak wordt gedacht en beweerd dat we in Nederland inmiddels gelijkheid hebben bereikt tussen mannen en vrouwen. Helaas is dit maar zeer ten dele waar. De eigenschappen die we als mannelijk zien worden in onze maatschappij hoger gewaardeerd dan de eigenschappen die we als vrouwelijk zien. Mannelijkheid is het hoogste dat je kan bereiken; het betekent succes en aanzien. Om je als “echte” man te kunnen identificeren dien je vooral ‘niet vrouwelijk’ te zijn. Aan deze mannelijkheidsnormen word je kwaliteit als man afgemeten. Daarbij hoort dus dat je het “vrouwelijke” afkeurt en beschimpt. Mannen die hun tranen laten zien zijn watjes. Mannen die ervoor kiezen om een groot aandeel in het huishouden op zich te nemen, zitten onder de plak. Mannen die met veel vrouwen naar bed gaan, waarmee ze hun mannelijkheid bewijzen, zijn stoer. Vrouwen die met veel mannen het bed delen zijn daarentegen een hoer. Onze kinderen groeien op in een maatschappij waarin het geaccepteerd is dat vrouwen een ‘slet’, ‘hoer’ of ‘kech’ worden genoemd. In muziekteksten en videoclips zien ze hoe vrouwen hoofdzakelijk worden weggezet als geobjectiveerde pleasers van mannen. Een onafhankelijke vrouw die voor haar mening durft uit te komen is een bitch of een feminist. En een feminist, die voor gelijkwaardigheid strijdt, is een mannenhater. Als een vrouw een hoge functie heeft, dan zal ze daar wel ‘iets’ voor hebben gedaan. Diezelfde vrouw is een slechte moeder omdat ze voor een carrière koos; ze is een carrièrevrouw. Carrièrevrouwen worden gezien als koud, emotieloos en berekenend. Zij houden zich niet aan de gendernorm van de zorgende vrouw. Trouwens ooit gehoord van een carrièreman? Op straat worden vrouwen dagelijks nagefloten of op andere (vaak ergere) manieren lastig gevallen. Maar het gebeurt niet alleen op straat, in de kroeg of op het werk. Zelfs onze leiders, die het goede voorbeeld zouden moeten geven, maken zich er schuldig aan. De man die zei dat je vrouwen maar gewoon in hun kruis moet grijpen en dat later “rechtvaardigde” als onschuldige kleedkamerpraat hangt nu zijn kleren op in het Witte Huis. En wat dacht je van de ophef die telkens ontstaat als er over genderneutraliteit wordt gesproken? In ons land wordt moord en brand geschreeuwd als we het hebben over genderneutrale omroepen in de trein, gendervrije kleding bij de Hema en onlangs nog genderneutraal speelgoed. En zo kan ik nog wel even doorgaan.

Het mag duidelijk zijn dat de ongelijkheid tussen mannen en vrouwen nog aan de orde van de dag is. Hoewel vrouwen in 100 jaar grote stappen hebben gemaakt in hun emancipatie maken seksisme en genderongelijkheid onverminderd deel uit van onze cultuur. We zijn het als normaal gaan zien en beseffen niet wat voor schade we aanrichten met onze denkbeelden en gedrag. Seksistisch gedrag wordt in onze cultuur genormaliseerd, gebagatelliseerd en gelegitimeerd. Al zullen de meeste mannen het niet eens zijn met geweld tegen vrouwen, zij dragen er wel dagelijks aan bij door aan dit gedrag mee te doen of ervan weg te kijken. Al de bovengenoemde voorbeelden zijn namelijk ook vormen van geweld tegen vrouwen. En daadwerkelijk fysieke en seksuele mishandeling vindt plaats in deze context, in de cultuur van genderongelijkheid en seksisme. Hoewel de meer ernstige vormen van geweld tegen vrouwen op brede maatschappelijke afkeuring kunnen rekenen, mogen deze daden niet los worden gezien van onze cultuur. De daders van geweld groeien namelijk op in een cultuur die ze leert dat vrouwen minderwaardig zijn aan mannen. Een cultuur waarin je als man wordt gewaardeerd en beloond voor seksistische opmerkingen en gedrag. Een cultuur waarin je aanzien krijgt en stijgt op de maatschappelijke ladder door schadelijk machogedrag te vertonen. Kijk naar Trump; je kan er zelfs president mee worden. De opdracht die we aan jongens meegeven is duidelijk: hoe meer je je als “echte man” gedraagt, hoe meer succes je zult krijgen. Is dit de manier waarop we onze zoons willen opvoeden? Met het idee dat onze dochters minder waard zijn, omdat ze toevallig tot het andere geslacht behoren? Is het nu eenmaal onze natuur dat we vrouwen zo behandelen? Zijn mannen van nature de betere soort en vrouwen een subcategorie? Bijna niemand zal het hier mee eens zijn, maar waarom gedragen we ons er dan wel naar? Vrouwenemancipatie zal nooit voltooid zijn als mannen zich niet ook gaan emanciperen.

Denk dus goed na voordat je de volgende keer “boys will be boys” zegt. Want als er één ding is dat wel degelijk in onze natuur zit en waarmee we ons ook onderscheiden van diezelfde natuur, dan is het ons vermogen om kritisch naar onszelf te kijken en te leren van onze fouten. Als we dat niet zouden doen, komen we geen stap vooruit. En stilstand is in deze achteruitgang, dat moge duidelijk zijn. Meelopen, niets doen, zwijgen, wegkijken; het is een makkelijke houding. Maar als je het probleem ontkent of negeert en alles gewoon laat gebeuren, ben je zelf ook onderdeel van het probleem, ook al doe je er zelf niet actief aan mee. Je hoeft zelf geen geweld te gebruiken maar als je het laat gebeuren, creëer je de ruimte ervoor; je faciliteert geweld. Dat geldt niet alleen voor seksisme en geweld tegen vrouwen, maar ook voor bijvoorbeeld racisme en homofobie. Als je de mensen om je heen nooit aanspreekt of je nooit uitspreekt tegen ongewenst gedrag zal er nooit vanzelf een einde aan komen. Het wordt tijd dat mannen meer verantwoordelijkheid gaan nemen en kritischer naar zichzelf gaan kijken. We moeten ons minder druk maken om de vraag of we wel echte mannen zijn en ons meer zorgen gaan maken om wat we aanrichten met ons machogedrag. Volgens de maatschappelijke norm betekent dat dan misschien dat je geen “echte man” bent. Maar in werkelijkheid betekent “echte man” dus een zwak, laf en egoïstisch mens. In die zin zou je kunnen zeggen dat de “echte mannen” juist de mietjes zijn, en andersom! Want de mannen die tegen de stroom in durven zwemmen en zich actief inzetten voor verandering en een betere wereld, dat zijn de mannen die lef, kracht, vastberadenheid en verantwoordelijkheid tonen. Zij zijn de rolmodellen die onze jongens nodig hebben. We moeten met zijn allen de kwaliteit van mannen niet langer afmeten aan hun mannelijkheid, maar in plaats daarvan aan hun menselijkheid. Dit zullen de mannen van morgen zijn..

…Dus laten we vandaag beginnen!

 

Laurens Kleijntjens studeerde cultuurwetenschappen aan Tilburg University. Sinds 2017 is hij werkzaam bij Feniks Emancipatie Expertise Centrum in Tilburg. In 2019 is Feniks gestart met het op mannenemancipatie gerichte project ‘Mans Genoeg’, waarvan Laurens projectleider is. Kijk voor meer info op www.fenikstilburg.nl

Blog 6. Sushma Ramkhelawan: Het zwakkere geslacht

Dit is blog 6 in de White Ribbon-blogmarathon. Ook meebloggen tegen geweld tegen vrouwen? Kijk hier.

“Vrouwen zijn toch zwakker dan mannen?” De reactie van een vriendin op onze discussie over de ongelijkwaardigheid tussen vrouwen en mannen. Geschokt was ik om dit te horen. Niet wát ze zei maar vooral de manier waarop. De acceptatie waarmee ze dit uitsprak, alsof het een feit is waar we het mee moeten doen, dat de natuur dit zo heeft bepaald en niet kan worden veranderd.
Ik kreeg een hopeloos gevoel. Als we dit blijven denken en accepteren, hoe stoppen we dan het geweld tegen vrouwen? Want een man valt een vrouw alleen aan als hij weet dat hij sterker is, en zij dus zwakker.

Die vriendin is helaas niet de enige die denkt dat vrouwen zwakker zijn dan mannen. Ik hoor het vaker mensen zeggen in een andere variant: ‘mannen zijn nou eenmaal sterker’. Woedend wordt ik dan. Maar tegelijkertijd weet ik waar mensen deze gedachte vandaan halen. Bijna de helft van de vrouwen in Nederland heeft fysiek of seksueel geweld, gepleegd door mannen, ervaren.

Ik hoef niet ver te kijken om te weten dat deze cijfers de keiharde waarheid zijn. Als kind zag ik het al om me heen gebeuren, mannen die geweld gebruiken tegen vrouwen. Eerst thuis, bij de buren, schoolvrienden en later in mijn eerste relatie. Het werd mij al snel duidelijk, mannen zijn fysiek vaak sterker dan vrouwen. Maar ook omdat jongens een andere opvoeding krijgen dan meisjes. We stimuleren vooral de zachte en verzorgende kant van meisjes zodat ze later mooi kunnen lachen, goed kunnen verzorgen, zichzelf wegcijferen voor anderen en de harmonie bewaren. Terwijl jongens worden aangemoedigd en geprezen als ze stoer zijn, de confrontatie aangaan, de leiding nemen en hun grenzen opzoeken. Hun échte mannelijke kant.

Als we mannen blijven associëren met stoer en sterk en jongens zo opvoeden, geven we meisjes onbewust het gevoel dat ze minder sterk zijn, dat ze niet tegen jongens op kunnen, dat ze genoegen moet nemen met een tweede plek. We accepteren dan dat vrouwen het zwakkere geslacht zijn die gedomineerd kunnen worden door mannen. Dat mannen superieur staan aan vrouwen, dat mannen vrouwen de baas zijn. En hiermee geven we mannen de speelruimte om vrouwen fysiek te vernederen.
Zolang geweldplegers vrouwen zien als een ondergeschikte, een zwakker iemand, hebben we mannen nodig die zich uitspreken tegen deze daders van vrouwengeweld. Want als ‘eersterangs burger’ neem je niet zo snel iets aan van een ‘tweederangs’.

Wat zou er gebeuren als we het zouden omdraaien? Zachte opvoeding voor jongens en assertiviteitslessen voor meisjes? Ik weet het wel. Een man zou het niet in zijn hoofd halen een vrouw aan te vallen. Gewoon omdat hij haar als gelijkwaardige ziet.

Een vriend vertelde dat hij op straat een ruziënd stel tegen kwam. De man stond op het punt om zijn vriendin klappen uit te delen. Daar midden op straat, de vrouw huilend en de man steeds agressiever wordend. Die vriend en wat andere mannen trokken de dader weg bij haar, hij liep woedend met ze mee. Ik vraag me af hoe deze agressieve man gereageerd zou hebben als hij was weggetrokken door vrouwen…

Blog 5. Jeremy Heshof: “Shit een man, weer zo’n klootzak”

Dit is blog 5 in de White Ribbon-blogmarathon. Ook meebloggen tegen geweld tegen vrouwen? Kijk hier.

Ik zie het als een persoonlijke missie om bij te dragen aan maatschappelijke en seksuele gelijkheid tussen iedereen: mannen en vrouwen en hetero’s en niet-hetero’s. Daarom ben ik ook ambassadeur van Emancipator en laat dit standpunt door al mijn werkzaamheden (en ook privé) lopen.

Naast (relatie)therapie in mijn praktijk geef ik ook regelmatig voorlichtingen ‘Seksuele Gezondheid’ en ‘Seksuele Diversiteit’ en werk ik parttime voor de GGD waar ik o.a. spreekuren seksuele gezondheid verzorg en soa testen afneem.

Vorige maand kwam er een gespannen meisje op mijn spreekuur en ze wilde graag een soa test. Na kennismaking begonnen we samen aan de vragen die bij een soa-consult horen. In deze anamnese komen op een gegeven moment explicietere vragen over seks: ‘Heb je orale/vaginale en/of anale seks?’. Afhankelijk van de gegeven antwoorden kan dan een orale, vaginale en/of anale uitstrijk afgenomen worden voor onderzoek. Het meisje gaf aan alleen vaginale seks gehad te hebben.

Als vrouwen (en uiteraard mannen) aangeven geen (ontvangende) anale seks te hebben gehad, vertel ik standaard dat ik hoop dat men zich vrij voelt hier eerlijk antwoord op te geven omdat een anaal gevonden chlamydia infectie een andere behandeling behoeft dan een chlamydia infectie in de vagina, penis of keel. Vervolgens geven sommige mensen alsnog aan wel degelijk anale seks te hebben gehad.

Zo ook dit meisje. Alleen kreeg ik een onderbuikgevoel bij het feit dat ze aangaf dat hij haar enige bedpartner ooit was en dat het condoom was gescheurd. Over het algemeen is het hebben van anale seks best een stap, zeker bij een eerste bedpartner. Ik vertelde haar dat ik hoopte dat ze in alle eerlijkheid zou aangeven wanneer het tóch anders was gegaan omdat ik een niet-pluisgevoel had en me zorgen maakte over haar.

Ik zag vervolgens tranen bij haar en ze gaf aan dat ze drie maanden geleden verkracht was door deze man en dat hij geen condooms had gebruikt. Ze was doodsbang voor hiv en ze wilde er liever verder niet over praten omdat ze dat al had gedaan met haar ouders en vriendinnen. Ik bedankte haar voor haar openheid en vertelde haar wens te respecteren. Wel vroeg ik of ik nog wat mocht vertellen over gesprekken die ik met andere vrouwen heb gehad die een soortgelijke ervaring hebben meegemaakt. Dat vond ze goed.

Ik vertelde o.a. over de freeze-reactie en het wellicht vochtig worden van de vagina tijdens een verkrachting en hoe vaak vrouwen zich hier voor schamen. En dat grofweg de helft van de vrouwen een gebeurtenis als deze zelf te boven komen maar dat therapie nodig is bij aanhoudende PTSS klachten. Ik lichtte dit toe en vertelde haar over de mogelijkheid van gesprekstherapie en wat EMDR inhoudt. Ze bedankte me voor ons gesprek.

Na dit meisje zag ik nog een andere jongen tijdens mijn spreekuur en toen ik om 16:30 klaar was en de wachtruimte voorbij liep zag ik het meisje nog zitten en opveren toen ze mij zag. Ze kwam naar mij toe. Ze vertelde: “Toen jij mij uit de wachtkamer haalde dacht ik, shit een man, weer zo’n klootzak. Maar ik ben zo blij dat je mij niet hebt veroordeeld dat ik toen met een onbekende man mee ben gegaan na het stappen, iets wat mijn ouders en vriendinnen wél hebben gedaan. En weet je, ik val op vrouwen en wilde het uit nieuwsgierigheid ook een keer proberen met een man….Het voelt goed dat jij als man over een andere man zegt dat hij de klootzak is en niet ik. Fijn dat je me laat inzien dat er dus tóch kerels, zoals jij, zijn wel degelijk deugen. Deze bevestiging had ik echt even nodig. Dank je wel hiervoor en dit wilde ik je nog graag persoonlijk zeggen.”

Blog 4. Michael Mulders: Het Out of the Box-weekend

Dit is blog 4 in de White Ribbon-blogmarathon. Ook meebloggen tegen geweld tegen vrouwen? Kijk hier.

Het afgelopen weekend was een zeer leerzame ervaring voor mij. Een soort van schoolkamp weer, of scouting. Maar in tegenstelling tot scouting, ben ik hier vrijwillig heen gegaan. Dit was, after all, ook een leergelegenheid, en ik ben zeer leergierig.

Met de rugtas vol, arriveerde ik bij de wachtende bus op het Den Bosch station. Op weg naar een nieuwe locatie, met veel nieuwe gezichten. De eerste verrassing was de variatie in mannen die op kwam dagen. Erg diverse achtergronden en perspectieven. Een zeer goed teken; dat zoveel diverse mannen zich op ditzelfde pad hadden gevonden. Met “It’s Raining Men” spelend op de radio, reden we door de regen naar onze bestemming.

Meteen bij aankomst, gebonden aan twee mannen; je kamergenoot en je buddy. De kamergenoot herkende ik van zijn project. Mijn buddy was nieuw. Wij hebben elkaar tijdens het eten leren kennen. De rest leerden we kennen in de beginoefeningen. Ik ben niet zo van de groepsoefeningen, maar het door elkaar lopen en de interactie stelt je je wel bloot aan de gezichten, aanwezigheid en persoonlijkheid van de rest van de groep. Ik hoop uit deze oefeningen lessen uit te kunnen trekken om interactie in de groepen waar ik zelf voor ga staan mee te bevorderen.

Na een nacht van vier uur slaap was er de tweede dag, met drie hoofdthema’s voor mij. De eerste was persoonlijke verhalen. De vertrouwensband was nu zo hoog dat er zware dingen gedeeld zijn in de groep. Een nieuw besef voor mij was dat, alhoewel ik niet kan claimen dat ik me nooit schuldig gemaakt heb aan fout gedrag, dat er mannen in onze groep aanwezig waren die zich nog veel erger misdragen hadden, en tot inkeer zijn gekomen. Dit is een belangrijk inzicht geweest. Het betekent, after all, dat mensen sterk kunnen veranderen. En dat is toch waar we met z’n allen voor strijden.

Het tweede thema was het verschil in waarden en verwachtingen die we meegeven aan mannen en vrouwen. Dit thema is iets waar ik gelukkig al flink van op de hoogte was, door de omgeving en vriendengroep die ik voor mijzelf heb gevormd de afgelopen tien jaar. Het derde thema was het plaatsen van alle vormen van geweld tegen vrouwen in een piramide. Dit vond ik een zeer sterk concept om aan te tonen dat ook meer geaccepteerd gedrag, zoals foute grappen tussen mannen onderling, onderdeel vormen van het probleem.

Behalve twee zeer impactvolle films, staat mij van de avonden vooral de laatste avond bij. Ik ben nooit een jongen geweest die houd van spreken voor een groep. Het kringgesprek op de basisschool was een cirkel vol dodelijke blikken op je gericht. Tot een leeftijd van 13 jaar heb ik presenteren voor de klas weten te vermijden. Vrijdag nog, had ik mijn broertje op WhatsApp verteld dat het moeilijk is om een groep toe te spreken. Op Zaterdagavond was ik de eerste die de kristallen bal pakte om het woord te doen, en heb dat nog 3 keer gedaan

Ik sprak over hoe ik voel dat de mensheid nog aan het groeien was, en zal blijven groeien, en dat wij ons aan de voorrand van dat groei-proces bevinden. Ik had het over de gewelddadige pestkop op school, en over zijn 10 laffe volgelingen die er niets tegen durfden te doen en dus maar meededen, tegen eigen moraal in. Ik had het over mijn vriendin in Mexico; de moord van een collega 2 maanden terug over zijn geaardheid, en de arrestatie van een andere college 1 maand geleden voor verkrachting. Een probleem dat ver weg lijkt, maar dat toch zeker niet is, als je de cijfers in Nederland bekijkt. En mijn laatst overleden opa, die in zijn leven nooit liefde of zorgzaamheid heeft kunnen tonen, omdat hij door een man was opgevoed die hem die emoties heeft afgeleerd als onmannelijk.

De laatste dag ging over de projecten, onszelf en de toekomst. Het was zeer behulpzaam om de inzichten van iedereen te ontvangen en de complimenten waren geweldig. Ik ga gesterkt de toekomst in en heb mensen zien groeien dit weekend. Het enige nadeel is de beperkte tijd geweest. Ideaal zou ik zeggen, maak er 5 dagen van (met iets meer uitslaaptijd), zodat men langer kan spreken en nog meer kan helpen en groeien. Maar 48 uur was de limiet. Ik voel me zeer gesterkt, met nieuwe inzichten, hulpmiddelen, connecties en versterkte toekomstplannen. En ik ben zeer blij hier te zijn geweest en iedereen te hebben ontmoet.

Blog 3. Jan van Heuzen: Nagellak

Dit is blog 3 in de White Ribbon-blogmarathon. Ook meebloggen tegen geweld tegen vrouwen? Kijk hier.

Ik ben een witte, heteroseksuele man, en vroeg twee maanden geleden of mijn leidinggevende mijn nagels wilde lakken. Zij is nagelstyliste, ze verft in de winter pinguïns en in de zomer plaid op haar nagels, ware kunststukjes op twee vierkante centimeter. Ik dacht altijd dat nagellak een soort verplichting was voor veel vrouwen. Maar toen mijn leidinggevende een half uur lang mijn handen en nagels verzorgde, voelde dat onverwacht intiem en zorgzaam. Het was voor mij een nieuwe manier van me verhouden tot mensen, mijn lichaam en mijzelf, misschien vergelijkbaar met massages.

Voor context: ik werk in Canada met plegers van huiselijk geweld, voornamelijk mannen. Deze plegers moeten twaalf weken lang groepen van 2,5 uur per week volgen. We praten in deze groepen over waarom ze geweld gebruiken en wat ze kunnen doen om dat te voorkomen. Veel van deze mannen hebben vrouwonvriendelijke ideeën, bijvoorbeeld over de taakverdeling in het huishouden. Maar ze hebben ook schadelijke ideeën over mannen, dat mannen mannelijk moeten zijn. Ze denken dat wij mannen altijd sterk moeten zijn in geest en lichaam en dus niet om hulp mogen vragen, kostwinner moeten zijn, en dat wij in huis de broek moeten dragen. Een likje verf op mijn vingers bedreigde mijn mannelijkheid, en om de een of andere reden ook de mannelijkheid van mijn cliënten. Dat vond ik raar, en daar wilde ik mee experimenteren.

Ik kreeg in mijn de reacties die ik verwachtte, maar dan minder intens. In deze groepen was de therapeutische relatie met mijn cliënten het belangrijkste instrument, omdat cliënten alleen luisteren wanneer ze mij vertrouwen. Door het lakken van mijn nagels werd dat vertrouwen beschadigd, sommige cliënten dachten zelfs dat ik hen voor gek probeerde te houden. Een paar cliënten schreeuwden letterlijk zodra ik binnenkwam: wtf Jan, what is that! Ik kon de groepsgesprekken niet starten zonder eerst toe te lichten waarom ik mijn nagels had gelakt, want mijn cliënten weigerden naar mij te luisteren als ik niet eerst vertelde waarom ik brak met ons gezamenlijke mannenprotocol. Ik gaf mijn cliënten twee redenen:

Mannen plegen het merendeel van het geweld in onze samenleving, en zij plegen dit geweld voornamelijk naar niet-mannen. Het was een belangrijk doel van mij om gender non-conformgedrag te normaliseren. Als witte man en professioneel therapeut ben ik niet snel het slachtoffer van geweld, helemaal niet van mijn eigen cliënten. Geweld is bijna altijd exclusief gericht op specifieke groepen, en ik behoor niet tot deze groepen. Dit zijn vrouwen, maar vooral mensen die de binaire scheiding tussen man en vrouw overschrijden, zoals transgender, intersekse, non-binair, enzovoort. Door zelf nagellak te dragen gaf ik een signaal dat gender non-conform gedrag normaal is, en misschien wordt het daardoor iets veiliger voor anderen wanneer zij gendernormen overschrijden.

Ten tweede, zo vertelde ik mijn groepen cliënten, vond ik het interessant om te zien hoe mensen reageren op een man met nagellak. Mijn naaste mannelijke collega kon de eerste twee dagen dat ik met nagellak rondliep niet ophouden met lachen. Hij wist zich niet goed raad met mijn keuze en het maakte hem intens ongemakkelijk. Hij verwerkte deze gevoelens van ongemak door de slappe lach te krijgen. Mannen leken mij ook minder graag een hand te geven, alsof mijn nagellak besmettelijk was. Een paar van mijn progressieve mannelijke vrienden zagen de nagellak direct, maar besloten er niet naar te vragen om er geen punt van te maken. Dit veroorzaakte een vrij dwaze situatie met deze vrienden. Mijn plan was net te doen alsof nagellak normaal was, dus ik voelde mij ongemakkelijk maar zei niks over de nagellak, en mijn vrienden voelden zich ook ongemakkelijk maar zeiden ook niets.

Toen ik een biertje met wat vrienden en hun vrienden deed, raakte ik kort aan de praat met een vriend van een vriend die ik nog nooit eerder had ontmoet. Hij vertelde dat hij mij herkende van eerder op de dag, op de markt. Een onbekende man met gelakte nagels is blijkbaar merkwaardig genoeg om te onthouden tussen duizenden andere mensen. Ik denk dat alle mannen direct merkten dat er met mannelijkheid werd gespeeld, en bijna iedereen kreeg er ongemakkelijke gevoelens van. Sommige mannen hadden ervaring met zulke gevoelens en deden hun best het te normaliseren zonder dat ik er iets voor hoefde te doen. Andere mannen, voornamelijk mijn cliënten, hadden mijn begeleiding nodig om hun emoties te begrijpen en dit te verwerken.

Nadat ik mijn cliënten mijn redenen voor de nagellak had uitgelegd, daagde ik ze expliciet uit. Ik vroeg ze of ze zich ongemakkelijk voelden en hoe ze met deze emoties omgingen in zichzelf. Hierdoor dwong ik ze om hun emoties serieus te nemen, te begrijpen en erop te reflecteren. Daarna sprak ik over hoe ze hun emoties in gedrag omzetten. Ik vroeg ze of ze mij anders zouden gaan behandelen, nu zij zich ongemakkelijk voelden door mijn nagellak. Het was spannend om deze gesprekken met mijn cliënten te voeren. Aan het einde van deze gesprekken begrepen mijn cliënten dat het hun verantwoordelijkheid was om hun eigen emoties te verwerken, en hun gedrag naar mij niet te veranderen vanwege hun gevoelens van ongemak.

Alle mannen steunden mijn keuze nagellak te dragen, inclusief mijn cliënten. Ik ben ervan overtuigd dat dit komt door mijn privilege, door wie ik ben en de situatie waarin ik deze gesprekken voerde. Ik hoefde niet stoer en sterk te zijn om als man te tellen, aangezien ik hoogopgeleid en wit ben, en overhemden draag. Mijn mannelijke credentials zijn niet gestoeld op mijn spieren of gedrag. Ik ben een academische expert op het gebied van mannelijkheid, en getraind om ongemakkelijke gesprekken te voeren over emoties en dat soort linkse gedoe. Gedurende de meest uitdagende gesprekken, met mijn cliënten, was ik de baas in de ruimte. Ik kon bijvoorbeeld mijn cliënten de groep uit sturen. Het voeren van deze gesprekken was mijn werk, ik werd ervoor betaald, en ik aangezien ik de baas was in de groep luisterden mijn cliënten naar mij. Maar ik zou er niet aan moeten denken om dit soort gesprekken constant te moeten voeren met familieleden, collega’s of vrienden van vrienden, zonder hiervoor betaald te worden of zonder de baas in de ruimte te zijn.

Ik voelde mij prima thuis met nagellak in de high-end koffiecafés, waar ik stempels verzamelde en mijn dagelijkse flat white dronk. Baristas reageerden niet op mijn nagels, of gaven complimentjes. Voornamelijk vrouwen in deze safe spaces namen expliciet de tijd om mij te steunen, waarbij ze vaak lichamelijk contact zochten door middel van een hand in de rug of op de schouder. Een gebaar van vertrouwen en solidariteit, een moment waarop ze mij vertelden dat ze mijn nagels heel mooi vonden. Gedurende de nagellakweek gebeurde dit meerdere keren per dag. Hiervoor en hierna was ik nooit met fysiek contact door een onbekende vrouw benaderd. Grappig was dat veel van deze vrouwen wat verwarring toonden over de adjectieven die ze gebruikten, zoals beautiful of cute, omdat die wellicht te vrouwelijk klonken voor mijn overig mannelijke uiterlijk. Ik voelde mij een beetje een bedrieger en een dief, omdat deze vrouwen energie staken in het ondersteunen van mijn gevoelens en zelfvertrouwen, terwijl dit slechts een experiment was en ik hier zelf voor koos. Ik heb een aantal non-binaire vrienden, die zich niet als man of vrouw identificeren. Voor hen was dit oude koek, en mijn nagellak maakte mij meer onderdeel van hun groep. Het was best fijn om eventjes niet als speciaal te worden gezien.

Ondanks al deze steun zou ik zelf geen nagellak naar een sollicitatiegesprek dragen, en ik zou me ongemakkelijk voelen om met nagellak bij de politie aangifte van een misdrijf te doen. Toen ik een Beyond Meat Burger bij de A&W haalde voelde ik alle ogen in mijn rug prikken, en begon de kassadame te stotteren toen ik mijn portemonnee pakte en ze mijn nagels zag. Ik voelde mij niet overal veilig en thuis, en dat was nieuw voor mij. Het was niet dat ik mij fysiek onveilig voelde, maar meer dat ik wist dat ik de vreemde eend in de bijt was, dat iedereen wist dat ik er was en dat iedereen mij bekeek. De enige keer dat ik iets vergelijkbaars had meegemaakt, was als projectcoördinator in India of als toerist in Zuid-Afrika, maar daar was ik anders omdat ik als “meer” werd gezien. Met nagellak was ik anders omdat ik “minder” was, tenminste, zo voelde het. En ik had ook zelf deze gevoelens. Vooral de eerste twee dagen voelden mijn handen niet als van mijzelf, zo vervreemd raakte ik door de nagellak. Mijn zelfbeeld als man werd ondermijnd, en ik voelde een lichte vorm van anxiety. Ik moest mijzelf er constant aan herinneren dat mijn waarde als man niet van mijn nagels afhing, en dat het ok was om mij soms ongemakkelijk te voelen. Omgaan met dit soort emoties vroeg om constante aandacht en energie. Ik was blij dat ik daar na een week mee kon ophouden en weer in de mannelijke box kon duiken, met mijn ongelakte nagels en mijn witte overhemden.

Ik heb gekozen voor een week van licht ongemak, dit maakt mij geen expert op het gebied van marginalisatie, micro-agressies, safe spaces, enzovoort. Het is wel mijn hoop dat dit bijdraagt aan mijn eigen begrip, en dat het mij leert om mijn eigen emoties beter te verwerken. Ik hoop ook dat het andere mannen daar ook mee helpt, en bovenal dat het een beetje meer veiligheid voor genderoverschrijdend gedrag creëert.

 

Blog 2. Gijs Hablous: Het verhaal over mannelijkheid dat we jongens vertellen

Dit is blog 2 in de White Ribbon-blogmarathon. Ook meebloggen tegen geweld tegen vrouwen? Kijk hier. Een uitgebreidere versie van dit stuk werd eerder hier gepubliceerd.

Het betrekken van jongens en mannen bij het voorkomen van geweld (en dat expliciet maken) is zo belangrijk, omdat jongens en mannen nog onvoldoende als noodzakelijk onderdeel van de oplossing worden gezien. Terwijl negen op de tien plegers van geweld man is, wordt dat geweld vooral gezien als een probleem van degenen die het wordt aangedaan. Meisjes en vrouwen moeten maar op weerbaarheidstraining of een zelfverdedigingscursus. En jongens en mannen? Die blijven we gerust hetzelfde verhaal vertellen over wat ze moeten doen om een echte man te zijn. Met alle schadelijke gevolgen van dien.

Wat is het verhaal over mannelijkheid dat we jongens vertellen?

‘Kom, veeg je tranen weg, je bent toch een stoere jongen?’
‘Stel je niet aan, je bent toch geen (…)?’
‘Neem nu eens je verantwoordelijkheid, jij moet hier in huis voor brood op de plank zorgen!’
‘Heb je geen zin in me? Kom op zeg, wat voor man ben jij?!’

Ben je een jongen of een man, of werd of word je door anderen als jongen of man gezien? Dan kan het bijna niet anders dan dat je een of meer van deze uitspraken, of een variant erop, wel eens van iemand hebt gehoord. Samen vormen dit soort boodschappen het verhaal dat we vertellen aan kinderen die we opvoeden als jongens: toon geen kwetsbaarheid, wees niet emotioneel, werk hard en verdien (veel) geld, ga je eigen grenzen over, wees (hyper)seksueel en vooral ook hetero. En dit is pas het topje van de ijsberg.

Wat zijn de gevolgen van dit mannelijkheidsverhaal, en wie hebben daar last van?

De gevolgen van dit narratief zijn groot, zowel voor mannen zelf als voor hun omgeving. Voldoet een man niet ‘genoeg’ aan het plaatje? Dan krijgt hij van alles – van ‘homo’ tot ‘mietje’ – naar het hoofd geslingerd, vooral door andere mannen. En vaak blijft het niet bij verbaal geweld. Mannen proppen trouwens niet alleen elkaar, maar ook zichzelf in dat krappe mannelijkheidshokje.

De ‘straf’ op niet mannelijk genoeg zijn is dus best groot. En om maar niet gestraft te worden, gaan veel mannen ver. Bewijsdrang om als seksueel actieve hetero te worden gezien kan leiden tot het negeren of niet eens opmerken van grenzen van meisjes en vrouwen. De angst om als homo te worden gezien onder mannen, zeker onder jongeren, is enorm. Homo is nog steeds het meest gebruikte scheldwoord op scholen. Je kunt dus stellen dat traditionele mannelijkheidsnormen, naast geweld tegen vrouwen, óók geweld tegen LHBTI-personen in de hand werken.

Wat heeft dit met geweld tegen LHBTI-personen  te maken?

Onderzoek laat zien dat een van de hoofdoorzaken van antihomoseksueel geweld ligt in de ideeën die plegers hebben over mannelijkheid en vrouwelijkheid. De plegers ervan zijn ook veelal man. Zij hebben er sterke emoties bij en ergeren zich bijvoorbeeld aan ‘vrouwelijk’ gedrag bij mannen, de zichtbaarheid van homoseksualiteit of zijn bang om door een homo versierd te worden. ‘Als het gaat om geweld tegen lesbische vrouwen, voelen mannelijke plegers zich buitengesloten, of afgewezen in hun mannelijke (hetero)seksualiteit. Trans personen die zichtbaar afwijken van het traditionele hokje ‘man’ of ‘vrouw’ hebben te maken met extreem en excessief geweld. (NOS: Waarom lhbti’ers kampen met discriminatie en geweld en wie ze lastigvalt). ‘Geweld tegen LHBTI personen zou je dus ook ‘gender based violence’ kunnen noemen. In de kern heeft het immers te maken met afwijken van strikte mannelijkheids- en vrouwelijkheidsnormen.

Wat kan ik doen om bij te dragen?

Om te beginnen kun je je natuurlijk actief uitspreken tegen geweld, en er met mensen in je directe omgeving over in gesprek gaan. Wil je je er eerst eens wat meer in verdiepen? Dan is de website van Emancipator een goed startpunt. Wil je nog actiever bijdragen aan het voorkomen van geweld? Dan kun je je (als organisatie) aansluiten bij het Deltaplan. Ook kun je eens een kijkje nemen bij de andere projecten van Emancipator, bijvoorbeeld de workshops van IMAGINE over gender en mannelijkheid, geweld, en grenzen. Op 18 januari organiseer ik samen met drie collega’s een trainingsdag, daarvoor kan je je hier aanmelden. Tot slot vind je op deze pagina een nog uitgebreider overzicht van kleine en grote acties die je kunt ondernemen.

Blog 1. Bas Zwiers: Sunless Shadows

Dit is blog 1 in de White Ribbon Blogmarathon. Ook meebloggen tegen geweld tegen vrouwen? Kijk hier.

Het is 20 november, 23.11 uur. Net thuis van de opening van het International Documentary Film Festival Amsterdam (IDFA). Met dit jaar als openingsfilm ‘Sunless Shawods’ van Mehrdad Oskouei, uit Iran. De film die ook op de 25 november wordt vertoond bij de opening van ‘Orange the World’ in Amsterdam, de internationale campagne van UN Women tegen het geweld tegen vrouwen.

In de documentaire volgen we het dagelijks leven van een groep jonge vrouwen, meisjes, die samen leven op een veilige plek, afgezonderd van een boze buitenwereld. Ze vullen hun dagen met spelletjes, met babykuikentjes, met de baby, een pop en met hun opleiding.

Deze jonge vrouwen zijn hier, vanwege het geweld van hun echtgenoten of vaders. Gaandeweg krijgen we stukje voor stukje hun verhalen mee. Zo vertelt een meisje hoe ze zichzelf dwong om als 12 jarige het huwelijk in te gaan, om te vluchten voor haar ouders, maar ze vraagt zich af hoe haar man nog zoveel erger kon zijn.

Een ander vertelt over die ene keer dat haar vader haar zo in elkaar sloeg, dat zij bebloed en met een gebroken been naar de politie ging, maar deze weigerden om haar aangifte op te nemen, lachten haar uit, om haar weer de straat op te schoppen. Haar vader had immers gelijk.

Een derde vertelt hoe haar moeder heeft geprobeerd om te scheiden, om zichzelf en haar kinderen te beschermen, maar haar man weigerde te tekenen, dus dat ging niet door.

Aan het geweld wordt in film weinig aandacht gegeven. Maar het werpt constant een schaduw over de film, een constante onzichtbare aanwezigheid. Verhalen die ik daardoor zelf verder ging invullen en me daardoor juist nog harder raakten.

De aandacht gaat naar hun dagelijks leven. Waarin zij zich afvragen hoe het zou zijn om weer op straat te lopen. Ze twijfelen of het leven buiten beter is.

Vanuit de zaal wens ik hen eigenlijk ook de veiligheid toe van het huis waar ze nu samen in wonen.

Tussendoor zien we videodagboeken die de jonge vrouwen hebben gemaakt. Ze spreken vol liefde tegen de echtgenoten of vaders die hen zoveel pijn hebben gedaan. Ze vergeven hen. Ze vertellen hoeveel zij hen missen. Maar vragen zich ook af waarom deze mannen zich zo gedroegen. Waarom al dat geweld? Waarom werden zij slechter behandeld dan beesten?

Een vraag die zij nooit meer kunnen stellen, omdat deze jonge vrouwen zijn opgesloten. Opgesloten voor de moord op hun vaders of hun echtgenoten.

In een samenleving die hen niet wilde beschermen, waren er gelukkig nog hun moeders die dat wel hebben geprobeerd.

Voor deze moeders zijn er ook videoboodschappen. En we zien de moeders deze boodschappen bekijken, vanuit de gevangenis, waar zij wachten op de doodstraf.

Een film waar ik met deze blog geen recht aan kan doen. Een film die voor mij niet zozeer iets over Iran vertelt. Want hoe zou het in Nederland zijn als we ons niet in zouden zetten met zoveel vrouwen en gelukkig ook steeds meer mannen om dit geweld te voorkomen, om hulp te bieden aan slachtoffers en hen een veilige plek te geven, zonder dat zij daarvoor eerst zelf een moord hoeven te plegen. Nu zit ik vooral met de vraag, wat zou er zijn gebeurd als deze vaders en echtgenoten, ooit waren aangesproken door andere mannen in hun omgeving? Hadden zij geholpen kunnen worden om weer die liefdevolle mannen te worden die ze ooit waren, de mannen waar de jonge vrouwen in hun videoboodschappen om rouwen, ook al hebben zij hen zelf vermoord…

MenEngage at the Gender Equality Index Conference 2019

On October 15, the new Gender Equality Index was presented at a conference in Brussels. The biannual index provides data on gender equality in EU countries on six topics: work, money, knowledge, time, power, health, violence and, working through and overarching all those, intersecting inequalities. In every edition, countries are scored between 0 and 100 on all these topics, and thus the progress of gender equality in the EU is made visible.

Find all graphs and figures here.

In 2019, the special focus of the Index and the conference was work-life balance, analyzing the opportunities of men and women regarding parental leave, access to and use of child and other care services, transport and commute, and flexible work arrangements.

At the conference we were happy to hear many people on stage calling for the involvement of men and masculinities in treating these issues, and for solutions targeted at the root of the problems we are facing – for instance in city planning and public transport, where we do of course need to protect women and lgbtqia+ people from harassment but even more pressingly need to address the origin of men’s violence.

Furthermore, it has been made clear that equality need not always be reached by making women change their ways to adjust to men’s standards and situations. This not only goes for the glass ceiling, but also, for instance, in the gendered division of daily commute, with men travelling by car more often and women using more public transport. This needs not necessarily be cured by encouraging more women to travel by car: when taking other issues into account, in this case the climate crisis, the wiser choice would be to encourage men to use public transport.

From this year on, an Index will be presented every year, so in a year we will hopefully receive more data on the situation of lgbtqia+ people and Roma and Muslim women, among others. We sure hope that the call for thorough transformation of gender norms and stereotypes, men’s active involvement in gender equality issues, and an overall intersectional approach has been heard by policy makers on all levels.

Vincent Duindam: Gender en spiritualiteit: de ultieme deconstructie

Halverwege de jaren 80 publiceerde ik mijn eerste stukje over gender. Het was een bespreking van Gerda de Bruijn’s boek “Vrijen met een man, kan dat dan?” Ik vond het een sympathiek, mooi en praktisch boek. Mannen leren ‘blauw’ (instrumenteel, agency) te handelen en te voelen en vrouwen ‘roze’ (expressief, communion). Daarbij besteed je uit aan de andere sexe wat je zelf niet hebt kunnen/mogen ontwikkelen.

Dat leidt natuurlijk tot allerlei problemen in relaties. En het boek spitst zich toe op de sexuele relatie. Dat vond ik een mooi model, maar het ging me niet diep genoeg. Onder de aangeleerde eigenschappen en gedragingen zit immers nog je genderidentiteit. Dus het gaat dieper en is lastiger te veranderen.

Op dat moment was ik bezig aan een proefschrift over Nancy Chodorow. En zij liet zien dat een ‘traditionele’ rolverdeling (vader vooral bezig met betaalde arbeid, moeder vooral met de zorg) leidde tot ‘geslachtsspecifieke identiteiten’. Mannen met rigide egogrenzen en vrouwen met permeabele egogrenzen – om er een highlight uit te pikken. Genderverschillen kunnen dus deels herleid worden tot opvoeding, ontwikkeling, socialisatie, etc. Ondertussen woedde en woedt nog steeds het nature/nurturedebat.

Misschien zit het nóg wel dieper: biologische verschillen met wellicht een evolutionaire basis, andere hormoonspiegels, andere brein structuren, etc. Ik heb er altijd op gewezen dat geen orgaan zo complex en flexibel is als het menselijk brein, dat lichaam en psyche elkaar wederzijds beïnvloeden. En dat de verschillen tussen vrouwen onderling en mannen onderling groter zijn dan gemiddelde sexeverschillen. Met de vergrote zichtbaarheid van de transgender community is dit nog duidelijker geworden.

En waar sta ik nu? Hou je vast. Aan Eckhart Tolle ontleen ik het begrippenpaar: ‘form identity’ en ‘essence identity’. Je vormidentiteit is de meer oppervlakkige identiteit: je gedachten over jezelf, je gevoelens, en ook je lichaam en je lichamelijke ervaringen. De psycholoog-in-mij krijgt hier hoofpijn van. Want: op de eerste plaats is dit allemaal niet oppervlakkig. En op de tweede plaats: wat bestaat er anders dan: gedachten, gevoelens en lichaam? Niets, toch? Of?

“Essence identity” is volgens Tolle je diepste identiteit, de verticale dimensie, de stilte, de bron, de diepte, de verbondenheid. Dat is wie je eigenlijk bent. Dat kun je je realiseren op het moment dat het lawaai van je gedachten even ophoudt. Daar hoef je geen verhalen aan jezelf of over jezelf te vertellen. Dan ken je jezelf door jezelf te zijn. Mijn conclusie, en deze vind je ook in De Bhagavad Gītā en Dhammapada, maar ik haal nu een ander boek aan is: Op die plek “is geen man, geen vrouw, …”

Kortom, de ultieme deconstructie van gender/sexe.

Rachel Ploem: “When we engage men as part of the solution, it becomes a different journey”

This blog, written by our ambassador Rachel Ploem, was previously published by Rutgers here.

Equitable, non-violent and caring forms of manhood

After twelve and a half years, Technical Advisor on Gender and SRHR, Rachel Ploem, is leaving Rutgers. Throughout her time at the organisation, the combination of women’s rights and the positive engagement of men and boys was at the heart of her work, leading not only to shifts for the people she worked with, but also to Rutgers itself. Now, against the backdrop of the #MeToo movement and rising conservatism, she reflects.

“It all started in 2007”, Rachel begins. “Women’s organisations in Indonesia and South Africa articulated an urgent call to us. Their female clients, survivors of domestic violence, said loud and clear: ‘It is not the relationship that has to end; it is the violence that should stop. Please, start working with our men!’ For Rutgers and me personally, it marked the beginning of a new journey with major mind shifts and unforeseen opportunities.”

The first MenEngage Symposium took place in July 2009, in Rio de Janeiro, Brazil. About her participation, Rachel says: “We just wanted to check whether we were on the right track in our development of a counselling programme for violent men. Over 350 organisations from all over the world had the same question. How could the negative impact of hegemonic masculinities be transformed to more equitable, non-violent and caring forms of manhood?

“What struck me was the absence of Dutch representation”, continues Rachel. “The Netherlands is usually quite visible when it comes to sexual and women’s rights. The Dutch are without a doubt pioneers in this field. However, it seemed the ‘rule of the restrictive head start’ had started to apply to us here. As historical frontrunners in the field, we had perhaps become less open towards innovative insights and approaches from elsewhere.”

Toolkit for men

Together with Rifka Annisa and the Women’s Crisis Centre Bengkulu, two organisations from Indonesia, and Mosaic from South Africa, Rutgers finalised an intervention for male perpetrators: Toolkit for Men: male counselling in the context of intimate partner violence.This toolkit was identified as the most systematically developed counselling programme for perpetrators, and was awarded the PSO Award for Innovation.

“We learned that only counselling men and couples, without fundamental and structural shifts in culture, society and behaviour, would not lead to sufficient change”, explains Rachel. “So, we developed a new programme, together with Promundo in the US.” MenCare+: engaging men in a four-country initiative, ran from 2012-2015 and focused on engaging young men and fathers in SRHR and pre- and postnatal care in Brazil, Indonesia, Rwanda, and South Africa.”

Boost at home

Fatherhood was used as a ‘tipping point’ to work with men on issues, that for a long time were considered  purely women’s affairs. And indeed, MenCare+’s results were encouraging. We saw improved communication, an increase in uptake of contraceptives, involvement of fathers in childcare, reduction of GBV and increased happiness.”

By linking the MenCare+ programme to the Global Fatherhood Campaign, it boosted the Netherlands as well. “We had started a ‘reversed learning process’. Successful advocacy and public campaigning resulted in an extension of paternity leave from two days to five days from January 2019 and an extra extension, up to 6 weeks, from July 2020 onwards. It also triggered the Dutch Ministry of Education to ask: what about Dutch men?” Rutgers developed ‘Beat the Macho’ and ‘Lefgozers’ together with Movisie. “This followed a similar approach as to MenCare+. Young men were offered safe spaces, free from peer pressure, to question what manhood means to them. ‘Be yourself’ became their new mantra.”

“Sexual relationships change significantly when men and women leave behind their perceptions on gender. It means you start investigating, discovering and questioning, as roles are no longer fixed.” – Participant Gender-transformative Approach Training, Bangladesh

Prevention+

At the start of 2016, MenCare+ was followed by Prevention+: men and women ending gender-based violence. Rachel: “If this problem is to end, underlying harmful cultural norms and values should be addressed, and boys and men must be engaged. Opening up for working with men on gender issues in a positive way, starts with self-reflection and becoming aware of your own biases. In an organisation with its roots in feminism, it wasn’t always plain sailing to overcome deep-rooted gender biases and resistance.”

“Violent realities are complex. By looking at both men and women as ‘gendered’, and by acknowledging that both can be victims, as well as perpetrators, we can get a better understanding of people’s experiences. It helps create more effective strategies in terms of prevention and access to services. It is important to frame men as part of the solution, instead of part of the problem, without undermining women’s safety and empowerment. Then it becomes a different journey, a change process that both boys and men, girls and women can profit from.”

The Prevention+ programme is centred around the ‘Gender-transformative Approach’. This way of working aims to free all people from power inequalities and restrictive gender and sexual norms, at all levels of society. “We’ve now adopted this as a cross-cutting part of all international work at Rutgers. A toolkit was developed and master trainers strengthen the approach around the world.”

Message of zero tolerance

“While we were working hard on implementing our programmes, a historical moment took place in October 2017”, continues Rachel. “Famous Hollywood producer, Harvey Weinstein, was accused of sexual and power abuse. The world was awakened by #MeToo. Millions of women and a few men, broke the silence and started sharing their own experiences with harassment and rape, committed by well-known powerful male figures, and by many more ‘invisible’ men. The message is clear: zero tolerance to sexual violence, harassment and sexism!”

“This time, more than ever, boys and men are actively triggered to listen to the stories of women, and to take a stand against other men who are harassing and perpetrating male chauvinism and misogyny towards women, and other men”, says Rachel. “#MeToo positioned sexual violence back into the public debate. It is about power and abuse within the social order that maintains abuse.”

“The real barrier is religious interpretation. We have to promote the humanistic interpretation of religion.” – Musdah Mulia, Indonesia, participant in a religious leaders learning event

New Strategic Alliances

At that same time there is reason for less optimism. “A rising conservatism goes along with a tendency to turn away from universal human rights towards more dogmatic beliefs. The impact of this shift has disproportionate consequences for girls and women. It limits their sexual rights, and entails a  reinforcement of male hierarchy affecting boys and men as well. People with diverse sexual and gender identities are pushed into the margins”, says Rachel. “It urges for critical (self)-reflection, debate and dialogue. Questions like the connection between toxic masculine behaviour and feelings of meaninglessness, detachment and the lack of prospects are raised. New strategic alliances need to be formed.”

As one of her last big events at Rutgers, Rachel organised a learning event with leaders from different religious communities, governments and civil society organisations from nine countries. A special moment was a dialogue with (H)echt Verbonden, a Rotterdam-based initiative that also deals with breaking harmful cultural practices in partnership with religious leaders, government and survivors of violence.

Here, we saw what Rachel stood for in her career at Rutgers. The promotion of equal and non-violent (sexual) relationships in societies based on openness, inclusiveness and diversity. “More than ever we need to engage boys and men in changing a system and a culture rooted in centuries of male supremacy, together with girls and women. It is about creating new space for all, to be human!”